Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
Primair:poging tot doodslag op [slachtoffer 1] ;
3.Waardering van het bewijs
4.Het bewijs
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straffen
.De indruk bestaat dat verdachte op dat moment in feite tot alles in staat was. Zelf heeft hij ook verklaard dat hij een ‘bad trip’ had gekregen van de LSD, waarbij hij het idee had dat iedereen hem iets aan wilde doen. Verdachte mag van geluk spreken dat hij geen letsel heeft overgehouden aan het springen op een rijdende auto. Het kan niet anders dan dat de bestuurster hier hevig van is geschrokken. De twee vleeswonden op de rug van [slachtoffer 1] zijn met 18 hechtingen gehecht en [slachtoffer 3] en zijn vrouw zijn door het voorval erg angstig geweest. Dit betreffen ernstige feiten, waarvan bekend is dat dit bij zowel de slachtoffers als alle omstanders nog langere tijd gevoelens van angst en onveiligheid kan veroorzaken.
8.Vordering benadeelde partij
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
een gevangenisstraf voor de duur van 2 dagen.
een taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid, voor de duur van 150 uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis al worden toegepast van 75 dagen.