Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het verzoekschrift van 26 februari 2021, met bijlagen;
- de tussenbeschikking van 25 maart 2021, waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- het verweerschrift van 12 juli 2021, met bijlagen;
- het proces-verbaal van de op 13 juli 2021 gehouden mondelinge behandeling.
2.Feiten
conversiestoornis: met motorisch symptoom of uitvalverschijnselen (300.11, DSM IV).Genoemde brief vermeldt verder het volgende:
Beleid
3.Het verzoek en het verweer
fishing expeditionte worden aangemerkt. Het verzoek is daarmee in strijd met een goede procesorde. Nu [verzoekster] zich niet wil laten behandelen omdat volgens haar geen sprake is van psychische klachten, maar zij in het kader van dit verzoek wel stelt dat sprake is van een conversiestoornis, wordt ook van de bevoegdheid toepassing van artikel 202 Rv te verlangen misbruik gemaakt.
Structured Inventory of Malingered Symptomatology(hierna: SIMS)-test dient af te nemen, om aan de hand daarvan vast te stellen of [verzoekster] haar klachten overdrijft.
4.Beoordeling
alduseen toereikende medische onderbouwing ontbreekt. Gelet op die betwisting en de betwisting van het causale verband tussen het ongeval en de mogelijke conversiestoornis, heeft [verzoekster] dus belang bij haar verzoek.
fishing expedition. Uit de door [verzoekster] overgelegde stukken blijkt immers genoegzaam dat [verzoekster] in de periode na het verkeersongeval diverse klachten heeft ondervonden en dat de medisch specialisten (neuroloog, klinisch psycholoog en psychiater) sinds eind 2009 denken aan een (reactieve) conversiestoornis die het gevolg is van de aanrijding in 2008. Om vast te kunnen stellen dat [verzoekster] daadwerkelijk een conversiestoornis heeft en of die het gevolg is van het ongeval (en geen andere oorzaken kent, zoals Allianz vermoedt) ligt een deskundigenbericht in de rede.
5.De beslissing
1.DE SITUATIE MET ONGEVAL
2.DE SITUATIE ZONDER ONGEVAL
j. Kunt u aangeven op welke termijn en in welke mate u die verbetering dan wel
3.OVERIG(aanbeveling 2.2.11 RMSR)
drie wekenna de datum van zijn bericht aan de rechtbank dat hij de benoeming aanvaardt (waarmee de benoeming dus onvoorwaardelijk is geworden), een begroting van de kosten op te geven aan de griffie van de rechtbank, gespecificeerd naar het verwachte aantal te besteden uren, het uurtarief en de eventuele overige kosten,