ECLI:NL:RBAMS:2021:469

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
10 februari 2021
Publicatiedatum
11 februari 2021
Zaaknummer
C/13/695197 / KG ZA 20-1181
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Blokkade van betaalrekening door ING Bank N.V. wegens vermoeden van fraude met betrekking tot De Stoeprand B.V.

In deze zaak heeft De Stoeprand B.V. een kort geding aangespannen tegen ING Bank N.V. met als doel de opheffing van de blokkade op haar zakelijke betaalrekening. De blokkade was ingesteld door ING op basis van vermoedens van fraude, nadat er ongebruikelijke transacties waren waargenomen op de rekening van De Stoeprand. De Stoeprand, die zich bezighoudt met de verspreiding van drukwerk en goederen, had een zakelijke rekening bij ING en ontving op 25 juli 2020 een bedrag van € 312.675,- van een eenmanszaak die verbonden is aan Kring Pharmacy. Deze betalingen waren gerelateerd aan een vermeende overeenkomst voor de levering van ziekenhuisbedden aan het Wanica Ziekenhuis in Suriname. ING had echter twijfels over de legitimiteit van deze transacties en de betrokkenheid van De Stoeprand bij mogelijke fraude. Tijdens de mondelinge behandeling heeft De Stoeprand betoogd dat zij niet betrokken was bij enige frauduleuze activiteiten, maar kon geen bewijs overleggen ter ondersteuning van haar claims. De voorzieningenrechter oordeelde dat ING terecht de rekening had geblokkeerd, gezien de sterke aanwijzingen van fraude en het gebrek aan bewijs van De Stoeprand om haar onschuld aan te tonen. De vordering van De Stoeprand werd afgewezen en zij werd veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/695197 / KG ZA 20-1181 MDvH/MvG
Vonnis in kort geding van 10 februari 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DE STOEPRAND B.V.,
gevestigd te Arnhem,
eiseres bij dagvaarding van 16 november 2020,
advocaat mr. P.J.Ph. Dietz de Loos te Wassenaar,
tegen
de naamloze vennootschap
ING BANK N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaten mr. M.E.G. Murris en mr. P.M.A. Staal te Utrecht.
Partijen zullen hierna De Stoeprand en ING worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Bij vonnis van 22 december 2020 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, zich onbevoegd verklaard en de zaak doorverwezen in de stand waarin deze zich bevindt naar de voorzieningenrechter van deze rechtbank.
1.2.
Op de mondelinge behandeling van 27 januari 2021 heeft De Stoeprand haar vordering toegelicht. ING heeft verweer gevoerd aan de hand van een reeds bij de rechtbank Noord-Nederland ingediende conclusie van antwoord. Beide partijen hebben producties ingediend en ING daarnaast ook een pleitnotitie.
1.3.
Op de mondelinge behandeling waren aanwezig:
- aan de zijde van De Stoeprand: [bestuurder] , bestuurder en enig aandeelhouder, en een medewerker (met, naar de voorzieningenrechter heeft begrepen, de naam [medewerker] ), met mr. Dietz de Loos;
- aan de zijde van ING: [fraudespecialist] , fraudespecialist, met mr. Murris en mr. Staal.
1.4.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
De Stoeprand houdt zich bezig met het verspreiden van drukwerk, pakketten, post en goederen en heeft een gebruikelijke omzet van tussen de € 5.000,- en € 10.000,- per maand. [bestuurder] (hierna: [bestuurder] ) is de bestuurder en enig aandeelhouder van De Stoeprand.
2.2.
De Stoeprand heeft sinds 27 december 2018 een zakelijke betaalrekening bij ING. Op de bankrelatie tussen De Stoeprand en ING zijn onder meer de Voorwaarden Zakelijke Rekening (VZR) van ING van toepassing. In artikel 25.1 van die voorwaarden is, voor zover hier van belang, opgenomen dat het ING is toegestaan de betaalrekening te blokkeren bij het vermoeden van niet-toegestaan of frauduleus gebruik van de betaalrekening.
2.3.
