Op 11 februari 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie. De verdachte, geboren in 1996 en thans gedetineerd, werd beschuldigd van het bezit van een pistool (merk: Zastava, model: M57, kaliber: 7,62x25mm Tokarev) en bijbehorende munitie. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting op 28 januari 2021 gehouden, waarbij de officier van justitie, mr. S. de Klerk, de vordering heeft ingediend en de verdediging werd gevoerd door mr. J.C. Hesen.
De rechtbank oordeelde dat het tenlastegelegde feit wettig en overtuigend kon worden bewezen, onder andere op basis van de bekennende verklaring van de verdachte en het aantreffen van het geladen vuurwapen tijdens een doorzoeking van zijn woning. De verdediging voerde aan dat de doorzoeking onrechtmatig was, maar de rechtbank verwierp dit verweer. De rechtbank stelde vast dat de doorzoeking was goedgekeurd door de rechter-commissaris en dat er geen redenen waren om de bewijsstukken uit te sluiten.
De rechtbank legde een gevangenisstraf van 9 maanden op, met aftrek van voorarrest, en motiveerde deze straf door te wijzen op de ernst van het feit en de strafverzwarende omstandigheden, waaronder het feit dat het wapen geladen was en zich in de nabijheid van kinderen bevond. De rechtbank benadrukte dat vuurwapens een groot gevaar voor de samenleving vormen en dat het onbevoegd voorhanden hebben daarvan een ernstige inbreuk op de rechtsorde is. De rechtbank hield rekening met de oriëntatiepunten voor straftoemeting van de rechtbank Amsterdam, die hoger zijn dan die van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht, en concludeerde dat de verdachte, ondanks zijn eerdere veroordeling, als first offender kon worden beschouwd.