ECLI:NL:RBAMS:2021:3735

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
16 juli 2021
Publicatiedatum
19 juli 2021
Zaaknummer
KK 21-409
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van verzoek tot schorsing van concurrentie- en relatiebeding in kort geding

In deze zaak heeft eiser, Regus Amsterdam B.V., een kort geding aangespannen tegen zijn voormalige werkgever, Regus, met als doel de schorsing van een concurrentie- en relatiebeding. Eiser was van 1 oktober 2018 tot 31 mei 2021 in dienst bij Regus en had een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Na zijn ontslag heeft eiser een nieuwe werkplek gezocht bij een concurrent, wat leidde tot de vordering van Regus om de bedingen na te leven. De kantonrechter heeft op 16 juli 2021 geoordeeld dat het concurrentie- en relatiebeding rechtsgeldig is en dat eiser zich hieraan moet houden tot 6 mei 2022. De rechter heeft de vordering van eiser om de bedingen te schorsen afgewezen, omdat de werkzaamheden van de nieuwe werkgever als concurrerend werden aangemerkt. Eiser heeft onvoldoende onderbouwd dat hij belemmerd wordt in zijn arbeidskeuze. De rechter heeft ook de vordering van Regus om een boete op te leggen bij overtreding van het beding toegewezen, met een maximum van € 500.000,00. Eiser is veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 9261219 KK EXPL 21-409
vonnis van: 16 juli 2021
func.: 606

vonnis van de kantonrechterkort geding

I n z a k e

[eiser]

wonende te [woonplaats]
eiser in conventie, verweerder in reconventie
nader te noemen: [eiser]
gemachtigde: mr. J.W. Stam
t e g e n

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Regus Amsterdam B.V.

gevestigd te Amsterdam
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie
nader te noemen: Regus
gemachtigde: mr. E. Nunes

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Bij dagvaarding van 10 juni 2021, heeft [eiser] een voorziening gevorderd.
Ter zitting van 9 juli 2021 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. [eiser] is verschenen, vergezeld door de gemachtigde. Voor Regus zijn verschenen per videoverbinding mevrouw [naam 1] en de heren [naam 2] en [naam 3] , vergezeld door de gemachtigde, die in de zittingszaal aanwezig was. Partijen hebben op voorhand stukken in het geding gebracht, waarbij Regus een vordering in reconventie heeft ingesteld. Partijen hebben ter zitting hun standpunten toegelicht aan de hand van een pleitnota. Na verder debat is vonnis gevraagd en is een datum voor vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Uitgangspunten

