Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek op de zitting
mr. S.H.S. Kurniawan-Ayre, en van wat verdachte en zijn raadsvrouw, mr. S. Plas, naar voren hebben gebracht.
Rechtbank Amsterdam
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, is op 8 juli 2021 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van medeplegen van een gewapende overval en witwassen. De rechtbank heeft de zaak behandeld naar aanleiding van het onderzoek op de zitting van 24 juni 2021, waarbij de verdachte aanwezig was. De officier van justitie, mr. S.H.S. Kurniawan-Ayre, heeft de vordering gedaan, en de verdediging werd gevoerd door mr. S. Plas. De rechtbank heeft ook kennisgenomen van de verklaringen van de benadeelde partij, vertegenwoordigd door Slachtofferhulp Nederland.
De beschuldigingen tegen de verdachte omvatten het medeplegen van een gewapende overval op 28 december 2019 en het medeplegen van witwassen van een bedrag van € 1.996,44 in de periode van 28 tot en met 30 december 2019. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren voor de gewapende overval. De rechtbank concludeerde dat uit het dossier en het verhandelde ter zitting niet bleek dat de verdachte betrokken was bij de overval.
Wat betreft de beschuldiging van witwassen, oordeelde de rechtbank dat er geen bewijs was dat de verdachte wist of had moeten vermoeden dat het geld van misdrijf afkomstig was. De verdachte had een tas met muntgeld overhandigd aan een medeverdachte, maar er was geen bewijs dat dit geld uit een misdrijf afkomstig was. De rechtbank sprak de verdachte vrij van beide beschuldigingen en verklaarde de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in hun vorderingen, aangezien de verdachte was vrijgesproken. Dit vonnis is uitgesproken door de meervoudige strafkamer van de rechtbank.