Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummer vordering tul: 13.225721.18
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
- 1399 euro bij [bedrijf 1] en
- 1429 euro bij [bedrijf 3] en
- 879 euro bij [bedrijf 6] en
- 450 euro bij [bedrijf 8] en
- 3041,95 euro bij [bedrijf 10]
6.Bewezenverklaring
,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening hebben weggenomen geldbedragen, te weten:
[aangever 1], welk bedrag door zijn mededader(s) was overgemaakt van haar spaarrekening naar haar lopende rekening en vervolgens vanaf deze rekening meermalen betalingen heeft verricht te weten een geldbedrag van
[aangever 3], welk bedrag was overgeschreven van haar spaarrekening op een door zijn mededaders geopende rekening op naam van [aangever 3] en vervolgens vanaf deze rekening een betaling heeft verricht te weten een geldbedrag van 1349 euro bij [bedrijf 11]
- door gebruik te maken van Apple Pay welke door zijn mededaders was gekoppeld aan betaalpassen van voornoemde aangevers, waarbij zijn mededaders in onbevoegd verkregen bankrekeningen en bankaccounts van voornoemde aangevers Apple Pay hebben geactiveerd en geselecteerd, en deze Apple Pay hebben gekoppeld aan een telefoon in bezit van verdachte en van zijn mededaders, waartoe hij verdachte en zijn mededaders niet gerechtigd waren.
7.Strafbaarheid van de feiten
8.Strafbaarheid van verdachte
9.Motivering van de straf
- zich houdt aan de aanwijzingen van Jeugdbescherming regio Amsterdam;
- zijn medewerking verleent aan de IFA-coach;
- zijn medewerking verleent aan een zinvolle dagbesteding;
- zijn medewerking verleent aan behandeling van [kliniek] of een soortgelijke instelling;
- onderwijs en/of dagbesteding volgt volgens het aangegeven rooster;
- zich houdt aan een avondklok van 22:00 uur tot 05:30 uur
- zijn medewerking verleend aan elektronisch toezicht voor de duur van drie maanden;
- geen contact heeft met de medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en
- de rapportage en het advies van de Raad van 9 april 2021 en van 1 juni 2021;
- de rapportage en het advies van JBRA van 27 mei 2021.
Dit was ook zo ten tijde van het ten laste gelegde, gezien het structurele karakter van de problematiek. Vanuit zijn problematiek heeft verdachte beperkt inzicht in oorzaak- gevolgrelaties en moeite om de gevolgen van zijn handelingen in te schatten.
Binnen de begeleiding dient afgewogen te worden of verdachte in aanmerking komt voor een kamertrainingstraject of begeleid wonen en kan [verdachte] hiervoor gemotiveerd worden.
Ondanks dat er diverse strafrechtelijke interventies zijn ingezet vanwege eerdere veroordelingen, heeft verdachte tot op heden geen psychologische behandeling genoten. Behandeling prevaleert boven detentie en wordt als essentieel gezien om tot gedragsverandering te komen. Geadviseerd wordt om de geadviseerde behandeling, begeleiding door de jeugdreclassering en de coaches op te leggen in het kader van een jeugdreclasseringsmaatregel (ITB Harde Kern) als bijzondere voorwaarden bij een (fors) voorwaardelijk strafdeel.
de Raadkomen zowel beschermende als risicofactoren naar voren. Beschermend is dat verdachte weer naar school gaat, een bijbaan heeft en meewerkt met de hulpverlening. Het is ook positief dat hij opener is richting de hulpverlening dan vroeger, maar hij blijft een beperkte motivatie houden ten aanzien van hulpverlening. De Raad ziet voornamelijk risicofactoren in het beperkte toezicht en de beperkte sturing van moeder en de houding en de vaardigheden van [verdachte] . De Raad heeft zorgen met betrekking op de kans op recidive door zijn beperkte inzicht in de consequenties van zijn gedrag, mate van
beïnvloedbaarheid en zijn beperkte morele ontwikkeling. De Raad deelt de mening van de psycholoog dat behandeling noodzakelijk is, gericht op inzicht krijgen in zijn eigen gedragspatronen en gevolgen ervan, evenals versterken van zijn coping vaardigheden.
