ECLI:NL:RBAMS:2021:4206

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
13 augustus 2021
Publicatiedatum
13 augustus 2021
Zaaknummer
RK 21/2180
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing na veroordeling tot voorwaardelijke straf en nietigheid van oproeping

Op 13 augustus 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in de zaak met parketnummer 21/2180, naar aanleiding van een vordering van de officier van justitie. Deze vordering betreft de tenuitvoerlegging van een onherroepelijk geworden arrest van 25 juni 2019, waarin de veroordeelde, geboren in 1973, was veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken, onder de voorwaarde dat deze straf niet ten uitvoer zou worden gelegd, tenzij de veroordeelde zich schuldig maakte aan een strafbaar feit of de bijzondere voorwaarden niet naleefde. De bijzondere voorwaarden omvatten onder andere meldplicht bij het Leger des Heils en ambulante behandeling bij Inforsa of een soortgelijke zorgverlener.

De rechtbank heeft op 16 juli 2021 de officier van justitie, mr. L. Nuy, gehoord en kennisgenomen van de relevante stukken, waaronder een brief van het Leger des Heils waarin werd geadviseerd om de reclasseringstoezicht negatief te beëindigen, omdat de veroordeelde de voorwaarden had overtreden. De reclassering gaf aan dat er geen mogelijkheden voor gedragsverandering en risicobeperking meer waren en adviseerde tot aanhouding van de veroordeelde.

De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de oproeping van de veroordeelde niet op de wettelijk voorgeschreven wijze heeft plaatsgevonden, waardoor de veroordeelde en zijn raadsman niet ter terechtzitting zijn verschenen. Om deze reden heeft de rechtbank de oproeping nietig verklaard. Deze beslissing is genomen door rechter mr. D. van den Brink, in tegenwoordigheid van griffier mr. C.T. St Rose, en is uitgesproken tijdens de openbare terechtzitting op 16 juli 2021.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Parketnummers: 13/098037-18 + 23/002390-18
RK : 21/2180
BESLISSING NA VEROORDELING
TOT VOORWAARDELIJKE STRAF
Beslissing op de vordering van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam van 20 april 2021, betreffende een onherroepelijk geworden arrest van 25 juni 2019, in de strafzaak tegen:
[veroordeelde] ,
geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedag] 1973,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres [adres 1] , [plaats] ,
Bij voormeld arrest is [veroordeelde] voornoemd veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken, met bevel dat die straf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van de daarbij op twee jaren vastgestelde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, dan wel niet heeft nageleefd de bij dat vonnis gestelde bijzondere voorwaarde, dat
veroordeelde zich gedurende de volledige proeftijd meldt bij het Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering, [adres 2] , zolang deze instelling dit noodzakelijk acht;
veroordeelde zich gedurende de proeftijd, of zoveel korter als de reclassering nodig vindt, onder ambulante behandeling stelt van Inforsa of een soortgelijke zorgverlener en, als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een klinische behandeling indiceert, zich daartoe laat opnemen in een zorginstelling voor een periode van maximaal zeven weken;
veroordeelde zich houdt aan de aanwijzingen van de reclassering.

1.De inhoud van de vordering

De vordering van de officier van justitie strekt ertoe dat de niet ten uitvoer gelegde straf alsnog zal worden ten uitvoer gelegd.

2.De procesgang

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken in de zaak met bovenvermeld parketnummer, waaronder:
  • voormeld arrest en het vonnis met parketnummer 13/098037-18;
  • een geschrift waaruit blijkt dat de mededeling als bedoeld in artikel 366a van het Wetboek van Strafvordering aan de veroordeelde per post is toegezonden;
  • een brief van Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering te Amsterdam aan de officier van justitie, waarin staat dat zij een beslissing adviseren waardoor het reclasseringstoezicht negatief beëindigd wordt. Volgens de reclassering heeft veroordeelde de voorwaarden overtreden en zien zij geen mogelijkheden voor gedragsverandering en risicobeperking. Gezien de veiligheidsrisico’s adviseren zij de aanhouding van veroordeelde te bevelen en de voorlopige tenuitvoerlegging te vorderen.
De rechtbank heeft op 16 juli 2021 ter openbare terechtzitting gehoord de officier van justitie, mr. L. Nuy.

3.Beslissing

Gebleken is dat de oproeping van veroordeelde niet op de bij de wet voorgeschreven wijze aan verdachte is betekend en veroordeelde en zijn raadsman niet ter terechtzitting zijn verschenen. De rechtbank verklaart de oproeping van veroordeelde daarom nietig.
Deze beslissing is genomen door
mr. D. van den Brink, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. C.T. St Rose griffier
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 16 juli 2021.
De officier van justitie in het arrondissement Amsterdam brengt vorenstaande beslissing ter kennis van voornoemde persoon, alsmede ter kennis van Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering belast met het verlenen van hulp en steun aan de veroordeelde.
Amsterdam,
de officier van justitie voornoemd,