Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Waardering van het bewijs
4.Bewezenverklaring
- twee handelsportemonnees met respectievelijk 3.000 euro aan contanten en 5.000 euro in US Dollars en Engelse ponden en
- 7.000 euro uit de kluis,
- geld van verschillende binnenlandse en buitenlandse valuta,
- muntgeld,
- meerdere portemonnees met geld erin en
- een deurstopper in de vorm van een goudklomp,
5.Motivering van de straf
6.Beslag
7.De benadeelde partijen
8.Tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordelingen
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
gevangenisstrafvan
54 (vierenvijftig) maanden.
€ 2.500,-(tweeënhalfduizend euro) aan vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 24 juni 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening.
de verplichting opten behoeve van [slachtoffer 1]
aan de Staat € 2.500,-(tweeënhalfduizend euro)
te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 24 juni 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor maximaal
35 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
€ 17.226,95(zeventienduizendtweehonderdzesentwintig euro en vijfennegentig eurocent) aan vergoeding van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 24 juni 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening.
€ 720,-(zevenhonderdtwintig euro).
niet-ontvankelijkin haar vordering is.
€ 1.000,-(duizend euro) aan vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 17 augustus 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening.
hoofdelijke betalingvan het toegewezen bedrag aan [slachtoffer 2] voornoemd.
niet-ontvankelijkin zijn vordering is.
aan de Staat € 1.000,- (duizend euro) te betalen, aan vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 17 augustus 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor maximaal 20 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
13/684801-14, namelijk een
gevangenisstraf van 40 dagen.
03/211658-17opgelegde voorwaardelijke straf, namelijk een
gevangenisstraf van twee weken.