ECLI:NL:RBAMS:2021:5004

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
9 september 2021
Publicatiedatum
9 september 2021
Zaaknummer
C/13/705565 / KG ZA 21-675
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verplichting tot afgifte van documenten door zorgaanbieder aan opdrachtgever in kort geding

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 9 september 2021 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de stichting Good4life en de besloten vennootschap Carewise Group B.V. Good4life, een zorgaanbieder in de wijkverpleging, vorderde afgifte van documenten die door Carewise, als opdrachtnemer, niet waren verstrekt. De procedure volgde op een eerdere samenwerking tussen partijen, waarbij Good4life had gesteld dat Carewise verplicht was om bepaalde documenten, zoals VOG's en diploma's van zorgmedewerkers, te verstrekken. Tijdens de mondelinge behandeling op 26 augustus 2021 heeft Good4life de dagvaarding toegelicht, terwijl Carewise verweer voerde. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vorderingen van Good4life toewijsbaar waren op basis van de contractuele verplichtingen die voortvloeiden uit de samenwerkingsovereenkomst. De rechter stelde vast dat Carewise niet had voldaan aan de verplichtingen om de gevraagde documenten te verstrekken, wat Good4life in een benarde positie bracht, vooral gezien de controles door zorgverzekeraars. De voorzieningenrechter heeft Carewise veroordeeld tot afgifte van de documenten binnen veertien dagen, onder verbeurte van een dwangsom voor elke overtreding. Tevens werd Carewise veroordeeld in de proceskosten van Good4life.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/705565 / KG ZA 21-675 EAM/MV
Vonnis in kort geding van 9 september 2021
in de zaak van
1. de stichting
GOOD4LIFE,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CAREWISE GROUP B.V.,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CAREWISE B.V.,
alle gevestigd te Utrecht,
eiseressen bij dagvaarding van 4 augustus 2021,
advocaat mr. J.P. de Man te Bergschenhoek,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde],
gevestigd te [plaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. A.C.M. van der Voet te Zoetermeer.
Partijen zullen hierna Good4life (in enkelvoud) en [gedaagde] worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Tijdens de mondelinge behandeling van dit kort geding op 26 augustus 2021 heeft Good4life de dagvaarding toegelicht. [gedaagde] heeft verweer gevoerd.
Beide partijen hebben producties in het geding gebracht en [gedaagde] tevens een pleitnota.
Bij de mondelinge behandeling waren aanwezig:
[naam 1] van Good4life met mr. De Man;
[naam 2] van [gedaagde] met mr. Van der Voet.
Na verder debat is vonnis bepaald op 9 september 2021.
1.2.
Op 27 augustus 2021 heeft de voorzieningenrechter een e-mail ontvangen van mr. De Man waarin is verzocht de tien producties van [gedaagde] alsnog buiten beschouwing te laten. Reden hiervoor was dat mr. De Man die producties pas op de mondelinge behandeling van mr. Van der Voet overhandigd heeft gekregen en dat na de mondelinge behandeling is gebleken dat mr. Van der Voet die producties abusievelijk niet aan mr. De Man had toegestuurd. Namens de voorzieningenrechter is aan mr. De Man bericht dat de producties van [gedaagde] niet buiten beschouwing worden gelaten. De mondelinge behandeling is geschorst zodat mr. De Man en zijn cliënte kennis konden nemen van de producties. Een deel van de producties (5, 6, 7 en 10) betrof correspondentie tussen partijen die reeds bij mr. De Man en zijn cliënte bekend moet zijn geweest.

