ECLI:NL:RBAMS:2021:4442

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
25 augustus 2021
Publicatiedatum
24 augustus 2021
Zaaknummer
13/315721-20
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van gewoontewitwassen van aanzienlijke bedragen en luxe goederen

In deze strafzaak heeft de rechtbank Amsterdam op 25 augustus 2021 uitspraak gedaan tegen een 31-jarige man, die zich schuldig heeft gemaakt aan medeplegen van gewoontewitwassen. De verdachte was betrokken bij het witwassen van meer dan 1,3 miljoen euro en een grote hoeveelheid exclusieve merkkleding van onder andere Fendi en Louis Vuitton, gedurende de periode van september 2019 tot mei 2021. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen handelingen heeft verricht om de herkomst van deze gelden en goederen te verbergen. De verdachte ontving een bedrag van 1,2 miljoen Britse Pond, dat per vergissing op zijn rekening was gestort, en heeft dit bedrag vervolgens rondgepompt tussen verschillende rekeningen. Hij heeft ook luxe goederen en voertuigen aangeschaft met dit geld, wat leidde tot zijn arrestatie en vervolging.

Tijdens de zitting op 11 augustus 2021 heeft de officier van justitie betoogd dat het medeplegen van gewoontewitwassen bewezen kon worden, en de rechtbank heeft dit standpunt onderschreven. De verdachte heeft bekend dat hij betrokken was bij de transacties en het witwassen van de gelden. De rechtbank heeft de ernst van het feit in overweging genomen, evenals de omstandigheden waaronder het is gepleegd, en heeft geoordeeld dat een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, passend is. De verdachte moet zich gedurende de proeftijd van 2 jaar houden aan bijzondere voorwaarden, waaronder een meldplicht bij de reclassering en medewerking aan schuldhulpverlening.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummer: 13/315721-20 (Promis)
Datum uitspraak: 25 augustus 2021
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag] 1989 te [geboorteplaats] ,
gedetineerd in [detentieadres] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 11 augustus 2021.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. M.A. van der Vlugt, en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. J.P. Plasman, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan het medeplegen van (gewoonte)witwassen van voorwerpen en een geldbedrag in de periode van 16 september 2019 tot en met 11 mei 2021 te Diemen en/of Nieuw-Velsen en/of Amsterdam.
De volledige tekst van de tenlastelegging is opgenomen in bijlage I die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde feit en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Inleiding
In oktober 2019 doet de stichting [benadeelde] aangifte van fraude. Een donatie van Jaguar/Landrover ten gunste van de stichting - voor de organisatie van de Invictus Games 2020 - blijkt op een verkeerd bankrekeningnummer gestort te zijn. Het gaat om een bedrag van 1,2 miljoen Britse Pond (omgerekend € 1.348.769,25). Op 16 september 2019 is dit bedrag door Landrover/Jaguar overgemaakt op basis van een door onbekend gebleven personen gestuurde nepfactuur naar Jaguar/Landrover. Hierdoor werd het geld overgemaakt naar een ander rekeningnummer dan dat van de stichting, namelijk op de rekening van een bedrijf genaamd [bedrijf] . Dit is het bedrijf (eenmanszaak) van verdachte. Hij heeft bekend dat hij voormeld bedrag op zijn rekening heeft ontvangen.
Naar aanleiding van de aangifte is de politie een onderzoek gestart onder de naam Imabari. Uit dit onderzoek is gebleken dat het volledige bedrag van de factuur is gestort op de bedrijfsrekening van verdachte en dat een gedeelte van het geld in delen is rondgepompt tussen verschillende bankrekeningen op naam van verdachte, zijn ex-vrouw en enkele andere bekenden van verdachte. Verder zijn van dat geld een groot aantal bedrijfsvoertuigen aangeschaft die vervolgens werden geëxporteerd naar Ghana. Een ander deel van het geld is besteed aan de aanschaf van een Mercedes en luxegoederen. In de woning van verdachte zijn bij een doorzoeking een groot aantal luxegoederen aangetroffen. Verdachte heeft bekend dat hij deze overboekingen en aankopen heeft gedaan.
Verder is onderzoek gedaan naar de onder verdachte inbeslaggenomen telefoon. Hierop zijn WhatsAppgesprekken aangetroffen, waarin zich screenshots bevonden van de mailcorrespondentie met Jaguar/Landrover en van de (valse) factuur uit naam van de Stichting aan Jaguar/Landrover met daarop het rekeningnummer van verdachte.
4.2.
Standpunten van de officier van justitie en de raadsman
De officier van justitie
De officier van justitie heeft betoogd dat medeplegen van gewoontewitwassen kan worden bewezen. Daartoe heeft hij het volgende aangevoerd. Van de ruim 1,3 miljoen euro die op de rekening van verdachte terecht is gekomen kan vastgesteld worden dat die afkomstig is van misdrijf, te weten oplichting en computervredebreuk. Na de overboeking had verdachte het bedrag voorhanden. Gelet op de berichten, screenshots en de factuur die in zijn telefoon zijn aangetroffen, kan worden gesteld dat verdachte wist dat het geld afkomstig was van een misdrijf. Verdachte heeft een deel van het geld rondgepompt tussen de rekeningen bij verschillende banken waar hij toegang toe had. Verder maakte hij grote bedragen over naar derden en heeft hij meegedaan met het kopen – en in sommige gevallen verschepen naar Afrika – van auto’s die van voormeld bedrag betaald werden. Ook heeft hij voor zichzelf een Mercedes en luxe goederen aangeschaft. Gelet op de substantiële periode waarin verhullingshandelingen hebben plaatsgevonden, kan gewoontewitwassen bewezen worden verklaard.
De raadsman
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde feit kan worden bewezen, mede gelet op de bekennende verklaring van verdachte.
4.3.
De beoordeling door de rechtbank
Met de officier van justitie en de raadsman is de rechtbank van oordeel dat medeplegen van gewoontewitwassen kan worden bewezen, gelet op de inhoud van de in bijlage II opgesomde bewijsmiddelen. Nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en de raadsman geen vrijspraak heeft bepleit, wordt gelet op het bepaalde in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.