De Stoeprand heeft een brief van 23 mei 2020 van Kring Pharmacy N.V., gevestigd te Suriname (en hierna ook: Kring Pharmacy), gericht aan De Stoeprand – en door De Stoeprand betiteld als ‘de overeenkomst’ met Kring Pharmacy – in het geding gebracht, waarin, voor zover van belang het volgende staat:

Betreft: Aankoop Medische hulp middelen ter behoeve van het Wanica Ziekenhuis.
(…)
Wij hebben de opdracht van het Staatsziekenfonds Suriname de opdracht gekregen om voor hun de transport te organiseren voor de te leveren medische hulp middelen. Het Wanica Ziekenhuis met wie u contact gehad hebt kijkt uit naar een mooie samenwerking.
(…)
De bijgaande facturen hebben we ontvangen om betaald te worden.
  • Factuur: 2020125, bedrag zegge; 109.436,25 EUR
  • Factuur: 2020174, bedrag zegge; 171.971,25 EUR
  • Factuur: 2020124, bedrag zegge; 31.267,50 EUR
(…)
We zullen ook namens het Staatsziekenfonds de betaling ook uitvoeren.
Reden: door de moeilijke bancaire situatie in Suriname.
Het totale bedrag met betrekking tot de tender dat gegund is aan Stoeprand bv bedraagt 1.1 miljoen EURO (één punt één miljoen euro)
(…)”.
2.4.
[financieel directeur] is de financieel directeur van Kring Pharmacy en handelt in Nederland in de vorm van een eenmanszaak onder de naam [eenmanszaak] .
2.5.
Op 25 juli 2020 heeft [eenmanszaak] via haar bankrekening bij Knab een drietal betalingen, te weten € 171.971,25, € 109.436,25 en € 31.267,50, derhalve in totaal € 312.675,-, verricht op de betaalrekening van De Stoeprand. Bij de omschrijving van deze betalingen staan de in de onder 2.3 aangehaalde ‘overeenkomst’ genoemde factuurnummers vermeld.
2.6.
Op 27 juli 2020 is voor een bedrag van in totaal € 11.000,- aan contant geld opgenomen van de betaalrekening van De Stoeprand en is via de betaalrekening een bedrag van € 46.000,- overgeboekt naar een rekening van [naam] , die dit bedrag in contanten heeft opgenomen. Op 28 juli 2020 heeft [bestuurder] € 10.000,- contant opgenomen van de betaalrekening van De Stoeprand en is via de betaalrekening € 10.000,- overgeboekt naar de privérekening van [bestuurder] .
2.7.
ING heeft op 27 en 28 juli 2020 telefonisch contact gehad met de bestuurder van De Stoeprand ( [bestuurder] ) en hem vragen gesteld over de betalingen van [eenmanszaak] en over contante opnames (in het buitenland) door De Stoeprand.
2.8.
ING heeft op 28 juli 2020 contact opgenomen met Knab en Knab gevraagd de betalingen van [eenmanszaak] aan De Stoeprand te controleren bij [eenmanszaak] , omdat de bijschrijvingen op de betaalrekening van De Stoeprand ongebruikelijk hoog zijn en De Stoeprand na ontvangst van de bedragen veel contante opnames heeft gedaan.
2.9.
Op 28 juli 2020 heeft ING de betaalrekening van De Stoeprand geblokkeerd.
2.10.
Knab heeft ING op 31 juli 2020 bericht te twijfelen aan de legitimiteit van de betalingen van [eenmanszaak] aan De Stoeprand.
2.11.
Op 3 augustus 2020 heeft ING telefonisch contact gehad met [bestuurder] en hem meegedeeld dat mogelijk sprake is van factuurfraude, De Stoeprand daarbij (on)bewust bij betrokken lijkt te zijn en ING nader onderzoek zal doen.
2.12.
Bij e-mail van 13 augustus 2020 heeft Knab ING als volgt bericht:

(…)
We hebben inmiddels verder onderzoek gedaan en de gelden zijn frauduleus verkregen. Het gaat hierbij om 2e lijns begunstigde, onze klant is 1ste lijns begunstigde van vermoedelijk factuurfraude/CEO fraude.
Het slachtoffer gaat aangifte doen. Graag de beschikbare gelden veiligstellen!
(…)”.
2.13.
