Op 14 september 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd door de regionale rechtbank in Poznań, Polen. De vordering tot overlevering werd ingediend door de officier van justitie op 18 juni 2021. De opgeëiste persoon, geboren in Polen in 1988 en gedetineerd in Nederland, was eerder betrokken bij een overleveringsverzoek dat rauwelijks was afgewezen door het openbaar ministerie. De verdediging voerde aan dat de officier van justitie niet-ontvankelijk moest worden verklaard vanwege een schending van het vertrouwensbeginsel, aangezien de zaak eerder was afgehandeld. De rechtbank oordeelde echter dat het EAB nog steeds geldig was en dat de officier van justitie ontvankelijk was in haar vordering. De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en de inhoud van het EAB beoordeeld, waarin melding werd gemaakt van een vrijheidsstraf van één jaar en tien maanden, opgelegd door de rechtbank in Gniezno. De rechtbank concludeerde dat er geen weigeringsgronden waren voor de overlevering en dat de overlevering moest worden toegestaan. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en de griffier was aanwezig. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open.