ECLI:NL:RBAMS:2021:4568

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
9 augustus 2021
Publicatiedatum
30 augustus 2021
Zaaknummer
AWB - 20 _ 5872 en 20_5874
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid beroep tegen niet tijdig nemen van besluit over herziening aanslagen lokale belastingen

In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. P.L.G. Jurg, beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam. Eiseres heeft op 28 april 2021 een beroep ingediend, nadat zij op 17 februari 2021 een verzoek had gedaan om herziening van de aanslagen afvalstoffenheffing en rioolheffing voor de jaren 2017 tot en met 2019. Eiseres stelt dat zij geen heffingen verschuldigd is, omdat de aanslag voor het jaar 2020 door de gemeente is ingetrokken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verweerder geen stukken of verweerschrift heeft ingediend, ondanks een verzoek daartoe van de rechtbank. Hierdoor heeft de rechtbank de informatie van eiseres als uitgangspunt genomen.

De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank concludeert dat eiseres geen bewijs van verzending of ontvangst heeft overgelegd van haar verzoek van 17 februari 2021. De enige overgelegde documentatie betreft een schermprint van een poststuk dat op 8 april 2021 is ontvangen, maar dit betreft enkel de ingebrekestelling. Hierdoor kan de rechtbank niet vaststellen of verweerder het verzoek heeft ontvangen, wat betekent dat niet is voldaan aan de voorwaarden voor het instellen van beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank verklaart het beroep dan ook niet-ontvankelijk.

De beslissing is openbaar uitgesproken door mr. Y. Moussaoui, in aanwezigheid van griffier mr. N. van der Kroft. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden ingesteld bij de rechtbank.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 21/2449

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , eiseres

(gemachtigde: mr. P.L.G. Jurg),
en

de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam, verweerder.

Procesverloop

Eiseres heeft met de brief van 28 april 2021, door de rechtbank ontvangen op 29 april 2021, beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar aanvraag.
Verweerder heeft, ondanks een verzoek daartoe van de rechtbank, geen stukken en ook geen verweerschrift ingediend.

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Tegen het niet tijdig nemen van een besluit kan beroep worden ingesteld. [1] Het beroepschrift kan worden ingediend als het bestuursorgaan niet tijdig een besluit heeft genomen en twee weken zijn verstreken nadat een schriftelijke ingebrekestelling door het bestuursorgaan is ontvangen. [2]
3. Verweerder heeft in dit dossier geen stukken en ook geen verweerschrift ingediend. De rechtbank gaat daarom uit van de door eiseres verstrekte informatie. Eiseres heeft met de brief van 17 februari 2021 verweerder verzocht om de aanslagen afvalstoffenheffing en rioolheffing voor de jaren 2017 tot en met 2019 te herzien. Eiseres is van mening dat zij geen afvalstoffenheffing of rioolheffing over deze jaren is verschuldigd, omdat de aanslag voor het jaar 2020 door verweerder is ingetrokken. Verweerder heeft hierop niet gereageerd. Met de brief van 7 april 2021 heeft eiseres verweerder in gebreke gesteld.
4. De rechtbank stelt vast dat eiseres geen bewijs van verzending, noch een ontvangstbevestiging heeft overgelegd van het verzoek van 17 februari 2021. De door eiseres overgelegde schermprint van ontvangst van een poststuk op 8 april 2021 ziet uitsluitend op de ingebrekestelling. Hierdoor kan de rechtbank niet vaststellen of verweerder het verzoek heeft ontvangen. Daarom is niet voldaan aan de voorwaarden voor het instellen van beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit. Het beroep is dan ook niet-ontvankelijk.
5. voor een proceskostenvergoeding is geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. Y. Moussaoui, rechter, in aanwezigheid van mr. N. van der Kroft, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op:
griffier
rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan verzet worden ingesteld bij deze rechtbank. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 6:2, aanhef en onder b, in samenhang met artikel 7:1, eerste lid, aanhef en onder f, van de Awb.
2.Artikel 6:12, tweede lid, van de Awb