Op 26 augustus 2020 heeft SOS Village D’enfants France (hierna: SOS France), een Franse entiteit van SOS Kinderdorpen, bij de politie in Parijs aangifte gedaan van fraude met bankidentiteitsgegevens. In de aangifte staat, kort samengevat, dat SOS France op of omstreeks 7 juli 2020 bedragen van € 235.498,- respectievelijk € 237.979,- aan contributie heeft willen overmaken aan de SOS Federatie in Oostenrijk, maar dat deze bedragen door manipulatie van (e-mail)bestanden van SOS France zijn gestort op de Knab-rekening van [eenmanszaak] .
2.14.
ING heeft op 1 september 2020 een afschrift van de aangifte van SOS France ontvangen. Tussen ING en Knab is een interbancaire vrijwaringsverklaring opgesteld om het (op de betaalrekening van De Stoeprand) veiliggestelde bedrag van € 201.323,95 terug te boeken naar Knab, die het bedrag heeft teruggeboekt naar SOS France.
2.15.
Bij brief van 13 november 2020 heeft ING De Stoeprand onder meer als volgt geïnformeerd:
“(…)
Uw Zakelijke Betaalrekening (…) is naar voren gekomen in een onderzoek naar oplichting. Op 25 juli 2020 is er een bedrag van € 312.675,- op uw rekening bijgeschreven. Dit bedrag is naar uw rekening overgeschreven op grond van valse facturen. De benadeelde partij heeft hiervan aangifte gedaan bij de politie. ING is daarom voornemens om de relatie met u te beëindigen op grond van geschaad vertrouwen.
(…)”.
2.16.
Bij e-mail van 11 december 2020 heeft Knab ING als volgt bericht:
“(…)
Zoals telefonisch besproken, hierbij de antwoorden op de vragen:
-
De gelden zijn in twee transacties (voor een totaalbedrag van ruim €470k) op 15 juli jl. op de rekening van [eenmanszaak] binnengekomen. Vanaf 16 juli is nagenoeg het volledige bedrag overgemaakt naar verschillende derden, waaronder De Stoeprand BV en rekeningen van de klant bij andere banken.
-
De eigenaar van [eenmanszaak] heeft middels telefonisch contact, e-mail en een bezoek aan ons kantoor, toelichting gegeven inzake de transacties en de bedrijfsactiviteiten van [eenmanszaak] . Naar eigen zeggen is deze onderneming een onderdeel van Kring Pharmacy, dat in Suriname gesitueerd is.
(…)
Volgens de eigenaar van [eenmanszaak] heeft Kring Pharmacy een aanbesteding van het Wanica ziekenhuis gewonnen, om dit ziekenhuis te voorzien van ziekenhuisbedden en randapparatuur voor het inrichten van afdelingen voor coronapatiënten.
De Stoeprand BV heeft al eerder zaken gedaan met het Wanica Ziekenhuis, wat de verklaring zou zijn dat er via deze partij, ziekenhuisbenodigdheden door [eenmanszaak] zou worden ingekocht. We hebben geen bewijzen van eerdere samenwerkingen tussen Wanica en Stoeprand gezien of ontvangen.
-
We zijn overtuigd dat onze klant te kwader trouw bij deze fraude betrokken is, aangezien wij gedurende het onderzoek om verschillende onderbouwende documentatie hebben gevraagd, waaronder het contract tussen het slachtoffer en Wanica/Kring Pharmacy, toelichting en onderbouwende documentatie m.b.t. de verschillende privé transacties op de rekening van [eenmanszaak] na ontvangst van de gelden van SOS Kinderdorpen, banksaldo en bankoverzicht van de rekening in Suriname van Kring Pharmacy, maar hebben deze tot op heden niet ontvangen.
(…)
In de bijlage heb ik de facturen van De Stoeprand BV toegevoegd. Wat ons opviel is dat het e-mailadres op de facturen van Stoeprand BV niet correct is, de BV op een vakantiepark gevestigd is en er geen logo aanwezig is. Tevens hebben wij geen verband gevonden tussen de bedrijfsactiviteiten van de Stoeprand en de levering van ziekenhuisbedden.
(…)”.