1. Als uitgangspunt geldt het volgende.
1.1.
[eiser] is van 1 oktober 2018 in dienst getreden bij Regus in de functie van [functie] , met de portefeuille [takenpakket] . De arbeidsovereenkomst is per 1 oktober 2019 overgegaan in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
1.2.
In die arbeidsovereenkomst is een
restrictive covenantopgenomen, waarin – kort gezegd - een concurrentie-, een geheimhoudings- en een relatiebeding voor de duur van een jaar na afloop van het einde van de arbeidsovereenkomst staat vermeld.
1.3.
In artikel 11.1 van de arbeidsovereenkomst staat vermeld:
‘The Employee undertakes not to perform work for any business activities for or together with any of the Employer’s contacts either during the term f this employment agreement or for a period of 12 months after the end of the employment agreement, regardless of whether such is done directly or indirectly, for the Employee’s own account or for the account of third parties. The Employer’s contacts are understood to mean: natural persons or legal entities with whom or which the Employee, on behalf of the Employer of any of its affiliates, did business in the period of one year prior to the end of the employment contact or “prospects” to whom or which the Employee, on behalf of the Employer, submitted written offers in the period of one year prior to the end of the employment agreement.(..)’
1.4.
In artikel 11.5 van de arbeidsovereenkomst staat vermeld:
‘During your employment and for the periods set out below after its termination, less any period during which you are not required to attend work, you will not (except with prior written consent of the Board) directly or indirectly do or attempt to do any of the following:vi. for twelve months undertake, carry on or be employed, engaged or interested in any capacity in either any business which is competitive with or similar to a Relevant Business, including property & real estate brokers within the Territory, or any business an objective or anticipated result of which is to compete with a Relevant Business within the Territory;vii. for twelve months be employed by a Client in connection with the supply of Competitive Services; orviii. for twelve months entice, induce or encourage a Client to transfer or remove custom from the Employer or any Related Corporation;ix. for twelve months solicit or accept business from a Client for the supply of Competitive Services;(..)’
1.5.
Regus richt zich op het aanbieden van (flexibele) kantoorruimtes voor bedrijven.
1.6.
Bij brief van 30 april 2021 heeft [eiser] zijn arbeidsovereenkomst met Regus per 31 mei 2021 opgezegd.
1.7.
Bij brief van 7 mei 2021 heeft Regus een brief aan [eiser] geschreven, waarin staat vermeld:
‘On 30 April 2021, you have given Regus Amsterdam B.V. (“Regus”) notice of termination of your employment as per 1 June 2021. You have indicated that you intend to enter into a working arrangement or employment of [nieuwe werkgever] or one of its affiliates. In that regard, we would like to remind you of your obligations under your employment contract with Regus, signed by you on 21 October 2019. You are, amongst others, bound by the following obligations:
A non-compete clause which, briefly stated, prohibits you during and for a period of one year after termination of your employment, from starting to work for a competitor or in a business similar to IWG Plc (“IWG”) and to Regus or any of its affiliates’ business (including property and real estate brokers), or in any business an objective or anticipated result of which is to compete with such business within the relevant territory, either as an employee or in another form, or from having a financial interest in or having any involvement with a competitor;• A confidentiality clause which requires you, during and after termination of your employment, to refrain from disclosing in any manner any information regarding IWG and Regus that is of a confidential nature.(..)[nieuwe werkgever] can therefore clearly be considered as a competitor and/or having a business that is the same as or similar to Regus and its affiliates. If you are going to work for [nieuwe werkgever] in any way whatsoever, that will result in a breach of your non-compete and possibly also your confidentiality obligation.
1.8.
[eiser] is op 6 mei 2021 op non-actief gesteld.
1.9.
[eiser] heeft op 21 mei 2021 een tweetal B.V.’s opgericht, [naam bv 1] die enig aandeelhouder is van [naam bv 2] De doelomschrijving van [naam bv 2] is:
‘Het verrichten van advies- en sales werkzaamheden in de vastgoedsector, Property Technology en Space as a Service (flex) branche door middel van onder andere, maar niet uitsluitend, het leveren van strategisch advies, het sluiten van commerciële overeenkomsten tussen (internationale) vastgoedpartijen (aanbieders van vastgoed), zoals onder andere, maar niet uitsluitend, werkruimtes, kantoorruimte, vergaderruimte, co-working desks of andere flexibele werkplekruimte en (internationale) gebruikers van vastgoed (corporates, enterprises, sole traders en overige gebruikers met behoefte aan werkplekruimte) en het opzetten en uitbreiden van bedrijven in vastgoed, Property Technology en Space-as-a-Service (flex) branche.’

Vordering

2. [eiser] vordert dat bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
Primair
2.1.
Regus te verplichten toe te staan dat [eiser] werkzaamheden te (
de kantonrechter begrijpt: mag)verrichten ten behoeve van [nieuwe werkgever] , zonder dat Regus zich mag beroepen op het relatie- en concurrentiebeding mag beroepen en boetes of schadevergoeding mag vorderen.
Subsidiair
2.2.
het in de arbeidsovereenkomst opgenomen relatie-, concurrentie- en boetebeding volledig te schorsen.
Meer subsidair
2.3.
het in de arbeidsovereenkomst opgenomen relatie-, concurrentie- en boetebeding gedeeltelijk te schorsen.
Uiterst subsidiair
2.4.
Regus te veroordelen een voorschot op de vergoeding ex artikel 7:653 lid 5 van het Burgerlijk Wetboek (BW) te voldoen.
Met in alle gevallen
2.5.
Regus te gebieden [eiser] toe te staan zakelijke contacten te onderhouden met de contacten die hij reeds voor aanvang van zijn dienstverband bij Regus tot zijn contacten kon rekenen.
2.6.
Een andere voorziening te treffen in lijn met 2.1-2.5.
2.7.
Regus te veroordelen in de kosten van de procedure
3. [eiser] stelt hiertoe dat [nieuwe werkgever] niet kwalificeert als een contact of competitive business, zoals bedoeld in het restrictive covenant en dat welke lezing dan ook van dit covenant de beoogde samenwerking van hem met [nieuwe werkgever] niet kan weerhouden. Voorzover dat wel het geval zou zijn, meent [eiser] dat sprake is van onbillijke benadeling. Het beding is zo ruim geformuleerd, dat het onmogelijk voor hem is in de vastgoedsector te kunnen werken. Daarbij heeft het dienstverband slechts relatief kort geduurd.
Meerdere voormalige medewerkers van Regus hebben bovendien wel een overstap naar een andere partij gemaakt, die ook als concurrerend kunnen worden aangemerkt.

