Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[gedaagde 1] ,
gedaagde,
2.
[gedaagde 2],
advocaat mr. J.P. Alspeer te Amsterdam.
1.De verdere procedure
1.4. Op 10 september 2020 heeft (de zesde kamer van) het Hof van Justitie van de Europese Unie arrest gewezen.
e-mail een akte uitlating na prejudiciële vragen ingediend. Deze akte is door de griffier dezelfde dag doorgestuurd aan het briefadres van [gedaagde 1] .
[naam] (medewerker woonfraude) met mr. Groenewoud en zijn kantoorgenoot mr. R.W. Nederveen namens Eigen Haard aanwezig. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] zijn niet meer verschenen.
2.De feiten
3.Het verdere geschil
II. [gedaagde 1] te veroordelen om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis aan Eigen Haard als voorschot op de schade ex artikel 6:104 BW te betalen een bedrag van € 3.618,72, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf de dag der dagvaarding;
III. gedaagden te veroordelen in de proces- en nakosten.
4.De verdere beoordeling in conventie
€ 3.618,72 komt dan ook redelijk voor.
De kosten aan de zijde van Eigen Haard worden begroot op:
980,00
5.De beslissing
€ 157,00 voor salaris advocaat, te vermeerderen met € 82,00 en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit vonnis plaatsvindt,