Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , te Emlichheim (Duitsland), eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan over een herzieningsverzoek en verzoek om herbeoordeling van een WIA-uitkering door eiser, die in Duitsland woont. Eiser heeft zich op 11 juni 2012 ziekgemeld en ontvangt een uitkering in Duitsland. Hij heeft in 2019 gevraagd waarom hij geen arbeidsongeschiktheidsuitkering krijgt en heeft daarbij medische stukken overgelegd. Verweerder, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, heeft dit opgevat als een herzieningsverzoek en heeft in een besluit van 11 december 2019 meegedeeld dat er geen nieuwe feiten zijn en dat eiser geen recht heeft op een WIA-uitkering. Dit besluit is bevestigd in een bestreden besluit van 24 juni 2020, waarin het bezwaar van eiser ongegrond werd verklaard.
De rechtbank heeft op 23 juni 2021 de zaak behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde niet aanwezig waren. De rechtbank heeft overwogen dat het medisch onderzoek zorgvuldig is verricht en dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die het eerdere besluit van 7 november 2014 onjuist maken. Eiser heeft aangevoerd dat hij recht heeft op een WIA-uitkering vanwege multi morbiditeit, maar de rechtbank oordeelt dat de rapporten van de verzekeringsartsen geen tegenstrijdigheden bevatten en dat de conclusies logisch voortvloeien uit de rapportages. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat de rapporten niet aan de vereisten voldoen.
De rechtbank concludeert dat verweerder terecht heeft geoordeeld dat er geen sprake is van toegenomen beperkingen en dat het beroep ongegrond is. Eiser krijgt geen gelijk en de door hem gemaakte proceskosten worden niet vergoed. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.