ECLI:NL:RBAMS:2021:4607

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
5 augustus 2021
Publicatiedatum
31 augustus 2021
Zaaknummer
8934450 EA VERZ 20- 960
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot aanpassing van de beslagvrije voet op grond van onevenredige hardheid

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 5 augustus 2021 een beschikking gegeven in een verzoekschriftprocedure. De verzoeker, wonende in Thailand, had de Gemeente Groningen als verweerder. De procedure betrof een verzoek tot aanpassing van de beslagvrije voet, waarbij de verzoeker zich beroept op een onevenredige hardheid zoals bedoeld in artikel 475fa van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).

Tijdens de procedure is op 24 juni 2021 een tussenbeschikking gegeven, waarin de kantonrechter de verzoeker de gelegenheid bood om zijn verzoek aan te vullen met relevante informatie over zijn financiële situatie. De verzoeker heeft echter van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt, wat heeft geleid tot de huidige beslissing. De kantonrechter heeft geoordeeld dat zonder aanvullende informatie niet kan worden vastgesteld of er sprake is van een onevenredige hardheid.

Daarom heeft de kantonrechter het verzoek afgewezen en besloten dat er geen aanleiding is om de beslagvrije voet aan te passen. Tevens heeft de kantonrechter, gezien de aard van de procedure, de proceskosten gecompenseerd, wat betekent dat beide partijen hun eigen kosten dragen. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 8934450 EA VERZ 20-960
beschikking van: 5 augustus 2021
func.: 991

beschikking van de kantonrechter

i n z a k e

[verzoeker]

wonende te [woonplaats] , Thailand
verzoeker
nader te noemen: [verzoeker]
procederend in persoon
t e g e n

de gemeente Gemeente Groningen

gevestigd te Groningen
verweerder
nader te noemen: Gemeente Groningen
gemachtigde: mr. F.H. Grommers

VERDER VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Op 24 juni 2021 is een tussenbeschikking gegeven, waarbij [verzoeker] in de gelegenheid is gesteld zijn verzoek aan te vullen. [verzoeker] heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.
Vervolgens is een datum voor beschikking bepaald op heden.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Verdere beoordeling

In de tussenbeschikking heeft de kantonrechter geoordeeld dat [verzoeker] onvoldoende heeft gesteld en onderbouwd over zijn financiële situatie om te kunnen beoordelen of sprake is van een onevenredige hardheid als bedoeld in artikel 475fa Rv. Nu [verzoeker] geen gebruik heeft gemaakt van de gelegenheid om zijn verzoek aan te vullen met de in de tussenbeschikking genoemde informatie en stukken, kan niet worden vastgesteld dat van een onevenredige hardheid sprake is. Derhalve bestaat geen aanleiding voor aanpassing van de beslagvrije voet.
Met inachtneming van hetgeen is overwogen in de tussenbeschikking dient het voorgaande te leiden tot afwijzing van het verzoek.
Gelet op de aard van de procedure ziet de kantonrechter aanleiding om de proceskosten te compenseren. Dat betekent dat partijen ieder de eigen kosten dragen.

BESLISSING

De kantonrechter:
wijst het verzoek af;
compenseert de proceskosten en bepaalt dat partijen ieder de eigen kosten dragen.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.D. Bonga-Sigmond, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 5 augustus 2021 in aanwezigheid van de griffier.