In deze zaak heeft eiseres op 6 juni 2021 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar aanvraag voor een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wia). De rechtbank Amsterdam heeft op 24 augustus 2021 uitspraak gedaan in deze bodemzaak. Eiseres had eerder op 11 maart 2020 een aanvraag ingediend die door verweerder was afgewezen. Na bezwaar en een gegrondverklaring van dat bezwaar, heeft eiseres verweerder in gebreke gesteld omdat er geen besluit was genomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder de maximale dwangsom van € 1.442 heeft toegekend wegens het overschrijden van de beslistermijn. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is, omdat verweerder nog niet had beslist op de Wia-aanvraag. De rechtbank draagt verweerder op om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit bekend te maken. Tevens is er een nadere beslistermijn van drie maanden vastgesteld, omdat eiseres moeilijk bereikbaar is. De rechtbank heeft een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500. De uitspraak is gedaan door mr. C.W.M. Giesen, in aanwezigheid van griffier mr. N. van der Kroft.