ECLI:NL:RBAMS:2021:4298
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen niet tijdig nemen van besluit door bestuursorgaan
In deze zaak heeft eiser op 9 april 2021 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn klacht door het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). De rechtbank Amsterdam heeft op 21 juli 2021 uitspraak gedaan in deze bestuursrechtelijke procedure. Eiser had eerder een klacht ingediend bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, die het CBR had aangewezen voor de afhandeling van de kostenvergoeding. Eiser heeft het CBR meerdere keren benaderd, maar de rechtbank concludeert dat het CBR al een beslissing had genomen over de kostenvergoeding op 12 januari 2021, waarbij het verzoek van eiser was afgewezen. De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van het niet tijdig nemen van een besluit, omdat het CBR al had gereageerd op de klacht van eiser. De rechtbank stelt vast dat eiser niet kan volstaan met het indienen van een beroep, omdat niet is voldaan aan de voorwaarden zoals genoemd in de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank verklaart het beroep van eiser niet-ontvankelijk, wat betekent dat de zaak niet verder in behandeling wordt genomen. Deze uitspraak is gedaan door rechter M.M.L.A.T. Doll, in aanwezigheid van griffier N. van der Kroft, en is openbaar uitgesproken.