ECLI:NL:RBAMS:2021:414
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een gebiedsverbod opgelegd aan een lid van de motorclub Satudarah door de gemeente Amstelveen
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 9 februari 2021 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van een lid van de opgeheven motorclub Satudarah. De gemeente Amstelveen had op 22 januari 2021 een tweede noodbevel uitgevaardigd, dat het verzoeker verbood zich in een bepaald gebied te begeven van 24 januari tot en met 27 februari 2021. Dit besluit was gebaseerd op de vrees voor escalatie van conflicten tussen motorclubs, waarbij verzoeker als voormalig lid van Satudarah werd gezien als een mogelijke doelwit. Verzoeker had bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening.
Tijdens de zitting op 2 februari 2021 is verzoeker verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het oordeel over de noodzaak van het gebiedsverbod een voorlopig karakter heeft en dat de gemeente beoordelingsruimte toekomt. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er voldoende redenen waren voor de gemeente om te vrezen voor wanordelijkheden, gezien de eerdere incidenten en de aanwezigheid van personen gelieerd aan Satudarah rondom de woning van verzoeker.
De voorzieningenrechter heeft ook de argumenten van verzoeker over de subsidiariteit en proportionaliteit van het noodbevel besproken. Verzoeker stelde dat er minder ingrijpende maatregelen mogelijk waren en dat het gebiedsverbod niet proportioneel was. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat de gemeente op goede gronden had besloten dat minder verstrekkende maatregelen niet mogelijk waren en dat het noodbevel in dit geval proportioneel was. Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, met de conclusie dat het gebiedsverbod in stand blijft.