Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
23 juni 2021. Verdachte was daar niet bij aanwezig.
Rechtbank Amsterdam
Op 23 juni 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak met parketnummer 13/289522-19. De verdachte was niet aanwezig tijdens de zitting. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. C.F. van Drumpt, en de verdediging door de raadsman, mr. M.L. van Gaalen. Tijdens het onderzoek op de zitting is gebleken dat de dagvaarding niet op de wettelijk voorgeschreven wijze is uitgebracht. De verdachte heeft geen dagvaarding ontvangen en is derhalve niet op de zitting verschenen. Dit gebrek in de procedure leidt tot de conclusie dat de dagvaarding nietig is. De rechtbank heeft daarom besloten de dagvaarding nietig te verklaren. Deze uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, onder leiding van voorzitter mr. P.P.C.M. Waarts, en de rechters mr. Ch.A. van Dijk en mr. dr. C. van Eck, in aanwezigheid van griffier mr. J.C. Roodenburg.