ECLI:NL:RBAMS:2021:4302
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens ontbrekende ingebrekestelling in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. N. Rachid, beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een beslissing op zijn bezwaar door Zilveren Kruis Zorgkantoor, vertegenwoordigd door mr. S. Gezer. Eiser heeft op 25 februari 2021 een beroep ingediend, nadat hij op 24 september 2020 bezwaar had gemaakt tegen de stopzetting van de toeslag meerzorg thuis per 5 maart 2020. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder de ingebrekestelling van eiser, verzonden op 4 januari 2021, niet heeft ontvangen. Eiser heeft geen bewijs kunnen leveren dat de ingebrekestelling daadwerkelijk naar het juiste adres is verzonden. De rechtbank overweegt dat het aan de verzender is om aan te tonen dat de brief is verzonden, en dat de enkele stelling van verzending niet voldoende is. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de rappelbrief van 6 november 2020 niet kan worden aangemerkt als ingebrekestelling, omdat eiser geen ontvangstbevestiging heeft overgelegd.
Op basis van deze overwegingen heeft de rechtbank geconcludeerd dat niet is voldaan aan de voorwaarden voor het instellen van beroep tegen een fictieve weigering, waardoor het beroep prematuur is. De rechtbank heeft het beroep daarom niet-ontvankelijk verklaard. Deze uitspraak is gedaan door mr. Y. Moussaoui, rechter, in aanwezigheid van mr. N. van der Kroft, griffier, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan.