In deze strafzaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 20 augustus 2021 uitspraak gedaan tegen een verdachte die schuldig is bevonden aan feitelijke leidinggeven aan het opzettelijk indienen van onjuiste maandaangiften loonbelasting door een rechtspersoon, [naam bv]. De verdachte, geboren te [plaats] op [geboortedatum], was enig aandeelhouder en bestuurder van [naam bv] en heeft tussen 2013 en 2016 opzettelijk onjuiste aangiften ingediend, waardoor de fiscus voor een bedrag van € 682.433,- is benadeeld. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. O.J.M. van der Bijl, en de verdediging van de verdachte, vertegenwoordigd door mr. C.J.B. Rijser. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte feitelijke leiding heeft gegeven aan het indienen van onjuiste aangiften, die zijn ingediend door adviseur [naam adviseur]. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de lange periode waarin de feiten zijn gepleegd.