ECLI:NL:RBAMS:2021:5007

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
9 september 2021
Publicatiedatum
9 september 2021
Zaaknummer
AWB - 21 _ 3117
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid beroep wegens gebrek aan bewijs van verzending bezwaarschrift

In deze zaak heeft eiser op 8 juni 2021 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn bezwaar tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam, verweerder in deze procedure, heeft geen stukken of verweerschrift ingediend, ondanks een verzoek van de rechtbank. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.

De rechtbank overweegt dat tegen het niet tijdig nemen van een besluit beroep kan worden ingesteld, mits het bestuursorgaan niet tijdig een besluit heeft genomen en er twee weken zijn verstreken na ontvangst van een schriftelijke ingebrekestelling. Eiser heeft gesteld dat hij op 27 mei 2020 bezwaar heeft gemaakt tegen de naheffingsaanslag, maar heeft geen bewijs van verzending of ontvangst van het bezwaarschrift overgelegd. Dit gebrek aan bewijs leidt de rechtbank tot de conclusie dat niet kan worden vastgesteld of het bezwaarschrift tijdig is ingediend.

De rechtbank merkt op dat het e-mailadres dat eiser op het bezwaarschrift heeft vermeld, niet overeenkomt met het e-mailadres waar de ingebrekestelling naartoe is gestuurd. Hierdoor kan de rechtbank niet bevestigen dat eiser daadwerkelijk bezwaar heeft gemaakt. Aangezien niet kan worden vastgesteld dat er een geldig bezwaar is ingediend, was verweerder niet verplicht om een beslissing op bezwaar te nemen. De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is, en er is geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is gedaan door mr. M.M.L.A.T. Doll, rechter, in aanwezigheid van mr. N. van der Kroft, griffier.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 21 / 3117 PARKBL

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser

(gemachtigde: mr. N.G.A. Voorbach),
en

de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam, verweerder

Procesverloop

Eiser heeft op 8 juni 2021 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn bezwaar.
Verweerder heeft, ondanks een verzoek daartoe van de rechtbank, geen stukken en ook geen verweerschrift ingediend.

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Tegen het niet tijdig nemen van een besluit kan beroep worden ingesteld. [1] Het beroepschrift kan worden ingediend als het bestuursorgaan niet tijdig een besluit heeft genomen en twee weken zijn verstreken nadat een schriftelijke ingebrekestelling door het bestuursorgaan is ontvangen. [2]
3. Verweerder heeft in dit dossier geen stukken ingediend. De rechtbank gaat daarom uit van de door eiser verstrekte informatie. Eiser heeft met de brief van 27 mei 2020 bezwaar gemaakt tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting . Op 5 januari 2021 heeft eiser verweerder in gebreke gesteld wegens het uitblijven van een uitspraak op bezwaar. Vervolgens is eiser op 8 juni 2021 in beroep gegaan wegens het niet tijdig beslissen op zijn aanvraag.
4. De rechtbank maakt uit het bezwaarschrift op dat het per gewone post alsmede per email aan verweerder is verstuurd. Eiser heeft echter geen bewijs van verzending, noch een ontvangstbevestiging van het bezwaarschrift overgelegd. Daarnaast heeft eiser de datum van de naheffingsaanslag niet genoemd. De rechtbank kan daarom niet vaststellen of eiser het bezwaarschrift daadwerkelijk heeft verzonden, op welke datum en of dit binnen de bezwaar termijn is ingediend. Het email adres dat eiser op het bezwaarschrift heeft vermeld (bezwaren@ccc.nl) komt daarnaast niet overeen met het emailadres waaraan eiser de ingebrekestelling heeft verstuurd (correspondentie@ouder-amstel.nl.).
5. Op grond van het voorgaande kan niet worden vastgesteld dat eiser bezwaar (tijdig) heeft gemaakt tegen de naheffingsaanslag. Omdat niet kan worden vastgesteld of eiser bezwaar heeft gemaakt, was verweerder ook niet gehouden een beslissing op bezwaar te nemen. Daarmee is niet voldaan aan de voorwaarden voor het instellen van beroep tegen een fictieve weigering,
6. Het beroep is daarom niet ontvankelijk.
7. Voor een proceskostenvergoeding is geen aanleiding

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.M.L.A.T. Doll, rechter, in aanwezigheid van
mr. N. van der Kroft, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken.
griffier
rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan verzet worden ingesteld bij deze rechtbank. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 6:2, aanhef en onder b, in samenhang met artikel 7:1, eerste lid, aanhef en onder f, van de Awb.
2.Artikel 6:12, tweede lid, van de Awb