ECLI:NL:RBAMS:2021:3961
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak openlijke geweldpleging in Amsterdam
Op 15 juli 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van openlijke geweldpleging in vereniging tegen [persoon 1] op 7 december 2018. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting gehouden op dezelfde datum, waarbij de verdachte aanwezig was. De officier van justitie, mr. R.N. Refos, heeft de vordering gedaan, en de verdediging werd vertegenwoordigd door mr. S. van den Berg. De benadeelde partij, [persoon 1], werd vertegenwoordigd door mr. J. Gunning.
De tenlastelegging betrof openlijke geweldpleging in vereniging, waarbij de verdachte samen met medeverdachten [medeverdachte] en [persoon 3] zou hebben deelgenomen aan een gewelddadige confrontatie met [persoon 1] en [persoon 2]. De rechtbank heeft vastgesteld dat er op 7 december 2018 een confrontatie plaatsvond op de kruising van [straat 1] en [straat 2] in Amsterdam, waarbij [persoon 1] en [persoon 2] aangifte deden van mishandeling. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. De verklaringen van de getuigen waren tegenstrijdig en de rechtbank kon niet met zekerheid vaststellen dat het letsel van [persoon 1] het gevolg was van de beschuldigde feiten.
De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij, die EUR 3.000,- vorderde voor immateriële schade, niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte werd vrijgesproken van het ten laste gelegde. De rechtbank heeft uiteindelijk de verdachte vrijgesproken van de beschuldigingen en de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering.