Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
1.De procedure
2.De feiten
“volgens verklaring van de makelaar-verkoper is het recht van uitweg door de naastgelegen steeg en over het achtergelegen erf door verjaring verkregen.”
“dat, met toestemming van de toenmalige eigenaar (…) van het perceel [adres 3] en het aan voornoemde garage aangrenzende erf, de in/uitrit A is verlegd naar B met in/uitrit over het betreffende erf (zie bijgevoegde tekeningen).”Op de bijgevoegde tekening van de situatie na 1959 is op de plaats van de huidige berging/garage een ruimte ingetekend waarbij geschreven is “
garage”, “
roldeur” en “
B”.
”volgende werd overeengekomen:
”Voordat jullie de situatie op het achtererf gaan wijzigen, waarbij volgens [gedaagde][ [gedaagde] , vzr.]
het voor mij niet meer mogelijk zou zijn de garage te gebruiken voor het parkeren van een auto, stuur ik jullie bijgevoegde informatie.
”(…)
”Nu u het gebruik van haar perceel niet wenst te staken dan wel door middel
3.Het geschil
4.De beoordeling
“volgens verklaring van de makelaar-verkoper is het recht van uitweg door de naastgelegen steeg en over het achtergelegen erf door verjaring verkregen”. Dat baat hem echter niet, want het gaat hier slechts om een niet onderbouwde mening van de makelaar, die bovendien als makelaar van de verkoper niet onafhankelijk was.
508,00