Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
1.De procedure
Bij de mondelinge behandeling waren aanwezig:
[naam 3] , met mr. Setz, mr. Maliepaard en hun kantoorgenoot mr. E. Verweij;
mr. Strijbos en hun kantoorgenoot mr. S.C. ten Bosch.
Voorafgaand aan de mondelinge behandeling hebben de voorzieningenrechter en de griffier de video’s bekeken die door eisers als producties 5 en 7 in het geding zijn gebracht.
Op de mondelinge behandeling is de video die door eisers als productie 5 in het geding is gebracht in zijn geheel getoond. Van de video die eisers als productie 7 in het geding hebben gebracht, die ruim een half uur duurt, zijn de eerste dertien minuten en de laatste twee minuten getoond.
De mondelinge behandeling is voor belangstellenden digitaal te volgen geweest via een Skype for Business verbinding alsmede via een door Blckbx verzorgde
live stream.
Na verder debat is vonnis bepaald op 18 augustus 2021.
2.De feiten
“
Als we redelijkerwijs van mening zijn dat Content deze Overeenkomst schendt of schade kan toebrengen aan YouTube, onze gebruikers of derden, kunnen we deze Content geheel of gedeeltelijk weghalen of verwijderen.”
“
YouTube staat geen content toe die misleidende medische informatie verspreidt die in strijd is met de medische informatie over COVID-19 van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) of lokale gezondheidsautoriteiten. (…)”.
“
Content waarin wordt geclaimd dat mondkapjes geen rol spelen in de voorkoming van besmetting met of verspreiding van COVID-19.(…)Content waarin wordt geclaimd dat COVID-19-vaccins het risico op besmetting met COVID-19 niet verkleinen.(…)Misleidende informatie over social distancing of zelfisolatie: content waarin de doeltreffendheid van de aanbevelingen van de WHO of lokale gezondheidsautoriteiten in twijfel wordt getrokken als het gaat om het bewaren van fysieke afstand en zelfisolatie om de verspreiding van COVID-19 tegen te gaan.(…)Content waarin wordt geclaimd dat de symptomen, dodentallen of besmettelijkheid van COVID-19 minder ernstig zijn dan of even ernstig zijn als die van een verkoudheid of de griep.(…)Content waarin wordt geclaimd dat kinderen COVID-19 niet kunnen krijgen.”
“
Content die het hier beschreven beleid tegen misleidende informatie schendt, kan worden toegestaan als die content context bevat die evenveel of meer gewicht toekent aan compenserende informatie van lokale gezondheidsautoriteiten of aan de medische of wetenschappelijke consensus. We staan mogelijk ook uitzonderingen toe als de content het doel heeft om de misleidende informatie die ons beleid schendt tegen te spreken of te ontkrachten.”
Is de IFR van corona vergelijkbaar met die van de griep? Ja!” op YouTube geplaatst. Deze video (productie 5 eisers), door eisers ook de Kamervideo genoemd, bevat een gedeelte van het op 10 maart 2021 gehouden debat tussen [directeur infectieziektenbestrijding RIVM] en [eiser 1] . Op 13 maart 2021 heeft YouTube de Kamervideo verwijderd.
We kunnen bevestigen dat de content onze communicatierichtlijnen niet schendt.”
3.Het geschil
i. YouTube te veroordelen de Interviewvideo terug te plaatsen op haar platform en die video daar geplaatst te houden, op straffe van een dwangsom van
€ 50.000,00 per dag met een maximum van € 1.000.000,00;
ii. YouTube te veroordelen een rectificatie te plaatsen op www.youtube.com waarin – kort gezegd – is opgenomen dat twee video’s zijn verwijderd omdat die misleidende medische informatie zouden bevatten, dat de voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat dit niet het geval is, dat die video’s dus niet in strijd waren met de Servicevoorwaarden, de Communityrichtlijnen en het Covid-beleid en dat YouTube om die reden de video’s heeft teruggeplaatst, op straffe van een dwangsom van
€ 50.000,00 per dag met een maximum van € 1.000.000,00;
iii. YouTube te veroordelen in de kosten van dit geding, te vermeerderen met de wettelijke rente; en
iv. YouTube te veroordelen in de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
Infection Fatality Rate) van Covid-19 vergelijkbaar is met de IFR van influenza (griep). [eiser 1] houdt [directeur infectieziektenbestrijding RIVM] enkele percentages voor en vraagt of deze percentages ongeveer kloppen. In de Kamervideo reageert [directeur infectieziektenbestrijding RIVM] daarop bevestigend en zegt: “
Dan kom je inderdaad op percentages zoals u die ongeveer noemt.” In de Interviewvideo wordt [eiser 1] voor een door Blckbx uit te zenden opinieprogramma geïnterviewd door [eiser 2] . Onderwerp van het gesprek is onder meer het verwijderen door YouTube van de Kamervideo, het
chilling effectdat daarvan uitgaat, de gevolgen voor een politicus als vlak voor de verkiezingen zijn video’s van YouTube worden verwijderd, de inconsistentie in de toepassing van het beleid door YouTube en de machtspositie van YouTube.
