Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
beschikking verlenging ondertoezichtstelling en verlenging uithuisplaatsing
Het procesverloop
De feiten
De verzoeken en het verweer
De standpunten
De beoordeling
De beslissing
Amsterdam
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de kinderrechter op 29 juni 2021 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige]. De William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering (hierna: GI) had verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing voor een jaar, alsook om toestemming voor wijziging van de verblijfplaats van [minderjarige]. De moeder van [minderjarige] heeft geen bezwaar tegen de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing, maar is tegen de wijziging van de verblijfplaats.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat [minderjarige] sinds 19 juli 2018 onder toezicht staat en uit huis geplaatst is vanwege ernstige gedragsproblemen. Hij verblijft momenteel bij [instelling 1] te [plaats 1], waar hij positieve ontwikkelingen heeft doorgemaakt. De kinderrechter heeft de belangen van [minderjarige] vooropgesteld en geconcludeerd dat de huidige verblijfplaats het beste is voor zijn ontwikkeling. De verzoeken van de GI om de verblijfplaats te wijzigen zijn afgewezen, omdat de financiële overwegingen niet zwaarder wegen dan de belangen van [minderjarige].
De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing met een jaar verlengd, tot 19 juli 2022. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De kinderrechter heeft ook opgemerkt dat er transparantie moet zijn over de financiën van de plaatsing, maar dat dit geen reden mag zijn om de zorg voor [minderjarige] in gevaar te brengen.