2.De feiten

2.1.
Good4life is een gecontracteerde zorgaanbieder in de wijkverpleging (thuiszorg). Zij beschikt hiervoor over overeenkomsten met zorgverzekeraars, waaronder Zilveren Kruis en ASR.
2.2.
Good4life besteedt als opdrachtgever een deel van de thuiszorg uit aan opdrachtnemers. [gedaagde] is een van die opdrachtnemers.
2.3.
In 2018 hebben partijen gesproken over een samenwerking. In dat kader heeft Good4life op 8 november 2018 een schriftelijke overeenkomst voorgelegd. In artikel X van die overeenkomst is onder meer bepaald dat de opdrachtnemer in de digitale software van Good4life, genaamd de Thuiszorgplanner (TZP), de administratie van de door haar geleverde zorg dient bij te houden en dat Good4life te allen tijde rechtstreeks toegang heeft tot die administratie. In artikel VIII van de overeenkomst is bepaald dat de opdrachtnemer onder meer diploma’s, certificaten, getuigschriften en verklaringen omtrent gedrag (VOG) van haar zorgmedewerkers in TZP dient in te voeren en dat de opdrachtnemer te allen tijde inzage in, dan wel kopieën van die gegevens dient te verstrekken. In artikel IX van de overeenkomst is bepaald welke gegevens van zorgcliënten (zoals kopieën van het identiteitsbewijs) de opdrachtnemer in TZP dient in de voeren en dat de opdrachtnemer zorg draagt voor actuele en ondertekende zorgplannen. In artikel VI van de overeenkomst is bepaald dat de opdrachtnemer te allen tijde alle gegevens verstrekt die Good4life nodig acht voor de controle op de naleving van de verplichtingen van de opdrachtnemer. In artikel VII van de overeenkomst is onder meer bepaald dat de opdrachtnemer ervoor instaat dat de ingezette zorgmedewerkers bevoegd en bekwaam zijn en is bepaald aan welke diplomavereisten moet worden voldaan. In artikel XVIII van de overeenkomst is bepaald dat de opdrachtnemer aan het eind van de overeenkomst alle originele zorgdossiers en alle overige relevante stukken aan Good4life overdraagt, zonder daarbij een beroep te doen op opschorting of verrekening.
2.4.
Bij e-mail van 11 november 2018 heeft [gedaagde] Good4life medegedeeld dat zij niet akkoord gaat met de overeenkomst.
2.5.
In oktober 2020 hebben partijen opnieuw gesproken over een samenwerking. Bij e-mail van 30 oktober 2020 heeft Good4life de operationele voorwaarden en de werkinstructies aan [gedaagde] toegezonden, waarin onder meer is opgenomen dat VOG’s, diploma’s en opleidingsbewijzen in TZP moeten worden geregistreerd. Bij e-mail van 3 november 2020 heeft Good4life [gedaagde] onder meer het volgende medegedeeld:
Wij hoeven geen nieuwe overeenkomst met elkaar aan te gaan. Wij hebben al een, die wij als het ware heractiveren. Het enige is dat ik de tarieven moet updaten voor je.
Diezelfde dag heeft [gedaagde] geantwoord:
Super!
2.6.
Op 10 november 2020 heeft Good4life aan [gedaagde] de dan geldende tarieven toegestuurd. Bij e-mail van diezelfde dag heeft [gedaagde] hierop als volgt gereageerd:
Hierbij ga ik akkoord met jullie tarieven (…)Kun je mij de contracten toesturen dan zorg ik dat de contracten z.s.m. ondertekend worden. (…)
2.7.
Bij e-mails van 21 december 2020, 25 januari 2021, 8 maart 2021 en 5 mei 2021 heeft Good4life [gedaagde] verzocht om ontbrekende documenten en gegevens van zorgmedewerkers, zoals diploma’s en VOG’s in te voeren in TZP.
2.8.
Eind maart 2021 heeft [gedaagde] de samenwerking met Good4life beëindigd.
2.9.
Bij e-mails en brieven van (de advocaat van) Good4life van 1, 5, 8, 20 en 26 juli 2021 is [gedaagde] opnieuw verzocht om gegevens en documenten te verstrekken.

