Op 14 september 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Circuit Court in Olsztyn, II Criminal Department, op 11 februari 2020. De zaak betreft de overlevering van een opgeëiste persoon, geboren in Polen in 1982, die momenteel gedetineerd is in Nederland. De rechtbank heeft de vordering tot overlevering behandeld op een openbare zitting op 31 augustus 2021, waarbij de opgeëiste persoon via telehoren is gehoord en bijgestaan door zijn advocaat, mr. S.J. van der Woude.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de identiteit van de opgeëiste persoon juist is en dat hij de Poolse nationaliteit heeft. De overlevering wordt verzocht voor de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf van twee jaren en één maand, waarvan nog één jaar, drie maanden en 26 dagen resteert. De rechtbank heeft ook de strafbaarheid van de feiten beoordeeld en vastgesteld dat deze voldoen aan de eisen van dubbele strafbaarheid. De feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht zijn bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en eenvoudige belediging, meermalen gepleegd.
De rechtbank heeft het verzoek van de verdediging om de zaak aan te houden in afwachting van prejudiciële vragen van het Ierse Supreme Court afgewezen. De rechtbank oordeelt dat de antwoorden op deze vragen niet relevant zijn voor de huidige zaak, aangezien het hier gaat om een executie-EAB. Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten de overlevering toe te staan, omdat aan alle wettelijke eisen is voldaan en er geen weigeringsgronden zijn.