ECLI:NL:RBAMS:2021:3499

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
23 juni 2021
Publicatiedatum
7 juli 2021
Zaaknummer
13/289522-19
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van de dagvaarding wegens gebrek aan uitreiking

Op 23 juni 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak met parketnummer 13/289522-19. De verdachte was niet aanwezig tijdens de zitting. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. C.F. van Drumpt, en de verdediging door de raadsman, mr. M.L. van Gaalen. Tijdens het onderzoek op de zitting is gebleken dat de dagvaarding niet op de wettelijk voorgeschreven wijze is uitgebracht. De verdachte heeft geen dagvaarding ontvangen en is derhalve niet op de zitting verschenen. Dit gebrek in de procedure leidt tot de conclusie dat de dagvaarding nietig is. De rechtbank heeft daarom besloten de dagvaarding nietig te verklaren. Deze uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, onder leiding van voorzitter mr. P.P.C.M. Waarts, en de rechters mr. Ch.A. van Dijk en mr. dr. C. van Eck, in aanwezigheid van griffier mr. J.C. Roodenburg.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummer: 13/289522-19
Datum uitspraak: 23 juni 2021
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren te [geboorteplaats] ([geboorteland]) op [geboortedag] 1996,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres [adres 1],
voorkeursadres [adres 2].

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
23 juni 2021. Verdachte was daar niet bij aanwezig.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. C.F. van Drumpt en van wat de raadsman van verdachte, mr. M.L. van Gaalen, naar voren hebben gebracht.

2.Geldigheid van de dagvaarding

Uit het onderzoek op de zitting is niet gebleken dat de dagvaarding op de bij de wet voorgeschreven wijze is uitgebracht en betekend. Aan de verdachte is namelijk geen dagvaarding uitgebracht en de verdachte is niet op de zitting verschenen. Daarom is de dagvaarding nietig.

3.Beslissing

De rechtbank komt op grond hiervan tot de volgende beslissing.
Verklaart de dagvaarding nietig.
Dit vonnis is gewezen door
mr. P.P.C.M. Waarts voorzitter,
mr. Ch.A. van Dijk en mr. dr. C. van Eck, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.C. Roodenburg, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 23 juni 2021.