3.Het geschil

3.1.
Good4life vordert afgifte, binnen zeven dagen na de datum van dit vonnis:
1. van de nu nog in de administratie van Good4life ontbrekende afschriften van de VOG’s van de door [gedaagde] ingezette zorgmedewerkers [medewerker 1] , [medewerker 2] , [medewerker 3] , [medewerker 4] , [medewerker 5] , [medewerker 6] en [medewerker 7] ;
2. van de nu nog in de administratie van Good4life ontbrekende afschriften van diploma’s en andere opleidingsbewijzen van de door [gedaagde] ingezette zorgmedewerkers [medewerker 2] , [medewerker 8] , [medewerker 9] , [medewerker 10] , [medewerker 4] en [medewerker 7] ;
3. van de nu nog in de administratie van Good4life ontbrekende afschriften van de diploma’s Verzorgende niveau 3 van de door [gedaagde] ingezette zorgmedewerkers [medewerker 11] en [medewerker 5] , tenzij [gedaagde] expliciet in rechte bevestigt dat [medewerker 11] en/of [medewerker 5] dit diploma niet bezitten;
4. van de nu nog in de administratie van Good4life ontbrekende volledig ingevulde identificatieformulieren (ID-formulieren) van de zorgcliënten [zorgcliënt 1] , [zorgcliënt 2] , [zorgcliënt 3] en [zorgcliënt 4] ;
5. van de nu nog in de administratie van Good4life ontbrekende zorgrapportages van de zorgmedewerkers [medewerker 12] en [medewerker 10] ter zake van de zorg die zij aan alle door hen verzorgde zorgcliënten hebben geleverd en de ontbrekende zorgrapportages van de zorgmedewerker [medewerker 13] ter zake van de zorg die is geleverd aan zorgcliënt [zorgcliënt 5] ;
6. een en ander onder verbeurte van een dwangsom van € 100.000,- voor iedere overtreding van het hiervoor gevorderde en van € 5.000,- voor iedere dag dat die overtreding voortduurt; en
7. [gedaagde] te veroordelen in de kosten van dit geding en in de nakosten.
3.2.
Good4life stelt hiertoe – samengevat weergegeven – dat [gedaagde] tot op heden halsstarrig heeft geweigerd tal van gegevens te verstrekken. Zij is hierop meerdere keren aangesproken. Good4life wordt met regelmaat onderworpen aan een materiële controle door de zorgverzekeraars en zij moet dan diploma’s en dergelijke van zorgmedewerkers en gegevens over zorgcliënten kunnen laten zien. Een materiële controle bevat bovendien vaak vragen die Good4life alleen kan beantwoorden indien zij over het complete zorgdossier beschikt. Een en ander blijkt onder meer uit in het geding gebrachte brieven van ASR. Indien een controle door een zorgverzekeraar niet naar tevredenheid plaatsvindt, leidt dit ertoe dat Good4life door haar gedeclareerde zorg zal moeten terugbetalen en/of dat de zorgverzekeraar het contract met haar zal beëindigen. Overigens kan Good4life ook worden onderworpen aan controles door andere instanties, zoals het zorgkantoor, de gemeente of de Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd. Vanwege de genoemde controles heeft Good4life een spoedeisend belang bij toewijzing van haar vorderingen.
3.3.
[gedaagde] heeft – samengevat weergegeven – het verweer gevoerd dat de discussie over afgifte van de stukken pas is ontstaan nadat zij Good4life heeft aangesproken op betaling van een aanzienlijk bedrag voor verleende zorg. Een spoedeisend belang bij toewijzing van de vorderingen is niet aanwezig. Good4life stelt in dat verband enkel dat zij
mogelijkkan worden gecontroleerd, maar bewijzen daarvan ontbreken. Overigens is [gedaagde] bereid ontbrekende stukken
rechtstreeksaan de zorgverzekeraars te verstrekken (dit omdat zij geen toestemming heeft van een aantal zorgmedewerkers om hun gegevens aan Good4life te verstrekken).
Good4life baseert haar vorderingen ten onrechte op de conceptovereenkomst uit 2018 waarmee [gedaagde] niet akkoord is gegaan. Het betreft een standaardovereenkomst waarop de naam van [gedaagde] niet is ingevuld en die ook nooit door partijen is ondertekend. Bovendien heeft [gedaagde] in haar mail van 11 november 2018 (zie 2.4) uitdrukkelijk opgenomen dat zij niet akkoord is met deze overeenkomst. Ook in 2020 is geen overeenkomst tot stand gekomen. De mededeling “
Super!” van [gedaagde] zag enkel op de mededeling “
Het enige is dat ik de tarieven moet updaten voor je”. Dit blijkt uit de e-mail van 10 november 2020 (zie 2.6) waarin [gedaagde] om de contracten vraagt. Ten aanzien van de VOG’s en de opleidingsbewijzen voert [gedaagde] aan dat zij niet verplicht is die ten behoeve van Good4life te administreren. Voor haar eigen administratie beschikt [gedaagde] uiteraard wel over de desbetreffende stukken. Mondeling is afgesproken dat [gedaagde] , vanwege de privacy van haar medewerkers, die stukken niet aan Good4life hoefde af te geven. Om de volledige ID-formulieren van de zorgcliënten is nooit eerder expliciet gevraagd. [gedaagde] beschikt wel over die gegevens, maar wil ze niet afgeven omdat die zorgcliënten uitdrukkelijk hebben verklaard dat zij hiermee niet instemmen. Ook om de ontbrekende zorgrapportages is nooit eerder expliciet gevraagd; deze kunnen echter door [gedaagde] alsnog worden afgegeven. Tot slot maakt [gedaagde] bezwaar tegen de forse dwangsommen die Good4life vordert.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
