Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[eiser sub 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 20 januari 2021 waarbij een mondelinge behandeling is gelast,
- de conclusie van antwoord in reconventie,
- de akte wijziging eis in reconventie,
- de akte wijziging eis (in conventie),
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 2 april 2021.
2.De feiten
[gedaagde]
;Ik vind het naar [medebestuurder] toe en hij heeft dezelfde rol gespeeld in mijn optiek als ik, te kort komen aan zijn adres dat het op deze manier wordt beëindigd. Er waren andere mogelijkheden geweest dan dit ontslag, we zijn hier nooit over in gesprek geweest met elkaar en dat is jammer. We hadden ook in een andere vorm met elkaar kunnen kiezen. Dus ik vind het naar [medebestuurder] toe te kort door de bocht (…).
3.Het geschil
4.De beoordeling
cherry pickingte doen, door alleen de voor hen gunstige onderdelen als overeengekomen te beschouwen. [gedaagde] betwist dit, aanvoerende dat de Managementovereenkomst simpelweg is overeengekomen. Dat verweer slaagt. [eisers] hebben niet toegelicht waarom de ondertekende Managementovereenkomst als niet-overeengekomen concept moet worden beschouwd. Aan de gestelde omstandigheid dat het stuk zonder enige advisering is totstandgekomen, is door [eisers] in juridische zin geen consequentie verbonden.
- aangegeven dat het hem ging om de wijze hoe het is afgehandeld;
- beaamd dat er financiële nood (van [gedaagde] ) was;
- toegelicht dat hij niet had verwacht dat hij moest vertrekken, hoewel hij wel had