In deze strafzaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 29 juli 2021 uitspraak gedaan tegen een Poolse man, die werd beschuldigd van het opzettelijk vervoeren van ongeveer 14 kilogram heroïne. De verdachte werd op 4 mei 2021 aangehouden in Amsterdam, waar in zijn auto een verborgen ruimte werd aangetroffen met de heroïne. Tijdens de rechtszitting op 15 juli 2021 heeft de officier van justitie, mr. M.A. van der Vlugt, betoogd dat de verdachte verantwoordelijk was voor de drugs, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door mr. S.M. Hof, aanvoerde dat de verdachte niet op de hoogte was van de aanwezigheid van de drugs en dat het geldbedrag van € 2.305,- dat bij hem werd aangetroffen, niet van criminele oorsprong was. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wel degelijk wist dat hij de heroïne vervoerde, gezien de omstandigheden en de inconsistenties in zijn verklaringen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het witwassen van het geldbedrag, maar veroordeelde hem tot een gevangenisstraf van 40 maanden voor het vervoeren van de heroïne. De rechtbank benadrukte de ernst van de drugshandel en de gevaren die daarmee gepaard gaan voor de volksgezondheid en de veiligheid.