Verweer en eis in reconventie

4. Regus voert aan dat [nieuwe werkgever] als competitive business valt aan te merken. Het beding voldoet ook aan de geografische reikwijdte, omdat de activiteiten van (groepsvennootschappen van) Regus wereldwijd worden ontplooid en [eiser] voor zijn contacten master agreements afsluit om wereldwijd flexibele locaties af te nemen. Regus heeft zwaarwegende bedrijfsbelangen bij het in stand houden van de bedingen, die zwaarder wegen dan de belangen van [eiser] . Niet gebleken is dat [eiser] wordt belemmerd in het vinden van een andere werkkring. Andere voormalig medewerkers hebben inderdaad een overstap gemaakt naar ondernemingen die als concurrerend kunnen worden aangemerkt, maar dat kwam doordat die betreffende medewerkers geen concurrentiebeding hadden, er individuele afspraken zijn gemaakt of pas na afloop van het betreffende beding de overstap is gemaakt.
5. In reconventie vordert Regus nakoming van het concurrentie- en relatiebeding en wijziging van de statutaire doelomschrijving van [naam bv 2] , een en ander onder verbeurte van een boete, zoals opgenomen in de arbeidsovereenkomst, met veroordeling van [eiser] in de kosten van de procedure.

Beoordeling

6. In dit kort geding dient te worden beoordeeld of de in deze zaak aannemelijk te achten omstandigheden een ordemaatregel vereisen dan wel of de vordering van [eiser] in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat het gerechtvaardigd is op de toewijzing daarvan vooruit te lopen door het treffen van een voorziening zoals gevorderd. Het navolgende behelst dan ook niet meer dan een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen. Gelet op de verwevenheid, zullen de vorderingen in conventie en reconventie gezamenlijk worden behandeld.
7. De stelling van [eiser] , dat het beperkende beding onnauwkeurig en onduidelijk is geformuleerd, wordt verworpen. In het kader van dit geschil wordt geoordeeld, dat het voor [eiser] voldoende duidelijk was. Hoewel wijdlopig, is het beding voldoende duidelijk geformuleerd. Gelet hierop, is voorshands het uitgangspunt dat sprake is van een rechtsgeldig overeengekomen concurrentiebeding. Regus kan derhalve rechten ontlenen aan dit beding.
8. De vraag waarover partijen van mening verschillen, is of het beding van toepassing is. De twee belangrijkste elementen van dit verschil van mening zien enerzijds op de vraag of de werkzaamheden van [nieuwe werkgever] als concurrerend aan te merken zijn en anderzijds of de geografische werking van het beding de reikwijdte hebben, die Regus daaraan toekent.
9. De uitleg die [eiser] heeft gegeven dat [nieuwe werkgever] slechts een platform aanbiedt waar huurders en verhuurders van flexibele kantoorruimte elkaar kunnen vinden en daarom niet als concurrent valt aan te merken is onvoldoende onderbouwd. Niet betwist is, dat [nieuwe werkgever] zelf (raam-)contracten met (grote) partijen afsluit. Deze werkwijze verschilt niet wezenlijk van de manier waarop [eiser] voor Regus werkzaam was. Indien [eiser] in zijn beoogde nieuwe samenwerking met [nieuwe werkgever] een contract tussen [nieuwe werkgever] en een klant tot stand brengt, waarna die klant via het platform van [nieuwe werkgever] kantoorruimte afneemt, staat vast dat die betreffende klant geen kantoorruime van Regus afneemt. Dit valt aan te merken als concurrentie. Het gaat er uiteindelijk om dat [nieuwe werkgever] in de vastgoedmarkt kantoorruimte aanbiedt. Het doet er daarbij niet toe of dat haar eigen kantoorruimte of die van een derde is.
10. [eiser] heeft ter zitting uiteengezet, dat hij contracten sloot met klanten, die hun vestiging hadden in EMEA/UK. Deze contracten,
