Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[gedaagde 2] ,
1.De procedure
Beide partijen hebben producties en een pleitnota in het geding gebracht.
mr. Bousie en mr. Bossen;
2.De feiten
Women of the night”). In artikel 7 van dit amendement is opgenomen dat Netflix bepaalde rechten krijgt, waar het ‘
derivative works’ betreft. Op 21 april 2020 hebben Source en Netflix amendement #58 gesloten, dat eveneens ziet op Keizersvrouwen en waarin de licentievergoedingen zijn aangepast.
2.5. Bij e-mail van 24 maart 2021 heeft [gedaagde 2] een brief (gedateerd op 23 maart 2021) naar Netflix gezonden. Hierin is – kort gezegd – opgenomen dat Source bepaalde rechten aan Netflix zou hebben verleend, waarover Source niet zelf beschikt op grond van de distributieovereenkomst met KVP. [gedaagde 2] verzoekt Netflix daarbij te bevestigen dat zij niet over die rechten beschikt en een amendement op te stellen om dit gebrek te herstellen.
3.Het geschil in conventie
I. [gedaagde 2] en KVP te verbieden om Netflix en/of andere zakelijke relaties van Source te benaderen en daarbij negatieve uitlatingen te doen, dan wel negatieve suggesties te wekken over Source met betrekking tot de rechten op Keizersvrouwen, op straffe van een dwangsom;
II. KVP te veroordelen om een rectificatie te zenden naar Netflix die er – kort gezegd – op neerkomt dat de voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat KVP de brief van 23 maart 2021 niet had mogen verzenden en dat die brief buiten beschouwing moet worden gelaten, op straffe van een dwangsom;
III. [gedaagde 2] en KVP hoofdelijk te veroordelen tot betaling van € 10.000,00 als voorschot op schadevergoeding;
voorwaardelijk, indien geoordeeld wordt dat KVP geen verwijt treft:IV. [gedaagde 2] te verbieden om Netflix en/of andere zakelijke relaties van Source te benaderen en daarbij negatieve uitlatingen te doen, dan wel negatieve suggesties te wekken over Source met betrekking tot de rechten op Keizersvrouwen, op straffe van een dwangsom;
VI. [gedaagde 2] te veroordelen tot betaling van € 10.000,00 als voorschot op schadevergoeding;
in alle gevallen:VIII. [gedaagde 2] en KVP hoofdelijk te veroordelen tot betaling van € 1.087,38 aan incassokosten;
IX. [gedaagde 2] en KVP hoofdelijk te veroordelen in de kosten van dit geding, te vermeerderen met de nakosten en de wettelijke rente.
Voor zover komt vast te staan dat KVP niet over de volledige rechten beschikt, heeft zij de garantie van artikel 11.1 van de distributieovereenkomst geschonden. Zij is dan verplicht de schade en kosten van Source die daarvan een gevolg zijn (claims van derden) te vergoeden. Een en ander volgt uit artikel 11.8 van de distributieovereenkomst. In dat kader wordt het bedrag van € 30.384,15 gevorderd.
Vanwege de de reputatieschade die Source heeft geleden omdat de verhouding met Netflix op scherp is komen te staan, vordert zij een redelijk voorschot van
€ 10.000,00.
