ECLI:NL:RBAMS:2021:5206

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
12 mei 2021
Publicatiedatum
17 september 2021
Zaaknummer
C/13/686760 / HA ZA 20-705
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding door taxi-exploitant wegens stilstand van voertuig na brand in servicecentrum

In deze zaak vorderde de besloten vennootschap CETORHINUS MAXIMUS B.V. (hierna: Bios) schadevergoeding van TESLA MOTORS NETHERLANDS B.V. (hierna: Tesla) als gevolg van stilstand van een Tesla Model S taxi na een brand in het Tesla Service Centre. Bios, die deel uitmaakt van een concern met meerdere vennootschappen, stelde dat zij schade had geleden omdat de auto niet als taxi kon worden ingezet. De rechtbank Amsterdam oordeelde dat er geen contractuele relatie bestond tussen Tesla en de vennootschap die de schade claimde, aangezien de reparatieovereenkomst was gesloten met Trompenburg Leasemaatschappij B.V., een andere vennootschap binnen het concern. De rechtbank concludeerde dat Bios geen schadevergoeding kon vorderen voor schade die door Reva Taxi was geleden, omdat er geen overeenkomst tussen Tesla en Reva Taxi bestond. De vorderingen van Bios werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten van Tesla.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/686760 / HA ZA 20-705
Vonnis van 12 mei 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CETORHINUS MAXIMUS B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres,
advocaat mr. M.J. van Joolingen te 's-Hertogenbosch,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TESLA MOTORS NETHERLANDS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. A. al Mansouri te Nijmegen.
Partijen zullen hierna Bios en Tesla genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 2 juli 2020 van Bios, met producties,
  • de conclusie van antwoord van Tesla, met producties,
  • het tussenvonnis van 27 januari 2021, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald,
  • de akte overlegging aanvullende producties 15 tot en met 19 van Bios van 19 maart 2021,
  • de akte houdende overlegging producties 9 tot en met 17 van Tesla van 23 maart 2021,
  • de akte houdende bezwaar tegen overlegging aanvullende producties door Tesla, tevens akte overlegging aanvullende producties 20 en 21 van Bios van 29 maart 2021.
1.2.
Op 31 maart 2021 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden. De door de griffier gemaakte aantekeningen van deze mondelinge behandeling maken deel uit van het procesdossier.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Bios is onder andere enig aandeelhouder van Trompenburg Leasemaatschappij B.V. (hierna: Trompenburg) en Zorgvervoercentrale Nederland B.V. (hierna: ZCN). Verder is Bios indirect enig aandeelhouder van Reva Taxi B.V. (hierna: Reva Taxi).
2.2.
In 2014 heeft Trompenbrug 72 nieuwe Tesla Model S auto’s van Tesla gekocht.
2.3.
Trompenburg heeft vervolgens Tesla Model S auto’s aan Reva Taxi verhuurd. Reva Taxi heeft de Tesla Model S auto’s gebruikt voor taxivervoer van en naar Schiphol. Daartoe is door Schiphol aan ZCN een concessie gegeven. Eén van de voorwaarden van de concessie is dat de gebruikte auto’s 100% elektrisch zijn.
2.4.
Op 3 september 2018 heeft Transvision B.V. (hierna: Transvision) namens Trompenburg één van de Tesla Model S auto’s (hierna: de auto) naar het Tesla Service Centre gebracht en Tesla de opdracht gegeven om reparaties aan de auto uit te voeren.
2.5.
Op 5 september 2018 is er brand geweest in het Tesla Service Centre. Als gevolg van de brand is er rook- en roetschade ontstaan aan 36 voertuigen die in het Tesla Service Centre stonden waaronder de auto.
2.6.
