3.4.1Dealertelefoons [telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 2]
Uit de verklaringen van de getuigen [naam getuige 1] en [naam getuige 2] blijkt dat de telefoonnummers [telefoonnummer 1] (hierna: [telefoonnummer 1] ) en [telefoonnummer 2] (hierna: [telefoonnummer 2] ) werden gebruikt als dealerlijnen.
Op beide nummers zijn technische acties aangesloten. De rechtbank leidt uit de tapgesprekken af dat er korte gesprekken werden gevoerd, waarin bestellingen werden opgenomen en afspraken werden gemaakt voor de overdracht. In de gesprekken werden door de beller en de gebelde termen gebruikt als ‘boven’, ‘beneden’, ‘bolletjes’, ‘sannie’ ‘bruin’, ‘wit’, ‘donnies’ en ‘affoes’; allemaal versluierd taalgebruik duidend op handel in verdovende middelen. Ook wordt er gesproken over het koken en bereiden van drugs.
De inhoud van deze gesprekken vindt onder meer bevestiging in de verklaringen van [naam 1] , een harddrugsgebruikster die blijkens de tap dealerlijn [telefoonnummer 1] belde. Zo heeft [naam 1] bevestigd dat met ‘beneden’ en ‘bruin’ heroïne werd bedoeld en dat met ‘boven’ en ‘wit’ cocaïne werd bedoeld. Ook heeft zij verklaard dat zij, gedurende ongeveer een half jaar, tot en met 21 mei 2019, twee tot drie keer per week, soms iedere dag, op verzoek heroïne heeft verpakt en cocaïne heeft bereid. [naam 1] heeft verder verklaard dat zij cocaïne kookte in ruil voor drugs.
Uit de opgevraagde historische gegevens van het nummer [telefoonnummer 2] is gebleken dat dit nummer contact heeft gehad met vijf telefoonnummers die eerder (tussen 29 november 2018 en 1 februari 2019) ook contact hadden met [telefoonnummer 1] . De nummers hadden tot begin februari 2019 contact met [telefoonnummer 1] en daarna met [telefoonnummer 2] . Uit de gesprekken van de lijn [telefoonnummer 1] bleek dat het meermalen gebeurde dat de gebruiker van [telefoonnummer 1] aangaf terug te zullen bellen, maar dat een dergelijk gesprek vervolgens niet werd gehoord. De hierbij passende contactmomenten waren wel te zien in de historische printgegevens van [telefoonnummer 2] , zodat kan worden aangenomen dat beide nummers door dezelfde persoon of groep werden gebruikt.
Conclusie
Op basis van de getuigenverklaringen en de afgeluisterde tapgesprekken kan worden vastgesteld dat de nummers [telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 2] werden gebruikt voor de handel in verdovende middelen. Ook kan worden vastgesteld dat beide telefoons incidenteel werden gebruikt voor één en dezelfde deal.
3.4.2Verdachten zijn in verband te brengen met het gebruik van dealertelefoons
[telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 2]
Op verschillende momenten is de politie voor observatie naar de locatie gegaan die in een afgeluisterd gesprek werd afgesproken voor de vermoedde levering van drugs, om te kunnen vaststellen wie daar zou(den) verschijnen of werd een observatie bevestigd door opgenomen telefoongegevens.
Observaties in samenhang met tap op dealertelefoon [telefoonnummer 1]
- Op 30 januari 2019 vraagt [naam 1] aan de gebruiker van [telefoonnummer 1] of diegene kan zorgen dat ‘hij’ (dus niet de gebruiker van [telefoonnummer 1] , maar iemand waar diegene kennelijk mee in contact staat) om 16:15 uur bij haar is. Om 16:28 uur belt ze weer met [telefoonnummer 1] , met de vraag waar hij is. Om 16:28 uur wordt gezien dat [medeverdachte 2] de woning van [naam 1] in gaat.