5.Het bewijs

De rechtbank acht bewezen dat verdachte:
in de periode van 16 september 2019 tot en met 11 mei 2021 te Diemen en Nieuw-Velsen en Amsterdam tezamen en in vereniging met anderen van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers hebben verdachte en zijn mededaders telkens van onderstaande geldbedragen de
herkomst verborgen en onderstaande voorwerpen en geldbedragen voorhanden gehad en omgezet en van de genoemde voorwerpen en geldbedragen gebruik gemaakt, te weten onder andere:
- een of meer (zeer grote) geldbedragen van in totaal 1.348.769,25 euro (gestort op meerdere bankrekeningen waarover verdachte en zijn mededader konden beschikken) en
- een auto (merk:Mercedes type:A180D kenteken: [kenteken] ) en
- een zeer grote hoeveelheid dure/exclusieve merkkleding en merkzonnebrillen en merkschoenen en merktassen (waaronder in elk geval de merken: Fendi, Burberry, Bijenkorf, Louis Vuitton, Hugo Boss, Paul Warmer, Shoebaloo, Suit Supply, Dolce Gabbana) terwijl hij en zijn mededaders wisten dat dat geldbedragen en die voorwerpen geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straf

8.1.
Standpunten van de officier van justitie en de raadsman
De officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 40 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar en met oplegging van de bijzondere voorwaarden die door de reclassering zijn geadviseerd.
De raadsman
De raadsman heeft een voorwaardelijk verzoek gedaan om de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] als getuigen te horen, in het geval de rechtbank die verklaringen betrouwbaar acht en ten nadele van verdachte gebruikt in het kader van de straftoemeting. Verder heeft de raadsman verzocht om een lagere straf op te leggen dan de officier van justitie heeft geëist. Daartoe heeft hij bepleit dat verdachte
first offenderis, hij te goed van vertrouwen is geweest in zijn bereidwilligheid anderen te helpen en hij inmiddels zijn verantwoordelijkheid heeft genomen.
8.2.
De boordeling door de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals van een en ander ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan medeplegen van gewoontewitwassen. Dit is een ernstig strafbaar feit, omdat door witwassen crimineel geld kan worden besteed en buiten het bereik van terugvorderende instanties kan worden gehouden. Witwassen faciliteert daarmee de misdaad en is een onmisbare schakel in de georganiseerde criminaliteit. Door witwassen wordt verder de integriteit van het financiële en economische verkeer aangetast en meer specifiek het vertrouwen van de burger in het (digitale) handelsverkeer. In dit geval gaat het bovendien om een zeer aanzienlijk bedrag dat verdachte over een langere periode heeft witgewassen: 1.348.769,25 euro.
Er bestaan geen oriëntatiepunten voor de straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) voor (gewoonte)witwassen. Wel kan aansluiting worden gezocht bij de LOVS-oriëntatiepunten voor fraude. In geval van fraude geldt bij een bedrag van 1.000.000,- euro of hoger, als uitgangspunt een gevangenisstraf van 24 maanden.
De rechtbank neemt dat uitgangspunt – mede gelet op de door benadeelden geleden schade- over en ziet daarnaast nog strafverzwarende omstandigheden.
