Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
CDC",
DAF",
MAN TRUCK & BUS AG,
MAN",
Volvo/Renault",
FIAT CHRYSLER AUTOMOBILES N.V.,
CNH/Iveco",
Daimler",
Scania”,
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de rechtbank Amsterdam op 22 september 2021 uitspraak gedaan in een incident dat voortvloeit uit een hoofdzaak betreffende schadeclaims in verband met het vrachtwagenkartel. De eiser, Retail Cartel Damage Claims S.A. (CDC), heeft een vordering ingediend op basis van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) om toegang te krijgen tot de 'Statement of Objections' die door de Europese Commissie aan de vrachtwagenfabrikanten is gestuurd. CDC stelt dat deze informatie essentieel is voor het onderbouwen van haar schadevorderingen en het verkrijgen van volledige compensatie voor de schade die zij heeft geleden door de kartelgedragingen van de betrokken fabrikanten.
De rechtbank heeft de vordering van CDC afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de 'Statement of Objections' een voorbereidend document is dat door de Commissie is opgesteld en dat geen bindende kracht heeft. De rechtbank erkende dat er een informatieasymmetrie bestaat tussen CDC en de vrachtwagenfabrikanten, maar oordeelde dat de 'Statement of Objections' niet het juiste document is om deze asymmetrie op te heffen. De rechtbank benadrukte dat de Truckfabrikanten bereid zijn om andere documenten en economische rapporten te verstrekken, mits de vertrouwelijkheid gewaarborgd is. De rechtbank heeft CDC veroordeeld in de proceskosten van het incident, die aan de zijde van de gedaagden zijn begroot op € 1.126,00 per partij.
De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de toegang tot bewijs in kartelzaken en de rol van voorbereidende documenten in civiele procedures. De rechtbank heeft aangegeven dat de eerstvolgende mondelinge behandeling op 29 maart 2022 zal plaatsvinden, waar ook het 'disclosure-aanbod' van de Truckfabrikanten aan de orde zal komen.