ECLI:NL:RBAMS:2021:3846

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
18 juni 2021
Publicatiedatum
22 juli 2021
Zaaknummer
AWB - 21 _ 3131
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag maatschappelijke opvang op basis van zelfredzaamheid en screeningsverslag

Op 18 juni 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de afwijzing van een aanvraag voor maatschappelijke opvang door de gemeente Amsterdam. De verzoeker, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. C.G.M. de Groot, had bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit van 4 juni 2021, waarin zijn aanvraag om toegang tot de maatschappelijke opvang werd afgewezen. De voorzieningenrechter heeft op de zitting, waar zowel verzoeker als de gemachtigde van de gemeente aanwezig waren, het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld.

De voorzieningenrechter heeft in zijn uitspraak geconcludeerd dat het screeningsverslag, dat op 4 juni 2021 is opgesteld, voldoet aan de eisen die daaraan gesteld worden. Dit verslag toont aan dat verzoeker op meerdere leefgebieden als (beperkt) zelfredzaam kan worden beschouwd. De voorzieningenrechter heeft daarbij opgemerkt dat een bestuursorgaan in beginsel mag vertrouwen op het advies van een medisch adviseur, mits dit advies zorgvuldig is tot stand gekomen. Ondanks de gezondheidsklachten van verzoeker, waaronder PTSS, heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat deze omstandigheden niet voldoende zijn om in aanmerking te komen voor maatschappelijke opvang.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat het primaire besluit naar verwachting in bezwaar stand zal houden. Tevens is er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht. De uitspraak is gedaan door mr. A.K. Mireku, in aanwezigheid van griffier mr. L.D. Wevers, en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 21/3131

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van

18 juni 2021 in de zaak tussen

[verzoeker] , te Amsterdam, verzoeker,

(gemachtigde: mr. C.G.M. de Groot),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,verweerder,
( [gemachtigde] ).

Procesverloop

Bij beluit van 4 juni 2021 (het primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker om toegang tot de maatschappelijke opvang afgewezen.
Verzoeker heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Hij heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek op de zitting heeft plaatsgevonden op 18 juni 2021. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder is vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter geeft hiervoor de volgende motivering.
2. Bij het primaire besluit heeft verweerder de aanvraag van verzoeker om maatschappelijke opvang afgewezen omdat verzoeker voldoende zelfredzaam is. Uit het Screeningsverslag Trajectus van 4 juni 2021 blijkt volgens verweerder dat verzoeker op meerdere leefgebieden (beperkt) zelfredzaam moet worden geacht.
3. Uit vaste rechtspraak volgt dat een bestuursorgaan in beginsel mag uitgaan van het advies van een medisch adviseur als dat advies zorgvuldig tot stand is gekomen, inzichtelijk en concludent is. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter voldoet het Screeningsverslag aan de daaraan te stellen eisen. Tijdens de screening zijn alle leefgebieden besproken. Daaruit is gebleken dat verzoeker voldoende zelfredzaam is. Op de zitting heeft de gemachtigde van verweerder een e-mail overgelegd waaruit blijkt dat tijdens de screening ook is geadviseerd over de nieuwe stukken van verzoekers artsen. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter blijkt uit het Screeningsverslag en de toelichting op de zitting dat het belangrijkste probleem van verzoeker is het ontbreken van financiële middelen waarmee een stabiele woon/verblijfplek kan worden gerealiseerd. Dat verzoeker lijdt aan PTSS en andere gezondheidsklachten is niet in geschil en de voorzieningenrechter begrijpt dat de huidige situatie voor verzoeker veel stress oplevert, maar deze omstandigheden maken niet dat verzoeker in aanmerking komt voor maatschappelijke opvang.
4. Het primaire besluit zal naar verwachting in bezwaar standhouden. Daarom ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding tot het treffen van een voorlopige voorziening. Het verzoek daartoe wordt dan ook afgewezen.
5. Voor een proceskostenveroordeling of een vergoeding van het griffierecht bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.K. Mireku, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. L.D. Wevers, griffier, op 18 juni 2021.
griffier
voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.