ECLI:NL:RBAMS:2021:4568
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep tegen niet tijdig nemen van besluit over herziening aanslagen lokale belastingen
In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. P.L.G. Jurg, beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam. Eiseres heeft op 28 april 2021 een beroep ingediend, nadat zij op 17 februari 2021 een verzoek had gedaan om herziening van de aanslagen afvalstoffenheffing en rioolheffing voor de jaren 2017 tot en met 2019. Eiseres stelt dat zij geen heffingen verschuldigd is, omdat de aanslag voor het jaar 2020 door de gemeente is ingetrokken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verweerder geen stukken of verweerschrift heeft ingediend, ondanks een verzoek daartoe van de rechtbank. Hierdoor heeft de rechtbank de informatie van eiseres als uitgangspunt genomen.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank concludeert dat eiseres geen bewijs van verzending of ontvangst heeft overgelegd van haar verzoek van 17 februari 2021. De enige overgelegde documentatie betreft een schermprint van een poststuk dat op 8 april 2021 is ontvangen, maar dit betreft enkel de ingebrekestelling. Hierdoor kan de rechtbank niet vaststellen of verweerder het verzoek heeft ontvangen, wat betekent dat niet is voldaan aan de voorwaarden voor het instellen van beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank verklaart het beroep dan ook niet-ontvankelijk.
De beslissing is openbaar uitgesproken door mr. Y. Moussaoui, in aanwezigheid van griffier mr. N. van der Kroft. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden ingesteld bij de rechtbank.