4.De beoordeling
4.3. Over de vordering die ziet op het terugplaatsen door YouTube van de Interviewvideo wordt het volgende overwogen. In de Interviewvideo worden onder meer de volgende uitlatingen gedaan:
:“
Met die mondkapjes is het natuurlijk de grootste farce die we hebben beleefd.”
[eiser 1] :“
Waarom zou je een gezond iemand vaccineren als je weet dat diegene nooit aan corona of griep zal overlijden, je nog steeds corona kan krijgen, maar dan ietsjes minder, je kan nog steeds besmettelijk zijn, dus dat slaat helemaal nergens op.”
[eiser 1] :“
Maar in dit geval, wij roepen al heel erg lang dat de IFR, de Infection Fatality Rate, vergelijkbaar is met die van een stevige griep.”
[eiser 2] :“
Maar dat is een feit, dat heeft WHO gecommuniceerd, als je kan tellen dan concludeer je dat.”
We gaan niet kinderen die sowieso niets hebben van corona, die lopen geen gevaar, die krijgen niet eens een snotneus ervan, die gaan we niet aan deze psychische terreur onderwerpen van op 1,5 meter zitten, tijdens een hele cruciale fase in je leven op een hele rare manier met elkaar omgaan, met mondkapjes door de gangen lopen, en op een gegeven moment een vaccin krijgen terwijl dat aantoonbaar niet helpt.”
4.4. In de Interviewvideo is het eerste gedeelte van de Kamervideo opgenomen. Het betreft het gedeelte waarin de volgende uitlatingen worden gedaan:
[eiser 1] :“
Ja ik worstel nog een beetje met die IFR’s, want ik zeg altijd dat de IFR van Covid vergelijkbaar is met die van een zware griep, maar ja er zijn zoveel verschillende getallen in omloop. De Wereldgezondheidsorganisatie zegt 0,23% (…) maar kunt u misschien aangeven wat het dan voor Nederland exact is en wat het voor de wereld exact is en of het toch in diezelfde orde van grootte zit?”Voorzitter:“
Dank u wel. De heer [directeur infectieziektenbestrijding RIVM] .”
[directeur infectieziektenbestrijding RIVM] :“
Dat kan ik alleen maar weer zeggen met verwijzing naar het antwoord net, want je wil dan natuurlijk de totale groep die het heeft gehad in de noemer hebben. De teller kun je op het maximum zetten van de oversterfte van afgelopen jaar. En die twee delen. Dan kom je inderdaad op percentages zoals u die ongeveer noemt.”
4.5. Google stelt zich terecht op het standpunt dat met de onder 4.3 geciteerde uitlatingen uit de Interviewvideo verschillende bepalingen uit het Covid-beleid, zoals hiervoor onder 2.4 weergeven, zijn geschonden. Dit geldt met name voor de bepalingen die zien op mondkapjes,
social distancingen de vergelijking met griep, alsmede de bepaling die verbiedt te beweren dat vaccins het risico op Covid-19 niet verkleinen en de bepaling die verbiedt te beweren dat kinderen geen Covid-19 kunnen krijgen. Het verweer van [eiser 1] dat hij met zijn uitlating over mondkapjes alleen maar zijn mening heeft willen uiten dat hij dit een buitenproportionele maatregel vindt en dat hij niet heeft willen zeggen dat het vaccineren van ouderen en zwakkeren met een verhoogd risico geen effectieve bestrijdingsmanier is, maakt dat niet anders. Ook het verweer dat de uitlating over kinderen die niet eens een snotneus van Covid-19 krijgen “bij wijze van spreken is”, maakt nog niet dat de uitspraak niet in strijd is met het Covid-beleid. Uit de uitspraak van [eiser 1] over kinderen zoals die in de Interviewvideo is gedaan (nu uit de rest van de uitlating blijkt dat het gaat over kinderen die “
op een gegeven moment een vaccin krijgen”), kan niet worden afgeleid dat die alleen zou zien op kinderen van jonger dan 12 jaar, zoals eisers nog ter zitting hebben aangevoerd, zodat uitgangspunt moet zijn dat deze (ook) ziet op kinderen in de leeftijd tussen de 12 en 18 jaar, die in tegenstelling tot jongere kinderen wel voor vaccinatie in aanmerking komen en ook ziek kunnen worden van Covid-19.