De Raad kan zich deels vinden in het advies van de psycholoog. Behandeling is belangrijker om de kans op recidive te verminderen dan een langere tijd in detentie. Verdachte is reeds aangemeld bij [kliniek] maar het is nog onduidelijk wanneer [kliniek] kan starten.
De Raad kan zich niet vinden in het advies van de psycholoog met betrekking tot het
traject ITB Harde Kern. De Raad ziet voordelen in een strak en duidelijk kader met consequenties, echter wordt dit traject niet (volledig) uitgevoerd door JBRA. De Raad vindt een overstap naar een andere GI niet in het belang van verdachte. De Raad heeft daarom contact gezocht met de psycholoog om deze kwestie voor te leggen en te bezien welk kader dan het recidiverisico kan verminderen. Er is gesproken over zowel een gedragsbeïnvloedende maatregel (GBM) als een toezicht en begeleiding. De psycholoog vindt een GBM nu niet passend aangezien verdachte nog maar één keer een toezicht en
begeleiding heeft gehad en hij nog niet heeft kunnen profiteren van behandeling. Daarnaast is verdachte ook (enigszins) gemotiveerd voor hulp en begeleiding. Het advies van de psycholoog is om een toezicht en begeleiding met behandeling als bijzondere voorwaarde op te leggen en het verlengen van het elektronisch toezicht voor het aanbrengen/behouden van structuur. De Raad kan zich vinden in dit aanvullend advies. De Raad is van mening dat er een forse stok achter de deur in de vorm van jeugddetentie tegenover moet staan.
De Raad concludeert tot een voorwaardelijke jeugddetentie onder de bijzondere voorwaarden dat verdachte:
- zich houdt aan de aanwijzingen van Jeugdbescherming regio Amsterdam;
- zijn medewerking verleent aan de IFA-coach;
- zijn medewerking verleent aan een zinvolle dagbesteding;
- zijn medewerking verleent aan behandeling van [kliniek] of een soortgelijke instelling;
- onderwijs en/of dagbesteding volgt volgens het aangegeven rooster;
- zijn medewerking verleent aan een contactverbod met de medeverdachten;
- zijn medewerking verleent aan elektronisch toezicht.
waarbij aan de gecertificeerde instelling te weten Jeugdbescherming regio Amsterdam opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de minderjarige ten behoeve daarvan te begeleiden.
.
10.Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
tot materiële schadevergoedingtot een bedrag van in totaal
€ 8.547,95 euro(achtduizend vijfhonderd en zevenenveertig euro en vijfennegentig eurocent).:
[aangever 3] :
[aangever 1] :
€ 8.547,95 euro(achtduizend vijfhonderd en zevenenveertig euro en vijfennegentig eurocent).
11.Vordering tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling
12.Toepasselijke wettelijke voorschriften
13.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
een jeugddetentievan
6 maanden.
het gedeelte van 4 maandennietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten wegens niet nakoming van hierna te melden voorwaarden.
de algemene voorwaardedat de veroordeelde:
de bijzondere voorwaardendat de veroordeelde:
- zich gedurende 2 (twee) jaar op door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen zal melden bij de reclassering, zo frequent en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht;
- zijn medewerking verleent aan de IFA-coach;
- zijn medewerking verleent aan een zinvolle dagbesteding;
- zijn medewerking verleent aan behandeling van [kliniek] of een soortgelijke instelling;
- onderwijs en/of dagbesteding volgt volgens het aangegeven rooster;
- zich houdt aan de avondklok van 22.00 uur tot 5.30 uur; met ingang van 25 juni 2021 tot 25 september 2021;
- geen contact heeft met de medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- zijn medewerking zal verlenen aan het door de jeugdreclassering te houden toezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
Jeugdbescherming Regio Amsterdamtot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
de benadeelde partij[aangever 2]niet-ontvankelijk in haar vordering.
de benadeelde partij[bedrijf 17], toe tot een bedrag van €
8.547,95 euro (achtduizend vijfhonderd en zevenenveertig euro en vijfennegentig eurocent),te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade tot aan de dag van de algehele voldoening.
8.547,95 euro (achtduizend vijfhonderd en zevenenveertig euro en vijfennegentig eurocent),te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag gijzeling, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.