ECLI:NL:RBAMS:2021:5142

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
19 juli 2021
Publicatiedatum
16 september 2021
Zaaknummer
CV19-18946
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ambtshalve toetsing van een verstekvonnis inzake een telefonisch gesloten overeenkomst voor energievoorziening met niet-naleving van het schriftelijkheidsvereiste

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 19 juli 2021 een vonnis gewezen in een geschil tussen Vattenfall Warmte N.V. en de bewindvoerder van een onderbewindgestelde. De eiseres, Vattenfall Warmte N.V., had een vordering ingesteld tegen de bewindvoerder van de onderbewindgestelde, die niet verschenen was. De vordering betrof een betaling van € 869,93 aan hoofdsom, vermeerderd met rente en kosten, en de ontbinding van een overeenkomst voor de levering van stadswarmte.

De kantonrechter heeft ambtshalve onderzocht of de overeenkomst die telefonisch tot stand was gekomen, voldeed aan de eisen van het Burgerlijk Wetboek, met name artikel 6:230v, dat vereist dat een overeenkomst schriftelijk wordt aangegaan. De rechter concludeerde dat de overeenkomst niet schriftelijk was bevestigd door de onderbewindgestelde, waardoor deze nietig was op grond van artikel 3:39 BW. Dit leidde tot de afwijzing van de betalingsvordering en de ontbinding.

Desondanks heeft de kantonrechter de vordering tot afsluiting van de stadsverwarming en warm tapwater toegewezen, omdat het onrechtmatig was om deze diensten te ontvangen zonder betaling. De rechter heeft de eiseres gemachtigd om de nodige werkzaamheden te verrichten voor de afsluiting, met inachtneming van bepaalde voorwaarden. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij elke partij zijn eigen kosten droeg. Het vonnis is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 8021904 CV EXPL 19-18946
vonnis van: 19 juli 2021
fno.: 48614/364

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

de naamloze vennootschap VATTENFALL WARMTE N.V.

gevestigd te Amsterdam
eiseres
gemachtigde: LAVG Gerechtsdeurwaarders
t e g e n
[gedaagde] in de hoedanigheid van bewindvoerder over het vermogen van [betrokkene]
wonende te [woonplaats]
gedaagde, nader te noemen bewindvoerder
niet verschenen

Verloop van de procedure

Bij exploot van dagvaarding 13 augustus 2019, met een productie, heeft eiseres een vordering jegens [betrokkene] ingesteld. [betrokkene] is op 30 augustus 2019 onder bewind gesteld. Bij exploot van 24 december 2019, met producties, heeft eiseres een kopie van de dagvaarding aan de bewindvoerder betekend en de bewindvoerder opgeroepen om in het geding te verschijnen.
De bewindvoerder heeft geen uitstel verzocht en evenmin uiterlijk op de in de dagvaarding vermelde terechtzitting geantwoord.
Tegen de bewindvoerder is verstek verleend.

Gronden van de beslissing

1. Eiseres vordert de bewindvoerder te veroordelen tot betaling van € 869,93 aan hoofdsom, te vermeerderen met rente en kosten, alsmede – kort gezegd – ontbinding van de overeenkomst, met nevenvorderingen, waaronder eiseres te machtigen werkzaamheden te verrichten aangaande het afsluiten van de toevoer van warmte/koude en tijdelijke ontruiming van het verbruiksadres teneinde haar in staat te stellen deze werkzaamheden aan de toevoer te verrichten.
2. [betrokkene] , de onderbewindgestelde, heeft destijds de overeenkomst tot levering van stadswarmte gesloten en is een consument, althans wordt vermoed consument te zijn. In dat geval moet de kantonrechter ambtshalve onderzoeken of de bedingen die in de tussen haar en de rechtsvoorganger van Vattenfall Warmte, Nuon, gesloten overeenkomst staan niet oneerlijk zijn in de zin van Richtlijn 93/13 EG (richtlijn oneerlijke bedingen). De kantonrechter moet ook ambtshalve onderzoeken of eiseres de op haar rustende informatieverplichtingen heeft nageleefd.
3. Het doel van artikel 6:230m lid 1 BW is om de consument de mogelijkheid te geven een weloverwogen besluit te nemen over zijn aankoop. Een verwijzing achteraf naar waar de informatie als bedoeld in artikel 6:230m lid 1 BW op de website dan wel in de algemene voorwaarden kan worden gevonden is, gelet op voornoemd doel, in beginsel niet afdoende.
4. Het gaat hier om een overeenkomst op afstand die, kennelijk op initiatief van Nuon, telefonisch tot stand is gekomen. Eiseres stelt dat Nuon destijds heeft voldaan aan de verplichtingen van artikel 6:230m en 230v BW en verwijst in dat kader naar een als productie overgelegde bevestigingsbrief en de algemene voorwaarden.
5. Omdat het een telefonisch geïnitieerde overeenkomst betreft, stelt art. 6:230v lid 6 BW als eis dat de overeenkomst schriftelijk wordt aangegaan. Daarvan blijkt in dit geval niet. De overgelegde bevestigingsbrief van Nuon geldt niet als een schriftelijke overeenkomst, nu daaruit geen schriftelijke bevestiging van de overeenkomst door [betrokkene] blijkt. Eiseres heeft ook niet gesteld dat [betrokkene] op enige andere wijze schriftelijk te kennen heeft gegeven akkoord te gaan met de overeenkomst.
6. Nu niet is gebleken dat de overeenkomst schriftelijk is aangegaan, is deze nietig op grond van artikel 3:39 BW en is geen betalingsverplichting voor gedaagde ontstaan. De betalingsvordering komt daarom ongegrond voor en zal worden afgewezen. Hetzelfde geldt voor de vordering tot ontbinding.
7. De gevorderde afsluiting is wel toewijsbaar, aangezien het afnemen van verwarming en warm water zonder daarvoor te betalen onrechtmatig moet worden geacht. Eiseres zal de afsluiting niet ten uitvoer kunnen leggen wanneer wordt voldaan aan de voorwaarden als gesteld onder II van de Beslissing.
8. Bij deze uitkomst past een compensatie van proceskosten.

BESLISSING

De kantonrechter:
machtigt eiseres overeenkomstig artikel 3:299 BW om de nodige werkzaamheden te verrichten tot afsluiting van stadsverwarming en warm tapwater op het verbruiksadres [adres] en veroordeelt de bewindvoerder q.q. tot gedeeltelijke en tijdige ontruiming van de woning op dit adres om eiseres daartoe in staat te stellen en [betrokkene] om deze werkzaamheden te gedogen;
bepaalt dat eiseres aan deze machtiging en veroordeling geen rechten kan ontlenen, indien [betrokkene] (met toestemming van de bewindvoerder) binnen vier weken na betekening van dit vonnis een rechtsgeldige overeenkomst met eiseres heeft gesloten voor de toekomstige levering van stadsverwarming en warm tapwater op voormeld adres en [betrokkene] tenminste gedurende zes maanden daarna de betalingsverplichtingen ter zake van die overeenkomst correct nakomt;
compenseert de kosten van het geding aldus dat partijen elk de eigen kosten dragen;
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.W.J. Ros, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 juli 2021 door mr. L. van Berkum, kantonrechter, in tegenwoordigheid van de griffier.