master agreements,werden – zo heeft Regus onbetwist gesteld – wereldwijd ten uitvoer gelegd. Het was – gelet op de functie van [eiser] en de aard van de werkzaamheden – [eiser] duidelijk dat zijn taken wereldwijd ten uitvoer zouden worden gelegd. [eiser] heeft niet duidelijk gemaakt op welke wijze zijn beding geografisch beperkt zou moeten worden. Het enkele feit dat hij werkzaam zou zijn voor klanten van [nieuwe werkgever] met een hoofdkantoor in Azië en het gebied rond de Stille Oceaan maakt nog niet dat [eiser] wel degelijk actief is op de markt waarop hij voor Regus actief was, namelijk in Europa, het Midden-Oosten, Afrika en het Verenigd Koninkrijk. [eiser] heeft zijn verzoek op dit punt onvoldoende onderbouwd. Gelet op het door Regus geschetste bedrijfsbelang is het voorshands niet onredelijk dat een geografische reikwijdte, die wereldwijd is, noodzakelijk is voor Regus.
11. Nu sprake is van concurrerende werkzaamheden, die geografisch onder het gesloten concurentiebeding vallen, zal het primaire verzoek van [eiser] worden afgewezen.
12. Subsidiair heeft [eiser] verzocht de bedingen te schorsen. Hierbij moeten de belangen van partijen worden gewogen. [eiser] heeft gesteld dat hij door de bedingen wordt belemmerd in zijn vrije arbeidskeuze. Regus heeft dit betwist en aangevoerd dat van enige positieverbetering van [eiser] , wanneer hij voor of met [nieuwe werkgever] gaat werken, niet is gebleken. Evenmin heeft [eiser] bewijs overgelegd dat hij belemmerd wordt, anders dan in thans door hem voorgenomen samenwerking met [nieuwe werkgever] . Gelet op deze betwisting en het gebrek aan onderbouwing van dit standpunt door [eiser] , kan in het kader van deze procedure niet worden vastgesteld dat sprake is van enige belemmering, anders dan ten aanzien van [nieuwe werkgever] . [eiser] heeft niet onderbouwd dat – door de werking van de bedingen – voor hem geen andere mogelijkheden tot het verkrijgen van een nieuwe positie bestaan. Tot slot heeft [eiser] gesteld dat collega’s wel een overstap hebben mogen maken naar een concurrerende partij. Regus heeft ter zitting uitleg gegeven en aangevoerd dat dit collega’s waren die bij een voorganger van Regus werkzaam waren, waarbij geen beding in het contract was opgenomen of dat sprake was van een (arbeids-)overeenkomst in een ander land, waarbij een dergelijke beperking niet gold of dat een medewerker pas in dienst van een concurrent is getreden nadat het betreffende beding was afgelopen. Voorzover deze standpunten van Regus zijn betwist door [eiser] , past het niet in het kader van deze kort geding procedure over dit punt nader bewijs aan [eiser] of Regus op te dragen. Dit maakt dat een schorsing van de bedingen, zowel volledig als gedeeltelijk, zal worden afgewezen.
13. [eiser] heeft een vergoeding ex artikel 7:653 lid 5 BW gevorderd. Hiervoor is noodzakelijk dat [eiser] aantoont dat hij wordt belemmerd bij het vinden van een (financieel) vergelijkbare functie. Dit wordt betwist door Regus en is door [eiser] op onvoldoende onderbouwd. Het enkele feit dat de beoogde samenwerking met [nieuwe werkgever] niet mogelijk is, is hiervoor onvoldoende. Deze vordering zal worden afgewezen.
14. De vordering van [eiser] om hem toe te staan zakelijke contacten met – kort gezegd – zijn oude relaties te onderhouden is, zoals Regus terecht stelt, te onbepaald. Het had op de weg van [eiser] gelegen deze vordering nader te onderbouwen en te substantiëren. Nu dit niet is gebeurd, zal deze vordering worden afgewezen.