In september 2018 hebben Tesla en de heer [naam 1] (hierna: [naam 1] ), Business Unit Manager van de Bios-Groep, diverse malen contact gehad over de auto. Op 26 september 2018 heeft Tesla in een e-mail aan [naam 1] onder andere het volgende geschreven:
“Jullie Tesla staat op dit moment nog bij Koopman Car Terminal in Amsterdam-West in afwachting van de schade-expert die het voertuig moet inspecteren. Zoals jullie weten heeft de Tesla niet in brand gestaan maar wel mogelijk rook schade opgelopen doordat deze in de werkplaats stond tijdens de brand. Na het rapport van de schade-experts weten wij wat de volgende stap zal zijn in het process. Naar alle waarschijnlijkheid zullen wij uw Tesla naar een professioneel poetsbedrijf verplaatsen waar deze volledig schoon gemaakt word zodat wij een technische inspectie kunnen uitvoeren. Mocht er iets anders uitkomen uit het onderzoek dan laten wij u dat uiteraard weten.
Doordat er meerdere partijen betrokken zijn ben ik bang dat het hele process nog lang kan gaan duren. Maar wij zijn dagelijks ermee bezig om aan de juiste touwtjes te trekken, helaas gaat het niet zo snel als wij zelf willen.”
2.7.
Vervolgens hebben partijen herhaaldelijk telefonisch en e-mail contact gehad over de auto.
2.8.
Op 11 januari 2019 hebben [naam 1] en de heer [naam 2] van Tesla elkaar gesproken bij het Tesla Service Center over de auto en heeft [naam 1] het kentekenbewijs van de auto uit de auto gehaald.
2.9.
Vervolgens hebben Tesla en [naam 1] op 14 en 23 januari 2019 per e-mail contact gehad over de auto.
2.10.
Op 25 januari 2019 heeft Bios melding gedaan van verduistering van de auto bij de politie.
2.11.
Op 31 januari 2019 heeft Tesla aan [naam 1] per e-mail laten weten dat de auto klaar was om opgehaald te worden, hetgeen die dag ook gebeurd is.
2.12.
Op 10 april 2019 heeft Trompenburg een brief aan Tesla gestuurd waar onder andere het volgende in staat:
“Met dit schrijven benoemen wij in het bijzonder de geleden schade als gevolg van de achtergehouden auto en stellen u daarvoor aansprakelijk.
Op woensdag 5 september 2018 woedde er een brand in uw bedrijfspand te Amsterdam, waar ons voertuig met bovenvermeld kenteken aan u in bewaring was gegeven om daar te worden gerepareerd. Deze brand beschadigde dit voertuig en u heeft het voertuig vervolgens naar een andere locatie verplaatst teneinde deze schade door een expert te laten beoordelen.
(…)
Door het achterhouden van het voertuig op de wijze als hierboven beschreven bent u toerekenbaar tekortgeschoten in de uw verplichtingen en pleegde u een onrechtvaardigde inbreuk op ons eigendomsrecht. Voor deze wanprestatie bent u schadeplichtig ex art. 6:74 BW.
(…)
Onze stilstandschade beloopt een bedrag van € 32.829,00 aan omzetderving, berekend op basis van 55% van het gemiddeld opgereden bedrag van ons Tesla-wagenpark in het jaar voorafgaand aan de schadedatum (brand d.d. 5 september 2018), vermenigvuldigd met de 148 dagen dat het voertuig vanaf de brand niet voor ons beschikbaar was.”
2.13.
In reactie hierop heeft Tesla aan Trompenburg in een brief van 19 april 2019 – kort samengevat – geschreven dat Tesla niet aansprakelijk is voor deze schade.
2.14.
Op 27 juli 2020 hebben Trompenburg, ZCN en Reva Taxi ieder bij akte van cessie, kort samengevat, alle vorderingsrechten/vorderingen, al dan niet toekomstig, die Trompenburg, ZCN of Reva Taxi op Tesla heeft of zal verkrijgen gecedeerd aan Bios.

3.Het geschil

3.1.
