Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
vonnis van de kantonrechter
[eiseres]
De besloten vennootschap Action Nederland BV
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
- antwoord met producties;
- instructievonnis;
- dagbepaling mondelinge behandeling.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten
Op de hoofdvestiging in Zwaagdijk-Oost de beelden bekeken van het ongeval. Ik zag het slachtoffer met een losse partypopper in haar hand door de winkel lopen. Ik zag dat ze in de partypopper keek en het leek alsof ze met haar hand een draaiende beweging maakte, waardoor de partypopper in haar gezicht ontplofte. We hebben één partypoper ter plaatse laten ontploffen in een vuilniszak en de confetti vloog dwars door de vuilniszak heen. Het was een vrij heftige knal. Vervolgens hebben we de partypopper uit elkaar gehaald. Ik zag onderin een metalen busje waarop een rubberen dopje zat, die met een metalen draaidop op het flesje gedrukt was. Je moet bewust aan de partypopper draaien om deze te laten ontploffen. (…)Telefonisch contact gehad met het slachtoffer. (…) Slachtoffer vond een losse partypopper in een schap in de winkel waar deze niet thuishoorde. De folie aan de bovenzijde van de partypopper was verwijderd. Ze vroeg zich af wat er met de partypopper aan de hand was en keek er daarom in, terwijl ze tegelijkertijd onbewust aan de partypopper heeft gedraaid. Ik heb aangegeven dat ik het ongeval zie als een ongelukkige samenloop van omstandigheden en dat ik er daarom geen nader onderzoek naar zal doen. (…)
De vordering en het verweer
I te verklaren voor recht dat Action aansprakelijk is voor de door [eiseres] geleden en nog te lijden materiële en immateriële schade als gevolg van het ongeval dat haar is overkomen op 3 november 2018;
II met veroordeling van Action in de proceskosten en de wettelijke rente over de proceskosten indien en voor zover betaling van de proceskostenveroordeling niet binnen twee weken na aanschrijving van het ten dezen te wijzen vonnis heeft plaatsgevonden;
III met veroordeling van Action in de nakosten, te begroten op € 120,00, één en ander te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis, en te vermeerderen met de wettelijke rente over de nakosten voor het geval voldoening van de nakosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt.
De beoordeling
Na 22 seconden verschijnt een vrouw (partijen zijn het er over eens dat dit [eiseres] is) rechts onder in beeld en loopt voor de camera langs naar links. Zij houdt haar hoofd gebogen en kijkt al lopend naar een voorwerp (volgens partijen: het confettikanon) in haar handen. Haar linkerhand houdt het confettikanon aan de bovenkant vast en haar rechterhand aan de onderkant. De hoek waarin zij het confettikanon vasthoudt is zodanig dat zij de zijkant ervan kan bekijken.
Na 23 seconden is de hoek waarin zij het confettikanon vasthoudt iets gewijzigd, zodanig dat zij al lopend de bovenkant ervan kan bekijken.
Na 25 seconden brengt zij, al lopend, het confettikanon dichter bij haar hoofd en lijkt zij de bovenkant van het confettikanon te bestuderen.
Na 26 seconden is [eiseres] zodanig van de camera afgedraaid dat haar handen niet langer te zien zijn.
Na 27 seconden is [eiseres] helemaal links onderin beeld, haar rug schuin naar de camera gedraaid. Op dat moment ontploft het confettikanon, hetgeen te zien is aan de confettiregen die in beeld verschijnt.
bewustaan het confettikanon moet draaien om deze te laten ontploffen, leidt niet tot een ander oordeel. Onduidelijk is waar deze conclusie op is gebaseerd. De Inspectie heeft een vergelijkbaar confettikanon (de Inspectie spreekt over een partypopper) uit elkaar gehaald en constateert dat er onderin de partypopper een metalen busje zat waarop een rubberen dopje zat, die met een metalen draaidop op het flesje gedrukt was. Waarom deze alleen tot ontploffing komt als men er
bewustaan draait (en een onbewuste beweging daarvoor dus onvoldoende is) wordt niet verder onderbouwd. Deze conclusie strookt in elk geval niet met de camerabeelden. Bovendien sluit het onderzoek van de Inspectie niet uit dat het confettikanon dat [eiseres] in haar handen had, waarvan het folie was verwijderd en waar dus een ander vóór haar aan had gezeten, met een onbewuste, lichte beweging van de handen tot ontploffing kon komen.
BESLISSING
€ 104,29 aan kosten dagvaarding,
€ 85,- aan griffierecht en
€ 498,- aan salaris gemachtigde;