Dan kom je inderdaad op percentages zoals u die ongeveer noemt”) en is het RIVM de lokale autoriteit waarnaar Google zich richt bij de uitvoering van haar Covid-beleid, maar hierbij ontbreekt belangrijke context, doordat een belangrijke aanvulling met compenserende informatie van [directeur infectieziektenbestrijding RIVM] die hij na die uitlating heeft gedaan, is weggelaten (zie hierna onder 4.15). In het licht hiervan heeft Google terecht mogen menen dat ook hierom de Interviewvideo in strijd is met haar Covid-beleid.
hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt”. De rechter moet beoordelen of aan deze normen is voldaan. Bij die beoordeling geldt het volgende als uitgangspunt.
4.10. Het recht van een ieder op vrijheid van meningsuiting impliceert niet een recht op het forum van zijn of haar keuze. Het is begrijpelijk dat eisers een voorkeur hebben voor YouTube vanwege haar enorme bereik, maar die enkele omstandigheid is onvoldoende om Google zonder wettelijke basis te verplichten de uitlatingen van eisers die in strijd zijn met haar Covid-beleid op haar platform te dulden. Het Covid-beleid van Google heeft de bescherming van de volksgezondheid ten doel. Omdat Google niet zelf in medische discussies kan treden, richt zij zich hierbij naar de wetenschappelijke consensus zoals die wordt uitgedragen door de WHO en door nationale organisaties als het RIVM. Het Covid-beleid is mede gebaseerd op een mededeling van de Europese Unie van 10 juni 2020 die ten doel had misinformatie over Covid-19 te bestrijden, alsmede op de
Code of Practicevan de Europese Commissie van oktober 2018 die gaat over de bestrijding van online desinformatie. Met haar Covid-19 beleid geeft Google dus gehoor aan de oproep van centrale overheden om hen bij te staan in de strijd tegen de verspreiding van onjuiste informatie over Covid-19. Het Covid-beleid van Google vormt daarnaast een uitwerking van het fundamentele recht op eigendom van Google: zij mag in beginsel zelf de regels stellen die op haar platform van toepassing zijn, waaronder de regel dat content die in strijd is met haar Covid-beleid wordt verwijderd. Haar eigendomsrecht kan dus tevens gelden als een legitieme beperking op de vrijheid van meningsuiting van anderen. Nu Google met haar Covid-beleid de richtlijnen van verschillende overheden volgt, moet uitgangspunt zijn dat zij niet onredelijk handelt. Integendeel, geoordeeld moet worden dat zij juist handelt op een manier die
“volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt”, door bij de invulling van haar beleid dat is opgesteld in het kader van de volksgezondheid, die richtlijnen te volgen. Dit kan als een legitieme beperking van de vrijheid van meningsuiting gelden.
“any effective excercise”van de vrijheid van meningsuiting onmogelijk maken
,of als
“the essence of the right has been destroyed”, is de overheid(srechter) gehouden in te grijpen. Het komt er dus op neer dat, pas als elke effectieve uitoefening van de uitingsvrijheid wordt tegengegaan, of als de essentie van het recht op vrijheid van meningsuiting wordt vernietigd, er aanleiding is om in te grijpen in de vrijheid van internetplatforms om de door hen gepubliceerde content te modereren. Die hoge lat wordt hier niet gehaald. Vaststaat immers dat eisers ook langs andere wegen hun meningen en standpunten onder de aandacht van het grote publiek kunnen brengen. Zij beschikken hiervoor over tal van andere kanalen, hetgeen onder meer blijkt uit de publiciteit die zij hebben weten te genereren voor het feit dat YouTube de twee video’s had verwijderd. Dat die ’eigen kanalen’ mogelijk niet het bereik van YouTube hebben en/of dat daarmee mogelijk kosten zijn gemoeid, is niet doorslaggevend. YouTube heeft in dit geval dus niet de maatschappelijke plicht om de uitlatingen van eisers, die in strijd zijn met haar Covid-beleid, op haar platform toe te staan en zo, zoals eisers betogen, de bijdrage van eisers aan het publieke debat te faciliteren.
