Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Waardering van het bewijs
4.Bewezenverklaring
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straf
8.Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
181 (honderdeenentachtig) dagen.
130 (honderddertig) dagen, van deze gevangenisstraf
niettenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast.
proeftijd van 2 (twee) jarenvast.
benadeelde partij [persoon]toe tot een bedrag van € 2.622,84 (tweeduizendzeshonderdtweeëntwintig euro en vierentachtig cent), bestaande uit € 122,84 (honderdtweeëntwintig euro en vierentachtig cent) aan vergoeding van materiële schade en € 2.500,00 (tweeduizendvijfhonderd euro) aan vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (28 januari 2020) tot aan de dag van de algehele voldoening.