Als strafverzwarend geldt dat hier sprake is van medeplegen van de strafbare feiten en dat verdachte al vroeg wetenschap moet hebben gehad van het misdadig plan van betrokkenen, gezien de frauduleuze factuur die op zijn telefoon is aangetroffen en dat -listig opgezet- plan heeft gefaciliteerd. Verder gaat het bedrag in kwestie het miljoen ruim te boven.
De raadsman heeft een voorwaardelijk verzoek gedaan tot het horen van twee getuigen. De rechtbank komt niet toe aan dit verzoek, nu zij deze getuigenverklaringen ten aanzien van de vraag welk financieel voordeel verdachte zou hebben genoten niet betrouwbaar acht en hun verklaringen om die reden niet zal laten meewegen bij de straftoemeting. Verdachte heeft tijdens de zitting verklaard dat hij zelf een ton mocht houden. De rechtbank gaat ervan uit dat zijn financiële voordeel aldus (minimaal) een ton heeft bedragen.
De rechtbank heeft gekeken naar het strafblad van verdachte van 2 juli 2021, waaruit blijkt dat hij niet eerder voor een soortgelijk feit is veroordeeld. Het strafblad weegt daarom niet in strafverzwarende zin mee bij het bepalen van de strafmaat. Verder heeft de rechtbank gekeken naar het reclasseringsadvies van 2 augustus 2021, waaruit onder meer het volgende blijkt:
Cliënt heeft een jeugd achter de rug waarin sprake was van pedagogische en affectieve verwaarlozing. Een relatie met zijn moeder heeft hij praktisch niet. Van een steunend sociaal netwerk is geen sprake. Hij moet zelf zijn weg zien te vinden en heeft niet iemand die hem kan bijsturen als hij verkeerde of ondoordachte beslissingen neemt. In onderhavige zaak lijkt er sprake te zijn van negatieve beïnvloeding door iemand die, naar zijn eigen beschrijving, niet meer is dan een vage kennis. Hij mist vaardigheden om zijn financiën op een verstandige wijze te regelen waardoor er flinke schulden zijn ontstaan. Hij heeft het gewoon laten gebeuren en heeft de problemen die op hem afkwamen domweg genegeerd. Hierdoor kwam hij in de verleiding geld aan te nemen waarvan hij wist dat het door crimineel handelen werd verkregen. Hij geeft er daarbij blijk van dat hij de lange termijn gevolgen van zijn gedrag niet altijd goed weet in te schatten en rekening mee te houden. Positief is dat hij er altijd in is geslaagd om werk te vinden. (…) Bij een veroordeling adviseren wij een (deels) voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarden een meldplicht, ambulante behandeling bij De Waag en het meewerken aan schuldhulpverlening.
Gelet op de ernst van het feit is het opleggen van een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden. Daarnaast vindt de rechtbank het van belang dat er een flinke stok achter de deur is in de vorm van een voorwaardelijk strafdeel. Hopelijk weerhoudt dit verdachte ervan om in de toekomst wederom strafbare feiten te plegen. Alles overwegende, legt de rechtbank een gevangenisstraf op voor de duur van 30 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar en met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering en het meewerken aan schuldhulpverlening. Van de noodzaak voor een ambulante behandeling bij De Waag zoals door de reclassering is geadviseerd, is de rechtbank onvoldoende gebleken.