Ceylan, paragraaf 34), maar dat maakt het voorgaande niet anders. Allereerst worden eisers niet gevolgd in hun stelling dat [eiser 1] in de Interviewvideo slechts zijn mening of waardeoordelen uit, en bovendien heeft hij voldoende mogelijkheden om zijn politieke standpunt naar voren te brengen, in het bijzonder op het ‘platform’ dat daarvoor is bedoeld, de Tweede Kamer (en, voor het grotere publiek, Debat Direct, waar alles wat in de Tweede Kamer wordt gezegd integraal wordt opgenomen, uitgezonden en voor terugkijken beschikbaar wordt gemaakt). Ook het beroep van [eiser 1] op artikel 71 Grondwet (politieke immuniteit) kan hem niet baten. In dit artikel is bepaald dat Kamerleden niet in rechte kunnen worden vervolgd of aangesproken voor hetgeen zij in de parlementaire vergaderingen hebben gezegd. Dit artikel is voor de beoordeling van de vorderingen (dus) niet relevant.
fair balanceuit in het voordeel van Google en kan het beroep van eisers op de vrijheid van meningsuiting in dit geval niet leiden tot de conclusie dat het verwijderen van de Interviewvideo naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, dan wel onrechtmatig. Van YouTube kan, zoals eisers hebben betoogd, evenmin worden gevergd dat zij minder ingrijpende maatregelen neemt, door bijvoorbeeld niet de gehele video te verwijderen, maar alleen bepaalde niet toegestane fragmenten, of door het plaatsen van een banner of disclaimer. Zoals Google ter zitting heeft toegelicht, is haar beleid – en in de overeenkomst vastgelegde afspraak – nu eenmaal dat een video (in zijn geheel) wordt verwijderd als deze content bevat die in strijd is met de overeenkomst. YouTube heeft haar bedrijfsvoering niet zo ingericht dat zij banners kan plaatsen en/of in video’s van haar klanten gaat snijden (wat, zoals Google terecht heeft aangevoerd, bovendien weer aanleiding zou kunnen geven voor alle mogelijke andere problemen, met bijvoorbeeld auteursrechten).
Dan kom je inderdaad op percentages zoals u die ongeveer noemt” het volgende gezegd en daarmee genuanceerd:
“
Maar dat is niet het enige waar het om gaat. En de orde van grootte. Ik vind het dan nog steeds wat hoger voor de duidelijkheid. Maar het punt bij Covid is natuurlijk niet alleen de sterfte, het is ook de overbelasting van zorg die je krijgt, omdat een ziektebeeld waar in principe nog niemand bescherming tegen had, natuurlijk de hele bevolking doorgaat. Dat is ook wat je met een hele nieuwe griep zou zien. Dus een belangrijk deel waarvan Ernst Kuipers u hier net dingen heeft geïllustreerd, heeft natuurlijk niet te maken met sterfte door Covid maar domweg met de aantallen die je krijgt als het zonder, als het ongelimiteerd rondgaat. Dat hebben we in Bergamo gezien. Dat levert echt dramatische beelden op, waarbij dan een hele stad Covid krijgt in een hele korte periode en dat kunnen we gewoon niet aan. Zelfs al krijgen de meeste mensen het in geringe mate, het percentage dat het ernstig krijgt, is domweg te hoog en gaat naar het ziekenhuis en heeft ook zuurstofbehandeling nodig of zelfs beademing en dat is het probleem.”
Vanwege deze nuancering van [directeur infectieziektenbestrijding RIVM] heeft Google bij nader inzien besloten de Kamervideo terug te plaatsten op het platform van YouTube. De schending van het Covid-beleid die ligt besloten in het eerste gedeelte van de Kamervideo (zie 4.6) krijgt, aldus Google, voldoende tegenwicht door de toevoeging van [directeur infectieziektenbestrijding RIVM] in het tweede gedeelte. Deze toevoeging bevat naar de mening van Google voldoende “compenserende informatie” als bedoeld in haar Covid-beleid (zie 2.4).
Is de IFR van corona vergelijkbaar met die van de griep? Ja!” mocht Google in eerste instantie menen dat die video in strijd is met haar Covid-beleid en dat zij dus tot verwijdering mocht overgaan. Daarbij komt dat [eiser 1] de schade die hij stelt te hebben geleden als gevolg van de tijdelijke verwijdering van de Kamervideo onvoldoende heeft onderbouwd. Het feit dat in de periode van verwijdering de Tweede Kamerverkiezingen hebben plaatsgevonden, is hiervoor – zonder verdere nadere toelichting – onvoldoende. Beide verwijderde video’s zijn immers op andere platforms te vinden (geweest). Google heeft niet zelf in het openbaar kenbaar gemaakt (’aan de grote klok gehangen’) dat de Kamervideo misleidende medische informatie bevat. Enkel op de pagina waar de video stond heeft zij de mededeling gedaan dat de video is “
verwijderd wegens schending van de communityrichtlijnen van YouTube”. Het zijn vooral eisers zelf geweest die het publiek hebben geïnformeerd over de verwijdering van de Kamervideo en de reden daarvoor.