15. De vordering een voorziening te treffen die in lijn licht met de overige vorderingen van [eiser] is, zal – om voor toewijzing in aanmerking te kunnen komen – nader gepreciseerd moeten worden. De enige precisering die is gegeven, is dat het beding feitelijk al vanaf 6 mei 2021 in werking is getreden, omdat [eiser] toen op non-actief is gesteld. Vanaf dat moment heeft [eiser] geen toegang meer gehad tot de bedrijfsgegevens van Regus, noch contact gehad met haar relaties. Voor een verdere beperking van het beding, behoudens een matiging van de boete, ziet de kantonrechter voorshands geen aanleiding, nu [eiser] geen onderbouwing heeft gegeven voor enige beperking vanwege de bedingen, anders dan de beperking die de bedingen hebben voor zijn beoogde samenwerking met [nieuwe werkgever] .
16. Zoals hiervoor bij 7. al is geconcludeerd is voorshands gebleken dat zowel het concurrentie- als het relatiebeding rechtsgeldig is overeengekomen. De uitleg die [eiser] geeft aan de uitleg van de letterlijke formulering van het relatiebeding, is niet begrijpelijk en ook niet juist. Immers, de constructie ‘either or’ wordt in de Engelse taal zowel gebruikt voor de of/of constructie, maar ook voor ofwel/ofwel, hetgeen gelijk staat met en/en.
17. De uitleg van [eiser] zou er bovendien op neerkomen dat als een werknemer zich gedurende het dienstverband onthoudt van werkzaamheden voor eigen rekening met relaties van zijn werkgever, het hem vrij staat na afloop van het dienstverband voor eigen rekening zakelijke relaties met die relaties aan te gaan. En daarmee zou ook het spiegelbeeld van toepassing kunnen zijn: als een werknemer na afloop van zijn dienstverband geen zakelijke relaties benadert voor eigen gewin, zou – in de visie van [eiser] – het een werknemer vrij staan om gedurende het dienstverband deze zakelijke relaties - die hij voor zijn werkgever bedient - ook in privé voor eigen rekening mogen bedienen.
17. Zowel het concurrentie- als het relatiebeding is derhalve rechtsgeldig tot stand gekomen en [eiser] zal zich aan deze bedingen moeten houden, zodat de reconventionele vordering met die strekking zal worden toegewezen. Zoals hiervoor is overwogen, zal de looptijd van het beding zijn vanaf de eerste dag van op non-actief stelling van [eiser] , zodat het beding nog loopt tot 6 mei 2022. De boete zal worden gematigd tot € 5.000,00 per dag dat het beding wordt overtreden, met een maximum van € 500.000,00. De direct opeisbare boete van € 50.000,00 wordt voorshands als onredelijk beschouwd.
17. Als tweede reconventionele eis vordert Regus, dat [eiser] de statutaire doelomschrijving van de B.V., waarvan hij – middellijk – eigenaar is wijzigt. Voorshands wordt geoordeeld dat Regus bij deze vordering in het kader van deze procedure in kort geding geen belang heeft. Het enkel hebben van een B.V. met een bepaalde doelomschrijving maakt nog niet dat een concurrentiebeding wordt overtreden.
20. [eiser] dient als de voornamelijk in het ongelijk gestelde partij met de proceskosten te worden belast.

BESLISSING

De kantonrechter:
bepaalt dat [eiser] het concurrentie- en relatiebeding tot 6 mei 2022 dient na te komen op straffe van een boete van € 5.000,00 per dag dat het beding wordt overtreden, met een maximum van € 500.000,00;
wijst de overige vorderingen af;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van Regus begroot op € 498,00 aan salaris voor de gemachtigde, voor zover van toepassing, inclusief btw;
veroordeelt [eiser] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 62,00 aan salaris gemachtigde, te verhogen met een bedrag van € 68,00 en de explootkosten van betekening van het vonnis, een en ander voor zover van toepassing inclusief btw, onder de voorwaarde dat [eiser] niet binnen veertien dagen na aanschrijving volledig aan dit vonnis heeft voldaan en betekening van het vonnis pas na veertien dagen na aanschrijving heeft plaatsgevonden;
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Wesdorp , kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 16 juli 2021 in tegenwoordigheid van de griffier.