De bedragen en de factuurnummers op de door Knab aan ING meegestuurde facturen van De Stoeprand aan Kring Pharmacy, waarop als factuurdatum 17 juli 2020 staat vermeld, komen overeen met de in de onder 2.3 aangehaalde ‘overeenkomst’ genoemde facturen.
2.17.
Bij e-mail van 23 december 2020 heeft [ziekenhuisdirecteur] , algemeen directeur van het regionaal ziekenhuis Wanica, ING bericht dat de directeur van het Staatziekenfonds een intern onderzoek heeft laten instellen en ING hierover zal worden bericht. Verder staat in deze e-mail dat het ziekenhuis niet bekend is met Kring Pharmacy en het ziekenhuisbedden gedoneerd heeft gekregen van China Aid.
2.18.
Bij e-mail van 11 januari 2021 heeft het Staatsziekenfonds ING meegedeeld dat zij geen documenten heeft aangetroffen die erop duiden dat door het Staatsziekenfonds aan een partij opdracht is verstrekt voor het leveren van bedden aan het ziekenhuis in Wanica.

3.Het geschil

3.1.
De Stoeprand vordert – samengevat – ING te veroordelen om de blokkade op de betaalrekening op te heffen, op straffe van een dwangsom, en met veroordeling van ING in de proces- en nakosten.
3.2.
De Stoeprand stelt hiertoe het volgende. De Stoeprand is niet betrokken bij de fraude/oplichting van SOS France. Volgens De Stoeprand heeft ING voor haar stelling dat De Stoeprand heeft gefraudeerd geen bewijs aangeleverd. De Stoeprand heeft ziekenhuisbedden ingekocht, die via een transportbedrijf zijn geleverd aan het ziekenhuis in Wanica. Als er al sprake is van fraude, dan hebben Kring Pharmacy en [eenmanszaak] fraude gepleegd. De Stoeprand heeft daar geen weet van.
3.3.
ING heeft uitvoerig verweer gevoerd. Dit komt in de kern neer op het volgende. De gebruikelijke maandelijkse omzet van De Stoeprand op de betaalrekening bedroeg tussen de € 5.000,- en € 10.000,-. Op 25 juli 2020 heeft De Stoeprand via drie overboekingen in totaal € 312.675,- ontvangen van [eenmanszaak] . Vervolgens zijn er op 27 en 28 juli 2020 contante opnames gedaan van de betaalrekening van De Stoeprand voor een bedrag van in totaal € 21.000,-, is er een bedrag van € 46.000,- overgeboekt naar de rekening van [naam] en is een bedrag van € 10.000,- overgeboekt naar de privérekening van [bestuurder] . Deze (combinatie van) transacties (is) zijn opvallend en zeer afwijkend van het gebruikelijke transactiepatroon van De Stoeprand. Knab heeft aan ING bevestigd dat [eenmanszaak] te kwader trouw betrokken is geweest bij de ontvangst van de gelden van SOS France en zich schuldig heeft gemaakt aan factuur- of ceofraude. Het ziekenhuis in Wanica en het Staatsziekenfonds hebben verklaard dat zij niet bekend zijn met De Stoeprand, Kring Pharmacy en [eenmanszaak] . De Stoeprand heeft geen stukken in het geding gebracht waaruit blijkt dat zij ziekenhuisbedden heeft ingekocht noch dat De Stoeprand die via een transportbedrijf heeft geleverd aan het ziekenhuis in Wanica. Op grond van bovenstaande bestaat bij ING een sterk vermoeden dat De Stoeprand bewust, dan wel onbewust, betrokken is geweest bij de fraude.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover voor de beoordeling van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De Stoeprand heeft voldoende spoedeisend belang bij haar vordering, omdat zij nu niet kan beschikken over haar betaalrekening.
4.2.
Uitgangspunt is dat ING op grond van artikel 25.1 VZR bevoegd is om bij een vermoeden van niet-toegestaan of frauduleus gebruik de betaalrekening van De Stoeprand te blokkeren. Het is aan ING om voldoende aannemelijk te maken dat zij daartoe mocht overgaan. Dat heeft zij gedaan. Daartoe wordt als volgt overwogen.
4.3.
