Op 10 juni 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een verzoek om toestemming voor de uitbreiding van de tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen, ingediend door de Arrondissementsrechtbank te Warschau. Het verzoek betreft een overgeleverde persoon, geboren in Polen, die momenteel gedetineerd is in Polen. De rechtbank had eerder op 10 oktober 2019 de overlevering van deze persoon aan Polen toegestaan. Het huidige verzoek is ingediend op 13 januari 2020 en betreft een vrijheidsstraf van 2 jaar en 6 maanden, opgelegd door de arrondissementsrechtbank van Warschau voor georganiseerde of gewapende diefstal.
De rechtbank heeft het verzoek beoordeeld aan de hand van de Overleveringswet (OLW) en vastgesteld dat de weigeringsgrond van artikel 12 OLW van toepassing is. Dit artikel vereist dat de overgeleverde persoon zijn verdedigingsrechten heeft kunnen uitoefenen tijdens het proces dat heeft geleid tot de opgelegde vrijheidsstraf. De officier van justitie heeft aangegeven dat de Poolse autoriteiten niet voldoende informatie hebben verstrekt over de procesgang en de aanwezigheid van de overgeleverde persoon tijdens de zitting. Hierdoor kon de rechtbank niet vaststellen of de overgeleverde persoon zijn rechten heeft kunnen uitoefenen.
Gelet op deze omstandigheden heeft de rechtbank besloten om de verzochte toestemming te weigeren. De rechtbank benadrukt dat het belangrijk is dat de rechten van de overgeleverde persoon gewaarborgd zijn en dat er voldoende informatie beschikbaar moet zijn om een weloverwogen beslissing te nemen. De rechtbank heeft de beslissing in raadkamer genomen, waarbij de voorzitter en twee andere rechters aanwezig waren, evenals de griffier.