9.Beslag

De inbeslaggenomen voorwerpen, te weten: 1 STK verdovende middelen (4 naalden + 2 flesje, goednummer 6055632) die aan verdachte toebehoren, die van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit ervan in strijd is met de wet of met het algemeen belang en bij gelegenheid van het onderzoek naar het door verdachte begane feit zijn aangetroffen, dienen te worden onttrokken aan het verkeer.
De inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten: bankpas (goednummer G6055157), telefoontoestel (G6055242) en 8 STK papier (G6055264), die aan verdachte toebehoren, dienen te worden verbeurd verklaard en zijn daarvoor vatbaar, aangezien met behulp van die voorwerpen het bewezen geachte is begaan.
De onderstaande inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen, die aan verdachte toebehoren, worden verbeurd verklaard en zijn daarvoor vatbaar, aangezien die voorwerpen geheel of grotendeels uit de baten van het bewezen geachte zijn verkregen:
1 STK personenauto (G6055202);
1. STK kleding (G6055132);
  • 1 STK tas (G6055139);
  • 1 STK handschoen (G6055175);
  • 1 STK schoenen (G6055150);
  • 1 STK schoenen (G6055152);
  • 1 STK schoenen (G6055161);
  • 1 STK schoenen (G6055168);
  • 1 STK schoenen (G6055166);
  • 1 STK schoenen (G6055173);
  • 1 STK schoenen (G6055198);
  • 1 STK schoenen (G6055195);
  • 1 STK schoenen (G6055179);
  • 1 STK schoenen (G6055212);
  • 1 STK schoenen (G6055211);
  • 1 STK schoenen (G6055214);
  • 1 STK schoenen (G6055164);
  • 1 STK schoenen (G6055169);
  • 1 STK schoenen (G6055205);
  • 2 STK broek (G6055193);
  • 1 STK broek (G6055199);
  • 1 STK broek (G6055219);
  • 1 STK broek (G6055207);
  • 1 STK broek (G6055230);
  • 1 STK broek (G6055224);
  • 1 STK parfum (G6055243);
  • 1 STK parfum (G6055247);
  • 1 STK zonnebril (G6055253);
  • 1 STK zonnebril (G6055257);
  • 1 STK zonnebril (G6055258);
  • 1 STK tas (G6055265);
  • 1 STK tas (G6055270);
  • 1 STK tas (G6055274);
  • 1 STK tas (G6055279);
  • 2 STK riem (G6055300);
  • 3 STK riem (G6055301);
  • 1 STK riem (G60553302);
  • 3 STK riem (G6055304);
  • 1 STK riem (G6055306);
  • 1 STK riem (G6055308);
  • 1 STK riem (G6055310);
  • 3 STK jas (G6055317);
  • 1 STK sieraad (G6055330);
  • 1 STK sieraad (G6055331)
  • 1 STK sieraad (G6055332);
  • 1 STK ring (G6055335);
  • 1 STK ring (G6055338);
  • 1 STK sleutel (G6055751);
  • 1 STK papier (G6055272);
  • 1 STK schoenen (G6055144)
  • 1 STK kentekenbewijs (G6055151).
De rechtbank gelast de teruggave van: 1 STK paspoort (G6055148) aan de redelijkerwijs als rechthebbende aan te merken persoon.
De rechtbank gelast de teruggave aan verdachte van de overige goederen op de beslaglijst.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 36d, 47 en 420ter van het Wetboek van Strafrecht.

