Op 23 september 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 13 juni 2020 te Amsterdam een verkeersongeval heeft veroorzaakt. De verdachte, een beroepschauffeur, reed met zijn taxibus over de Postjesweg en verleende geen voorrang aan een voetganger die zich op een voetgangersoversteekplaats bevond. De voetganger, een 90-jarige man, overleed drie dagen na het ongeval aan de opgelopen verwondingen. Tijdens de zitting op 9 september 2021 heeft de officier van justitie vrijspraak bepleit voor het primair ten laste gelegde artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW), maar stelde dat het subsidiair ten laste gelegde artikel 5 WVW wel bewezen kon worden. De verdediging pleitte ook voor vrijspraak en stelde dat de verdachte niet met een te hoge snelheid had gereden en dat de voetganger plotseling het zebrapad op liep. De rechtbank oordeelde dat de verdachte verwijtbaar onvoorzichtig was geweest, maar niet in een zodanige mate dat dit schuld in de zin van artikel 6 WVW opleverde. Wel werd het subsidiair ten laste gelegde bewezen verklaard. De rechtbank legde een taakstraf van 40 uren op, met vervangende hechtenis van 20 dagen, en een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid voor 2 maanden met een proeftijd van 2 jaren. De rechtbank benadrukte dat de verdachte als professioneel chauffeur grotere oplettendheid had moeten tonen.