ECLI:NL:RBAMS:2021:3958
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak openlijke geweldpleging in Amsterdam
Op 15 juli 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van openlijke geweldpleging in vereniging tegen [persoon 1] op 7 december 2018 te Amsterdam. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting gehouden op dezelfde datum, waarbij de verdachte aanwezig was. De officier van justitie, mr. R.N. Refos, heeft de vordering gedaan, en de verdediging werd vertegenwoordigd door mr. S.C. Bunnik. De benadeelde partij, [persoon 1], werd vertegenwoordigd door mr. J. Gunning.
De tenlastelegging betrof openlijke geweldpleging in vereniging, subsidiair mishandeling in vereniging. De rechtbank heeft vastgesteld dat er op 7 december 2018 een confrontatie plaatsvond tussen de verdachte en de benadeelde partij, waarbij [persoon 1] en [persoon 2] aangifte deden van mishandeling. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. De verklaringen van de getuigen en de benadeelde partij waren tegenstrijdig, en de rechtbank kon niet met zekerheid vaststellen dat het letsel van [persoon 1] het gevolg was van het voorval op die datum.
De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij, die EUR 3.000,- vorderde voor immateriële schade, niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte werd vrijgesproken van het ten laste gelegde. De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat het ten laste gelegde niet bewezen kon worden en heeft de verdachte vrijgesproken.