4.Het geschil in reconventie
I. Source te veroordelen iedere inbreuk op de auteursrechten van KVP en [gedaagde 2] met betrekking tot het eerste seizoen van de serie Keizersvrouwen te staken en gestaakt te houden;
II. Source te gebieden Netflix ervan op de hoogte te stellen dat Source niet beschikt over de volgende rechten met betrekking tot het eerste seizoen van de serie Keizersvrouwen en die rechten ook niet aan Netflix in licentie heeft kunnen geven:
(a) de exclusieve SVOD rechten voor Nederland;
(b) het recht om een
exclusive Right of First Negotiation / Last Refusalte verlenen met betrekking tot “
AV Derivative Works” zoals gedefinieerd in Amendment # 49 van de tussen Source en Netflix gesloten overeenkomst;
III. Source te veroordelen tot afgifte van de volledige overeenkomst met Netflix inzake het eerste seizoen van Keizersvrouwen, waaronder de Moederovereenkomst en alle amendementen waarin bepalingen zijn opgenomen die zien op Keizersvrouwen;
IV. Source te veroordelen aan Netflix een rectificatie te zenden die er – kort gezegd – op neerkomt dat de voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de kwalificaties van [gedaagde 2] in een e-mail van 21 juni 2021 van Source aan Netflix onwettig zijn en niet gebaseerd op de feiten;
(a) betaling van de gerechtskosten op de voet van artikel 1019h Rv, voor zover dit geschil de inbreuk op intellectuele eigendomsrechten betreft;
(b) betaling van de kosten conform het liquidatietarief, voor zover dit geschil anderszins onrechtmatig handelen betreft;
(c) betaling van de nakosten; en
de onder (a), (b) en (c) bedoelde kosten te vermeerderen met de wettelijke rente.
ready made work’. In artikel 5.2 is expliciet opgenomen dat die rechten die niet in artikel 5.1 worden benoemd, bij de producent blijven. Source heeft aan een derde (Netflix) rechten verleend die zij zelf niet heeft. Een en ander blijkt uit artikel 7 van Amendement #49. Het gaat daar om het bevriezen van rechten op ‘
derivative works’ (afgeleide werken) en het recht van ‘
first negotiotion/last refusal’ met betrekking tot ‘
derivative works’. Mr. Wigman heeft Source hierop reeds gewezen bij brief van 13 augustus 2020. De rechthebbende op die rechten is [gedaagde 2] en [gedaagde 2] heeft zich daarom tot Netflix gewend. Hij heeft daarbij een belang omdat zijn rechten zijn geschonden. Daar komt bij dat [gedaagde 2] in onderhandeling is met een Amerikaanse partij die erin is geïnteresseerd een ‘
remake’ van de serie te maken (een
remakevalt onder de definitie van ‘
derivative works’). Na de brief van 13 augustus 2020 heeft Source geen actie ondernomen. De brief van [gedaagde 2] was overigens niet smadelijk of lasterlijk. Het was een correcte brief waarin op zakelijke wijze uiteen is gezet wat er volgens [gedaagde 2] niet klopt. [gedaagde 2] had nu eenmaal een bevestiging nodig van Netflix om tot een deal te kunnen komen met de Amerikaanse partij. Er worden in de brief geen negatieve suggesties gedaan over de professionaliteit of betrouwbaarheid van Source. De brief is dus volstrekt rechtmatig en het gaat bovendien niet om een persbericht dat de wereld is ingestuurd. De schade van Source is in het geheel niet onderbouwd. De artikelen 11.1 en 11.8 van de distributieovereenkomst roepen in dit geval geen aansprakelijkheid in het leven voor KVP.
5.De beoordeling in conventie
remake’ van Keizersvrouwen (dus een ‘
derivative work’), heeft [gedaagde 2] er ook een gerechtvaardigd belang bij dat hij hierover duidelijkheid verkrijgt van Netflix. Dit is ter zitting ook erkend door Source. Het gaat Source er dus kennelijk enkel om dat de bewuste brief achter haar rug om is verzonden, het gaat Source niet om de inhoud van de brief. Dat de brief achter de rug van Source om is verzonden en dat Source een groot belang heeft bij een onverstoorde relatie met Netflix omdat Netflix haar grootste klant is, rechtvaardigt niet de toewijzing van de verstrekkende vorderingen die Source in dit geding heeft ingesteld. Source heeft een en ander tot te grote proporties opgeblazen.
in de openbaarheidzijn gedaan, wat hier niet het geval was.
derivative works’. Dit betekent voorshands dat die rechten nog bij KVP en/of bij [gedaagde 2] en/of bij anderen zijn blijven liggen.
1.016,00