Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
(gemachtigde: mr. A. de Waal).
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan over de kapvergunning voor negen Canadese populieren aan de [weg] in Amsterdam. De vergunning werd verleend door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, met als doel de bomen te kappen in verband met de aanleg van kabels en leidingen. Verzoekers, omwonenden van de bomen, hebben bezwaar gemaakt tegen de kapvergunning en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek behandeld op 23 juli 2021 en heeft besloten om niet alleen uitspraak te doen op het verzoek om voorlopige voorziening, maar ook op het beroep tegen het bestreden besluit van 22 juni 2021.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de bomen een risico vormen voor de omgeving door spontane takbreuk, vooral gezien hun leeftijd en de veranderingen in het gebied van industrieterrein naar woonwijk. Ondanks de bezwaren van verzoekers, die de bomen willen behouden vanwege hun natuurwaarde en beeldbepalende functie, heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat de gemeente in redelijkheid de kapvergunning heeft kunnen verlenen. De voorzieningenrechter heeft daarbij de belangen van de veiligheid en de herplantplicht, die in de vergunning is opgenomen, zwaarder laten wegen dan de bezwaren van verzoekers.
De uitspraak concludeert dat het beroep van verzoekers ongegrond is en dat het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen. De voorzieningenrechter heeft benadrukt dat de herplantplicht voldoet aan het gemeentelijk beleid en dat er voldoende compensatie zal plaatsvinden voor de gekapte bomen.