ECLI:NL:RBAMS:2021:3556
Rechtbank Amsterdam
- Mondelinge uitspraak
- R.A. Dudok van Heel
- M.A.H. Verburgh
- Rechtspraak.nl
Kort geding over gebruik van gezamenlijke koopwoning na beëindiging relatie tussen niet gehuwde ex-partners
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 8 juli 2021, hebben niet gehuwde ex-partners een kort geding aangespannen over het gebruik van hun gezamenlijke koopwoning na de beëindiging van hun relatie op 1 september 2020. De man vordert dat hij het exclusieve gebruik van de woning krijgt, terwijl de vrouw in reconventie vraagt om tijdelijk gebruik van de woning totdat deze verkocht wordt of totdat er een andere regeling is getroffen. De kinderrechter had eerder bepaald dat het hoofdverblijf van de kinderen voorlopig bij de man zou zijn, wat een belangrijke factor in deze zaak is. De voorzieningenrechter heeft beide vorderingen afgewezen, met de overweging dat het in het belang van de kinderen is dat zij een thuis hebben en dat de huidige situatie voorlopig moet blijven bestaan. De vrouw heeft zich zonder overleg toegang tot de woning verschaft en de sloten veranderd, wat niet in het belang van de kinderen was. De voorzieningenrechter benadrukt dat er snel duidelijkheid moet komen over de toekomst van de woning, maar dat de huidige situatie voorlopig moet blijven bestaan. De proceskosten worden gecompenseerd, aangezien beide partijen ex-partners zijn.