10.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van gewoontewitwassen.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte] , daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 (dertig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte, groot 6 (zes) maanden, van deze gevangenisstraf niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 jaar vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.
De tenuitvoerlegging kan ook worden gelast indien de veroordeelde gedurende de proeftijd de hierna vermelde bijzondere voorwaarden niet naleeft.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
- dat veroordeelde zich binnen twee werkdagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland op het adres Wibautstraat 12 Amsterdam. Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- dat veroordeelde meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van
afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen dan wel meewerken met een bewindvoerder. Veroordeelde geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden.
Geeft aan reclassering Nederland de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht.
Verklaart verbeurd:
  • 1 STK personenauto (G6055202);
  • 1 STK kleding (G6055132);
  • 1 STK tas (G6055139);
  • 1 STK handschoen (G6055175);
  • 1 STK schoenen (G6055150);
  • 1 STK schoenen (G6055152);
  • 1 STK schoenen (G6055161);
  • 1 STK schoenen (G6055168);
  • 1 STK schoenen (G6055166);
  • 1 STK schoenen (G6055173);
  • 1 STK schoenen (G6055198);
  • 1 STK schoenen (G6055195);
  • 1 STK schoenen (G6055179);
  • 1 STK schoenen (G6055212);
  • 1 STK schoenen (G6055211);
  • 1 STK schoenen (G6055214);
  • 1 STK schoenen (G6055164);
  • 1 STK schoenen (G6055169);
  • 1 STK schoenen (G6055205);
  • 2 STK broek (G6055193);
  • 1 STK broek (G6055199);
  • 1 STK broek (G6055219);
  • 1 STK broek (G6055207);
  • 1 STK broek (G6055230);
  • 1 STK broek (G6055224);
  • 1 STK parfum (G6055243);
  • 1 STK parfum (G6055247);
  • 1 STK zonnebril (G6055253);
  • 1 STK zonnebril (G6055257);
  • 1 STK zonnebril (G6055258);
  • 1 STK tas (G6055265);
  • 1 STK tas (G6055270);
  • 1 STK tas (G6055274);
  • 1 STK tas (G6055279);
  • 2 STK riem (G6055300);
  • 3 STK riem (G6055301);
  • 1 STK riem (G60553302);
  • 3 STK riem (G6055304);
  • 1 STK riem (G6055306);
  • 1 STK riem (G6055308);
  • 1 STK riem (G6055310);
  • 3 STK jas (G6055317);
  • 1 STK sieraad (G6055330);
  • 1 STK sieraad (G6055330);
  • 1 STK sieraad (G6055331)
  • 1 STK sieraad (G6055332);
  • 1 STK ring (G6055335);
  • 1 STK ring (G6055338);
  • 1 STK sleutel (G6055751);
  • 1 STK papier (G6055272);
  • 1 STK schoenen (G6055144)
  • 1 STK kentekenbewijs (G6055151);
  • 1 STK bankpas (G6055157);
  • 1 STK telefoontoestel (G6055242);
  • 8 STK papier (G6055264).
Gelast de teruggave aan de redelijkerwijs als rechthebbende aan te merken persoon van:
1 STK paspoort (G6055148).
Gelast de teruggave aan [verdachte] van:
  • 1 STK schoenen (G6055159);
  • 1 STK schoenen (G6055163);
  • 1 STK schoenen (G6055181);
  • 1 STK schoenen (G6055190):
  • 1 STK schoenen (G6055172);
  • 1 STK schoenen (G6055182);
  • 1 STK schoenen (G6055191);
  • 1 STK schoenen (G6055186);
  • 1 STK schoenen (G6055176);
  • 1 STK tas (G6055225);
  • 1 STK schoenen (G6055147);
  • 1 STK schoenen (G6055187);
  • 1 STK broek (G6055183);
  • 1 STK parfum (G6055236)
  • 1 STK tas (G6055266);
  • 1 STK tas (G6055283);
  • 1 STK riem (G6055314);
  • 1 STK geluidsapparatuur (G6055321);
  • 1 STK oorbel (G6055340);
  • 1 STK oorbel (G6055343);
  • 1 STK oorbel (G6055344);
  • 1 STK sieraad (G6055345);
  • 1 STK foto (G6055238);
  • 1 STK telefoontoestel (G6055072);
  • 1 STK telefoontoestel (G6055071);
  • 1 STK jas (G6055137);
  • 1 STK rijbewijs (G6055146);
  • 1 STK computer (G6055245);
  • 1 STK simkaart van zaktelefoon (G6055255);
  • 5 STK simkaart van zaktelefoon (G6055259);
  • 1 STK zonnebril (G6071582).
Onttrekt aan het verkeer:
1 STK verdovende middelen (4 naalden + 2 flesje) (6055632)
Dit vonnis is gewezen door
mr. P. van Kesteren, voorzitter,
mrs. M. Snijders Blok-Nijensteen en T. Arnoldussen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.D. Dijkstra, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 25 augustus 2021.