ECLI:NL:RBAMS:2021:4093
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Strafrechtelijke aansprakelijkheid van een rechtspersoon voor onjuiste belastingaangiften en valsheid in geschrift
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 5 augustus 2021 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een rechtspersoon, hierna aangeduid als [verdachte]. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het (laten) doen van onjuiste aangiften, waardoor te weinig belasting is geheven, en aan valsheid in geschrift. De feiten vonden plaats in de periode van 31 oktober 2011 tot en met 31 januari 2014. De rechtbank oordeelde dat de rechtspersoon, die inmiddels was ontbonden, geen redelijk strafrechtelijk doel meer diende. De feitelijk leidinggever van de rechtspersoon is veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die een geldboete van € 100.000 had geëist, afgewezen en geen straf of maatregel opgelegd, omdat de rechtspersoon inmiddels was ontbonden en de feiten als voortgezette handeling werden beschouwd. De rechtbank heeft de verdachte wel schuldig verklaard, maar geen straf opgelegd, rekening houdend met de omstandigheden van de zaak en het feit dat de redelijke termijn was overschreden.