Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 20 januari 2020, met producties,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- de rolbeslissing van 22 april 2020, waarbij de zaak in afwachting van een voorlopig getuigenverhoor (inzake C/13/675857 / HA RK 19/399) is verwezen naar de parkeerrol,
- het tussenvonnis van 24 maart 2021, waarbij de zaak is verwezen naar de rol voor een door partijen te nemen (antwoord)akte en tevens een mondelinge behandeling is bepaald,
- de akte uitlaten zijdens [eiseres] , met producties,
- de antwoordakte, met producties,
- de akte wijziging eis, tevens houdende akte overlegging producties,
- de akte overlegging producties zijdens [gedaagde] ,
- de akte vermeerdering eis, tevens houdende akte overlegging productie,
- de akte overlegging productie zijdens [eiseres] ,
- de mondelinge behandeling van 5 juli 2021, waarvan de zittingsaantekeningen zich in het dossier bevinden.
2.De feiten
Een man een man, een woord een woord”, dat waren letterlijk de woorden van [naam 4] [ [naam 4] , rechtbank], waarop wij vervolgens, “
hand erop” hebben gezegd. Duidelijke taal dus.
3.Het geschil
4.De beoordeling
30%-afspraak
9.997,50(2,5 punten × tarief € 3.999,00)