In 2018 heeft Good4life haar standaardovereenkomst naar [gedaagde] gezonden. Weliswaar heeft [gedaagde]
destijds(dus in 2018) kenbaar gemaakt hiermee niet akkoord te kunnen gaan, maar in november 2020 heeft zij bevestigend gereageerd (“
Super!”) op de mededeling van Good4life dat partijen geen nieuwe overeenkomst hoeven aan te gaan omdat zij al een overeenkomst hebben die zij alleen maar hoeven te “heractiveren” (waarmee alleen de overeenkomst uit 2018 kan zijn bedoeld). Good4life heeft niet hoeven te begrijpen dat de mededeling “
Super!” alleen sloeg op het updaten van de tarieven. Ook uit het verzoek van [gedaagde] van 10 november 2020 om de contracten toe te sturen, heeft Good4life niet hoeven af te leiden dat [gedaagde] het niet eens was met de voorwaarden zoals opgenomen in de overeenkomst van 2018. [gedaagde] heeft immers nadien nimmer aangedrongen op het sluiten van een (andere) overeenkomst en zij is met haar werkzaamheden gestart, mede op basis van de bij e-mail van 30 oktober 2020 door Good4life toegezonden operationele voorwaarden en werkinstructies, die met name gaan over de digitale registratie van tal van gegevens in TZP. [gedaagde] heeft vervolgens daadwerkelijk van een aantal zorgmedewerkers VOG’s en/of opleidingsbewijzen in TZP geregistreerd, waarmee zij ook heeft gehandeld in overeenstemming met de overeenkomst van 2018. Al met al acht de voorzieningenrechter het voldoende aannemelijk dat de voorwaarden zoals opgenomen in de standaardovereenkomst die Good4life in 2018 naar [gedaagde] heeft toegezonden thans van toepassing zijn in de verhouding tussen partijen.
4.2.
Op basis van artikel VIII van die overeenkomst zijn de vorderingen die zien op afgifte van de VOG’s en opleidingsbewijzen (dit betreft de vorderingen 1, 2 en 3) toewijsbaar. Dat bepaalde zorgmedewerkers ( [medewerker 2] en [medewerker 14] ) niet akkoord zouden gaan met afgifte van hun gegevens aan Good4life (hetgeen blijkt uit de als productie 1 door [gedaagde] in het geding gebrachte verklaringen) staat hieraan niet in de weg. Hun beroep op mogelijke privacyschending wordt ondergeschikt geacht aan de contractuele verplichting die [gedaagde] jegens Good4life is aangegaan en aan de verantwoordingsplicht die geldt ten aanzien van eenieder die in de zorg (die wordt betaald uit collectieve middelen) werkzaam is. Overigens heeft [gedaagde] ter zitting ook erkend dat zij beschikt over alle gevorderde VOG’s en opleidingsbewijzen.
4.3.
Op basis van artikel IX van de overeenkomst is de vordering tot afgifte van de volledig ingevulde ID-formulieren van de drie genoemde zorgcliënten toewijsbaar. Ook hier geldt dat mogelijke bezwaren van die zorgcliënten niet aan toewijzing in de weg staat. Allereerst is van die bezwaren in dit kort geding niet gebleken en daarnaast wordt er voorshands vanuit gegaan dat op een zorgcliënt de verplichting rust zich te identificeren, niet alleen jegens de ‘onderaannemer’, maar ook jegens de ‘hoofdaannemer’ en de zorgverzekeraar.
4.4.
Tot slot is ook de vordering tot afgifte van de ontbrekende zorgrapportages toewijsbaar, dit op grond van de artikelen VI en IX van de overeenkomst. Die verplichting volgt eveneens uit de aan [gedaagde] toegezonden werkinstructies. Toewijzing betreft alle rapportages die zijn opgesteld door de drie genoemde zorgmedewerkers in de gehele periode van de samenwerking tussen partijen.
4.5.
De controles die Good4life boven het hoofd hangen, maken dat zij een spoedeisend belang heeft bij toewijzing van de vorderingen. Uit in het geding gebrachte brieven van ASR van 9 en 15 juni 2021 is reeds gebleken dat in het kader van een rechtmatigheidsonderzoek tal van documenten bij Good4life worden opgevraagd.
4.6.
Bij toewijzing van de vorderingen zal [gedaagde] , zoals zij heeft verzocht, een termijn van 14 dagen worden gegeven.
4.7.
De gevorderde dwangsom, die aanzienlijk is, zal fors worden beperkt. Ter vermijding van executiegeschillen wordt partijen in overweging gegeven met elkaar in overleg te treden indien [gedaagde] met redenen omkleed kenbaar maakt dat het haar echt niet lukt een bepaald document af te geven. Partijen moeten dan proberen een andere oplossing te vinden.
4.8.
[gedaagde] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Good4life worden begroot op:
- betekening dagvaarding 103,33
- griffierecht 667,00
- salaris advocaat
1.016,00
Totaal € 1.786,33