SOS France heeft op of omstreeks 7 juli 2020 bedragen van € 235.498,- respectievelijk € 237.979,- aan contributie willen overmaken aan de SOS Federatie in Oostenrijk. Deze bedragen zijn echter op 15 juli 2020 bijgeschreven op de bankrekening van [eenmanszaak] . [eenmanszaak] heeft vervolgens op 25 juli 2020 via drie overschrijvingen € 312.675,- overgemaakt op de betaalrekening van De Stoeprand uit hoofde van ‘de overeenkomst’ die De Stoeprand en Kring Pharmacy zouden hebben gesloten voor het leveren van bedden aan het ziekenhuis in Wanica. Kring Pharmacy zou deze opdracht via een aanbesteding gegund hebben gekregen van het Staatziekenfonds in Suriname. De financieel directeur van Kring Pharmacy is tevens de persoon achter de eenmanszaak [eenmanszaak] .
4.4.
Het ziekenhuis in Wanica en het Staatsziekenfonds hebben verklaard dat zij niet bekend zijn met Kring Pharmacy en dat het ziekenhuis bedden gedoneerd heeft gekregen van China Aid en dus niet van De Stoeprand (zie onder 2.17 en 2.18). Ondanks deze verklaringen heeft De Stoeprand tijdens de mondelinge behandeling volgehouden dat zij ziekenhuisbedden heeft ingekocht en een transportbedrijf heeft ingeschakeld, die de bedden naar het ziekenhuis in Suriname heeft verscheept. De Stoeprand heeft echter niets in het geding gebracht om dit betoog te onderbouwen. De Stoeprand heeft ook geen verklaring gegeven hoe het kan dat De Stoeprand, een onderneming die zich bezighoudt met onder meer het verspreiden van drukwerk en die tot juli 2020 een gemiddelde maandelijkse omzet had van tussen de € 5.000,- en € 10.000,-, uit het niets een overeenkomst sluit met Kring Pharmacy, een voor haar tot dan toe volstrekt onbekende partij uit Suriname, voor het leveren van ziekenhuisbedden aan een ziekenhuis in Suriname waarmee een totaalbedrag van € 1,1 miljoen zou zijn gemoeid en waarvoor zij op 25 juli 2020 een bedrag van ruim € 312.000,- heeft ontvangen. Desgevraagd heeft [bestuurder] tijdens de mondelinge behandeling geen verklaring kunnen geven voor het feit dat Kring Pharmacy reeds in de brief gedateerd 23 mei 2020 verklaart drie facturen te hebben ontvangen met vermelding van het factuurbedrag en -nummer (zie onder 2.3), terwijl de door ING in het geding gebrachte facturen met dezelfde factuurbedragen en -nummers van latere datum, te weten 17 juli 2020, zijn. Hiermee wekt De Stoeprand minst genomen de indruk dat valsheid in geschrift is gepleegd. Tot slot heeft De Stoeprand ook geen verklaring gegeven waarom de dagen na de ontvangst van de betalingen van [eenmanszaak] voor in totaal € 21.000,- contant geld is opgenomen, een bedrag van € 46.000,- is overgeboekt naar een zekere [naam] en € 10.000,- is overgeboekt naar de privérekening van [bestuurder] . De conclusie is dat De Stoeprand de verdenking van fraude op geen enkele wijze heeft weerlegd en ING terecht de betaalrekening van De Stoeprand heeft geblokkeerd. De gevraagde voorziening zal dan ook worden geweigerd.
4.5.
De Stoeprand heeft evenmin omstandigheden gesteld die zouden kunnen maken dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat ING gebruikt maakt van haar contractuele bevoegdheid om de betaalrekening van De Stoeprand te blokkeren.
4.6.
Als de in het ongelijk gesteld partij zal De Stoeprand worden veroordeeld in de proceskosten, waaronder begrepen de kosten van het incident, tot aan deze uitspraak aan de zijde van ING begroot op € 656,- aan griffierecht en € 1.524,-
(€ 1.016,- in de hoofdzaak en € 508,- in het incident) aan salaris advocaat.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
weigert de gevraagde voorziening,
5.2.
veroordeelt De Stoeprand in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van ING begroot op € 2.180,-,
5.3.
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.A. Dudok van Heel, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M.F. van Grootheest, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 10 februari 2021. [1]

Voetnoten

1.type: MvG