Bios vordert bij vonnis – samengevat – en voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. een verklaring voor recht dat Tesla in strijd heeft gehandeld met de op haar rustende:
- informatieplicht;
- waarschuwingsplicht;
- zorgplicht;
- verplichting om de tussen partijen overeengekomen inspectie- en reparatiediensten te verlenen, binnen een daarvoor gebruikelijke (redelijke) termijn,
II. Tesla te veroordelen tot betaling aan Bios van € 59.689,09, vermeerderd met rente,
III. Tesla te veroordelen tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten van
€ 1.371,89,
IV. Tesla te veroordelen tot betaling van de kosten van deze procedure en de nakosten vermeerderd met rente.
3.2.
Bios legt aan haar vorderingen primair ten grondslag dat Tesla tekort is gekomen in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst tot de reparatie van de auto. Bios stelt dat zij als gevolg van de tekortkoming van Tesla schade heeft geleden omdat de auto niet als taxi ingezet kon worden. Bios begroot haar stilstandschade op € 59.689,09 aan gederfde omzet. Subsidiair stelt Bios dat er sprake is van een onrechtmatige daad. Trompenburg, ZCN en Reva Taxi hebben hun vorderingen gecedeerd aan Bios, waardoor hun vorderingen op Tesla volgens Bios aan haar toekomen.
3.3.
Tesla voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Tussen partijen staat vast dat Trompenburg 72 Tesla’s, waaronder de auto, heeft gekocht van Tesla. Trompenburg verhuurt Tesla’s aan Reva Taxi die de Tesla’s als taxi bij Schiphol gebruikt vanwege een concessie die Schiphol aan ZCN heeft verleend. De auto is op 3 september 2018 namens Trompenburg naar Tesla gebracht voor reparatie. De overeenkomst tot reparatie van de auto is gesloten tussen Tesla en Trompenburg. Verder bestaat de in deze procedure gevorderde schade uit door Bios gestelde stilstandschade van Reva Taxi omdat de auto niet door Reva Taxi als taxi gebruikt kon worden.
4.2.
Tussen partijen is ten eerste in geschil of er een grondslag is voor de door Bios gevorderde schade van Reva Taxi. Volgens Tesla kan Bios geen schade vorderen die door Reva Taxi is geleden omdat Tesla geen reparatieovereenkomst heeft gesloten met Reva Taxi maar met Trompenburg.
Schadevergoeding tekortkoming
4.3.
De rechtbank is van oordeel dat de gevorderde schade, die Reva Taxi mogelijkerwijs als gevolg van een tekortkoming in de reparatieovereenkomst heeft geleden, niet voor vergoeding in aanmerking kan komen. Volgens artikel 6:74 Burgerlijk Wetboek (BW) is bij iedere tekortkoming in de nakoming van een verbintenis de tekortschietende contractspartij verplicht de schade die de andere contractspartij daardoor lijdt te vergoeden. Voor een aanspraak op vergoeding van schade wegens een tekortkoming moet er dus sprake zijn van een overeenkomst tussen (in dit geval) Tesla en Reva Taxi. Tesla heeft evenwel geen reparatieovereenkomst gesloten met Reva Taxi maar met Trompenburg. Omdat er geen sprake is van een reparatieovereenkomst tussen Tesla en Reva Taxi kan er ook geen sprake zijn van een tekortkoming van Tesla ten opzichte van Reva Taxi en een daaruit voortvloeiende verplichting tot vergoeding van schade die Reva Taxi mogelijkerwijs als gevolg van die tekortkoming heeft geleden.
4.4.
