Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv)van:
1.Procesgang
2.Inhoud klaagschrift, standpunt Openbaar Ministerie en standpunt klager
- het onrechtmatig verklaren van het beslag, omdat de vervolging van politieke aard is en dus sprake is van de weigeringsgrond ex artikel 5.1.5, derde lid, Sv;
- het opheffen van het beslag met onmiddellijke teruggave van de inbeslaggenomen voorwerpen aan klager;
- het verbieden van ieder (verder) gebruik van de inbeslaggenomen voorwerpen, daaronder begrepen dat van de (inhoud van de) inbeslaggenomen voorwerpen door anderen dan klager en hun advocaten/raadslieden geen (verdere) kennis zal worden genomen;
- het bepalen dat enige vastlegging van de (inhoud van de) inbeslaggenomen voorwerpen (waaronder afschriften en elektronische vastlegging) wordt vernietigd;
- het bepalen dat geen gebruik wordt gemaakt van de (inhoud van de) inbeslaggenomen voorwerpen, ook niet in enig opsporings- dan wel fiscaal onderzoek;
- het bepalen dat aan het huidige rechtshulpverzoek dan wel overige rechtshulpverzoeken die verband houden met de in het klaagschrift omschreven verdenking, geen gevolg zal worden gegeven cq. de overdracht van de resultaten van de uitvoering van het rechtshulpverzoek verbieden.
Wat ons betreft had de weigeringsgrond van art. 5.1.5 vijfde lid Sv er formeel toe moeten leiden dat het rechtshulpverzoek in zijn geheel niet zou zijn uitgevoerd, in welk geval er ook geen beslag zou zijn gelegd. Nu er wel beslag is gelegd, is het rechtshulpverzoek voor een deel al uitgevoerd. Zodoende zijn wij van mening dat terugkijkend het beslag ex 5.1.11 jo 552a Sv onrechtmatig is gelegd. Ons eerste voorstel is dat de rechtbank de klaagschriften in behandeling neemt en beslist dat klaagschriften gegrond zijn vanwege aanwezigheid van de weigeringsgrond van art. 5.1.5 vijfde lid Sv, waarbij zal worden verwezen naar de mededelingen van het OM zoals die zijn gedaan in de mail van 14 juni 2021 van het OM.
Een tweede mogelijkheid is dat, vanwege de mededeling van het OM dat de inbeslaggenomen goederen zullen worden teruggegeven, onze cliënten in hun beklag niet-ontvankelijk worden verklaard, waarbij dan in de beslissing van de rechtbank zal worden opgenomen dat het OM heeft medegedeeld dat sprake is van de weigeringsgrond van art. 5.1.5 vijfde lid Sv en dat aan het rechtshulpverzoek niet zal worden voldaan.
3.Het oordeel van de rechtbank
4.Beslissing
niet-ontvankelijk.
mr. M. van Mourik, voorzitter,