ECLI:NL:RBAMS:2021:3923
Rechtbank Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid klaagschrift ex artikel 552a Sv inzake inbeslagname personenauto
In deze beschikking van de Rechtbank Amsterdam, uitgesproken op 23 juli 2021, is het klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) behandeld. Het klaagschrift was ingediend door een klager, vertegenwoordigd door mr. R.A. van der Horst, die verzocht om teruggave van een inbeslaggenomen personenauto, merk Opel Insignia, met Belgisch kenteken. De auto was in beslag genomen in het kader van een strafzaak tegen de stiefvader van de klager, waarbij het Openbaar Ministerie had vastgesteld dat er een verborgen ruimte in het voertuig was aangetroffen. Deze verborgen ruimte was niet standaard aanwezig en was vermoedelijk aangepast voor criminele doeleinden, wat leidde tot de inbeslagname.
De rechtbank heeft de procesgang uiteengezet, waarbij het klaagschrift op 21 mei 2021 was ontvangen en het Openbaar Ministerie op 28 mei 2021 zijn standpunt had kenbaar gemaakt. Tijdens de openbare raadkamer op 9 juli 2021 zijn zowel de klager als de officier van justitie gehoord. De rechtbank oordeelde dat zij niet toekwam aan een inhoudelijke beoordeling van het klaagschrift, omdat in de strafzaak tegen de heer [persoon] al was beslist over het inbeslaggenomen voertuig. Aangezien de rechtbank in die zaak de onttrekking aan het verkeer van het voertuig had bevolen, had de klager geen belang meer bij het klaagschrift. Daarom werd het klaagschrift niet-ontvankelijk verklaard.
De beslissing werd genomen door mr. G.H. Marcus als voorzitter, samen met mrs. B. Vogel en M. Vaandrager als rechters, en werd uitgesproken op de openbare terechtzitting van 23 juli 2021.