Verder ziet de rechtbank, in tegenstelling tot wat Bios aanvoert, Bios en haar (klein)dochtervennootschappen niet als groep waarbij het niet uitmaakt met welke vennootschap Tesla een contractuele verhouding heeft gehad en welke vennootschap schade heeft geleden. Alle vennootschappen binnen een groep hebben zelf rechtspersoonlijkheid en zijn eigen rechtssubjecten in het vermogensrecht. Daarom moet voor de beoordeling van de vordering tot schadevergoeding gekeken worden naar met welke vennootschap binnen de groep een overeenkomst is aangaan. Dat is in dit geval, zoals overwogen, Trompenburg en niet Reva Taxi.
4.5.
Bios heeft haar stelling dat Trompenburg ook zelf schade heeft geleden omdat de auto anders had kunnen worden ingezet bij Reva Taxi onvoldoende onderbouwd. Niet is gebleken dat Trompenburg aansprakelijk is gesteld door Reva Taxi of inkomsten van Reva Taxi is misgelopen. Verder werden ook niet alle Tesla’s die Trompenburg in bezit had verhuurd aan Reva Taxi. Zo werd de auto in de periode voor de reparatie door Tesla niet door Reva Taxi gebruikt maar door Transvision zonder onderliggende schriftelijke (huur)overeenkomst. Het is daarom niet alleen niet gebleken of Trompenburg schade heeft, het is ook nog maar de vraag of Reva Taxi schade heeft geleden. De auto werd in de periode voor de reparatie helemaal niet gehuurd of gebruikt door Reva Taxi en nergens uit blijkt dat Reva Taxi dit na de reparatie wel zou doen.
4.6.
De in r.o. 3.2. genoemde cessie kan Bios niet baten. Reva Taxi kan niet door middel van cessie een vorderingsrecht aan Bios overdragen dat haar niet toekomt nu zij niet de contractspartij van Tesla was (zie 4.3). Trompenburg was wél de contractspartij van Tesla, maar niet gesteld of gebleken is dat Trompenburg de door Bios, na cessie, gevorderde stilstandschade heeft geleden. Trompenburg exploiteert de auto immers niet als taxi. Dat doet Reva Taxi die de auto daartoe van Trompenburg huurt (zie 4.5).
Schadevergoeding onrechtmatig handelen
4.7.
Bios heeft haar stelling dat een eventuele tekortkoming of onrechtmatig handelen van Tesla jegens Trompenburg ook kwalificeert als onrechtmatig handelen jegens Reva Taxi onvoldoende onderbouwd. Het enkele feit dat Tesla wist dat de auto werd gebruikt als taxi is daartoe niet voldoende.
4.8.
De conclusie is dat er geen grond is voor vergoeding van de gevorderde schade van Reva Taxi. De vordering van Bios tot betaling door Tesla van een bedrag van € 59.689,09 zal daarom worden afgewezen.
Verklaring voor recht
4.9.
De door Bios gevorderde verklaring voor recht zal ook door de rechtbank worden afgewezen. Een verklaring voor recht is alleen toewijsbaar indien er voldoende belang is bij een dergelijke verklaring. Bios heeft onvoldoende onderbouwd dat zij belang heeft bij de verklaring voor recht. De enkele stelling van Bios dat het belangrijk is om de relatie tussen Bios en Tesla vast te stellen is onvoldoende en niet is gebleken welke gevolgen het vaststellen van deze relatie zou kunnen hebben. De rechtbank heeft reeds vastgesteld dat er geen grond is voor vergoeding van schade van Reva Taxi en dat niet is gebleken is dat er sprake is van schade aan de zijde van Trompenburg.
Proceskosten
4.10.
Bios zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Tesla worden begroot op:
- griffierecht € 2.042,00
- salaris advocaat €
2.228,00(2,0 punten × tarief € 1.114,00)
Totaal € 4.270,00
4.11.
De nakosten zijn toewijsbaar op na te noemen wijze.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt Bios in de proceskosten, aan de zijde van Tesla tot op heden begroot op € 4.270,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van 14 dagen na dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt Bios in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Bios niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H. Broek en in het openbaar uitgesproken op 12 mei 2021, in tegenwoordigheid van de griffier.