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis aan Good4life af te geven:
1. de nu nog in de administratie van Good4life ontbrekende afschriften van de VOG’s van de door [gedaagde] ingezette zorgmedewerkers [medewerker 1] , [medewerker 2] , [medewerker 3] , [medewerker 4] , [medewerker 5] , [medewerker 6] en [medewerker 7] ;
2. de nu nog in de administratie van Good4life ontbrekende afschriften van diploma’s en andere opleidingsbewijzen van de door [gedaagde] ingezette zorgmedewerkers [medewerker 2] , [medewerker 8] , [medewerker 9] , [medewerker 10] , [medewerker 4] en [medewerker 7] ;
3. de nu nog in de administratie van Good4life ontbrekende afschriften van de diploma’s Verzorgende niveau 3 van de door [gedaagde] ingezette zorgmedewerkers [medewerker 11] en [medewerker 5] , tenzij [gedaagde] expliciet en onderbouwd bevestigt dat [medewerker 11] en/of [medewerker 5] dit diploma niet bezitten;
4. de nu nog in de administratie van Good4life ontbrekende volledig ingevulde identificatieformulieren (ID-formulieren) van de zorgcliënten [zorgcliënt 1] , [zorgcliënt 2] , [zorgcliënt 3] en [zorgcliënt 4] ;
5. de nu nog in de administratie van Good4life ontbrekende zorgrapportages van de zorgmedewerkers [medewerker 12] en [medewerker 10] ter zake van de zorg die zij aan alle door hen verzorgde zorgcliënten hebben geleverd en de ontbrekende zorgrapportages van de zorgmedewerker [medewerker 13] ter zake van de zorg die is geleverd aan zorgcliënt [zorgcliënt 5] ;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan Good4life een dwangsom te betalen van € 500,- per document dat zij niet tijdig afgeeft, te vermeerderen met € 50,- per dag zolang zij dit document niet afgeeft, tot een maximum van in totaal € 25.000,- is bereikt ten aanzien van alle niet of niet tijdig afgegeven documenten;
5.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Good4life tot op heden begroot op € 1.786,33;
5.4.
veroordeelt [gedaagde] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat betekening van dit vonnis heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van dit vonnis;
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.A. Messer, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M. Veraart, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 9 september 2021. [1]

Voetnoten

1.type: MV