Op 2 september 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een jeugdstrafzaak tegen een minderjarige verdachte, geboren in 2004, die samen met een ander een overval heeft gepleegd op een telefoonwinkel in Amsterdam op 13 maart 2021. De verdachte werd beschuldigd van diefstal met geweld, waarbij een grote hoeveelheid telefoons en Airpods werd gestolen. Tijdens de overval werden de winkelmedewerkers bedreigd met een mes en een hamer. De rechtbank heeft de zaak behandeld met gesloten deuren en heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, alsook van de verklaringen van de verdachte, zijn raadsvrouw en verschillende betrokkenen, waaronder de Raad voor de Kinderbescherming en Jeugdbescherming Brabant.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde feiten en heeft geoordeeld dat er geen rechtvaardigingsgronden zijn voor zijn handelen. De rechtbank heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn jeugdige leeftijd, het feit dat hij first offender is, en de psychologische rapporten die wijzen op gedragsstoornissen en een posttraumatische-stressstoornis. De rechtbank heeft besloten om een jeugddetentie op te leggen van 187 dagen, waarvan 60 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. Daarnaast zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder verplichte begeleiding en behandeling, om recidive te voorkomen en de ontwikkeling van de verdachte te bevorderen. De rechtbank heeft de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar verklaard, gezien de ernst van het feit en het risico op herhaling.