In deze zaak, die zich afspeelt tussen een Nederlandse verkoper, [eiseres] B.V., en een Australische koper, [gedaagde], betreft het een bevoegdheidsincident. De rechtbank Amsterdam heeft op 4 augustus 2021 uitspraak gedaan in een incident waarin [gedaagde] de rechtbank verzocht zich onbevoegd te verklaren om van de vorderingen van [eiseres] kennis te nemen. De kern van het geschil draait om een koopovereenkomst die op 22 juli 2018 in Singapore is gesloten, waarbij [gedaagde] een schip van [eiseres] heeft gekocht voor EUR 5.400.000,-. De overeenkomst bevatte een forumkeuzebeding dat de Nederlandse rechter als exclusief bevoegd aangaf. [gedaagde] betwistte de bevoegdheid van de Nederlandse rechter en stelde dat het forumkeuzebeding onredelijk bezwarend was in de zin van artikel 6:236 BW.
De rechtbank heeft de internationale bevoegdheid van de Nederlandse rechter beoordeeld aan de hand van het forumkeuzebeding en de relevante Europese en Nederlandse wetgeving. De rechtbank concludeerde dat het forumkeuzebeding inderdaad onredelijk bezwarend was, omdat het niet voldeed aan de eisen van artikel 6:236 BW. Hierdoor verklaarde de rechtbank zich onbevoegd om van de vorderingen van [eiseres] kennis te nemen. Tevens werd [eiseres] veroordeeld in de kosten van het incident en de hoofdzaak, omdat zij de procedure bij de verkeerde rechter had aanhangig gemaakt. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor partijen om zorgvuldig om te gaan met forumkeuzebedingen in internationale overeenkomsten.