- Op 20 februari 2019 wordt [telefoonnummer 1] tussen 12:08 en 13:44 uur meermalen gebeld door het nummer [telefoonnummer 3] . Er wordt een afspraak gemaakt bij de dierenkliniek en er wordt gesproken over 20 wit en 20 bruin, en affoe. De politie ziet dat om 13:48 uur een Peugeot 307 ( [kenteken 1] , op naam van [medeverdachte 2] ) parkeert op de [straatnaam 1] , waar een dierenkliniek is gevestigd. De inzittenden van het voertuig zijn verdachte (bestuurder) en [medeverdachte 3] .
Een fietser en een persoon op een scootmobiel gaan naar de auto, waar een overdracht plaatsvindt. De auto rijdt verder en stopt op een gegeven moment, waarna een persoon instapt. Deze persoon wordt herkend als [naam 2] . Het voertuig rijdt een rondje, waarna [naam 2] weer uitstapt. [naam 2] staat in de politiesystemen geregistreerd als harddrugsgebruiker.
- Op 22 februari 2019 om 15:15 uur is gezien dat de hiervoor genoemde Peugeot met drie inzittenden vanuit de [straatnaam 2] naar de dierenkliniek op de [straatnaam 1] rijdt. Twee vermoedelijke drugsgebruikers lopen naar de auto. De auto is kort daarna, om 15:33 uur, gecontroleerd. De bestuurder blijkt verdachte te zijn, de passagiers zijn [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] . Bij verdachte worden twee telefoons aangetroffen. Eén van deze telefoons gaat tijdens de staandehouding over. Uit de tap op [telefoonnummer 1] blijkt dat er die dag om 15:40 uur naar dat nummer is gebeld. Het nummer peilt dan uit op de [straatnaam 3] , de straat waar ook de staandehouding plaatsvond. Het nummer peilde om 15:15 uur uit in de directe omgeving van de [straatnaam 2] .
Observatie in samenhang met tap op dealertelefoon [telefoonnummer 2]
- Op 5 maart 2019 om 11:17 uur belt [naam 3] ( [naam 3] , van de [adres 2] ) naar [telefoonnummer 2] en vraagt of diegene tijd heeft. De gebruiker van [telefoonnummer 2] zegt over 10 tot 15 minuten bij hem te zijn. Op de [adres 2] staat [naam 3] ingeschreven, hij heeft de classificatie harddrugsgebruiker. Om 11:31 uur belt [naam 3] weer en vraagt of [telefoonnummer 2] nog komt. Diegene zegt er binnen 6 tot 7 minuten te zijn. Om 11:51 uur komt [medeverdachte 2] aan in een op zijn naam staande Opel Corsa (kenteken [kenteken 2] ). [medeverdachte 2] stapt uit en maakt contact met [naam 3] en een onbekende man. Ze lopen samen naar een hoekje, staan dicht bij elkaar en lijken iets over te dragen. Kort daarna rijdt [medeverdachte 2] weer weg.
Gebruiker nummers [telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 2]
Over het algemeen werd, op een enkele keer na, in zowel gesprekken gevoerd met of naar het nummer [telefoonnummer 1] als met of naar het nummer [telefoonnummer 2] één en dezelfde stem gehoord als stem van de gebruiker van die nummers.
Op 19 maart 2019 is een tap aangesloten op het telefoonnummer [telefoonnummer 4] (hierna: [telefoonnummer 4] ). Het is op basis van observatie aannemelijk geworden dat [medeverdachte 3] de gebruiker van dit nummer was. De stem van de gebruiker van de nummers [telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 2] kwam overeen met de stem van de gebruiker van het nummer [telefoonnummer 4] . Gelet hierop gaat de rechtbank er van uit dat [medeverdachte 3] de gebruiker was van de dealernummers [telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 2] .
Conclusie
De observaties in combinatie met de afgeluisterde gesprekken bevestigen de onder 3.4.1. getrokken conclusie dat [telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 2] dealerlijnen betreffen. Tevens is op basis van de observaties en afgeluisterde gesprekken duidelijk dat alle vier de verdachten in verband kunnen worden gebracht met het exploiteren van deze dealerlijnen.
3.4.3Medeplegen
De raadsvrouw heeft zich ter zitting op het standpunt gesteld dat geen sprake is geweest van medeplegen. De rechtbank overweegt hieromtrent als volgt.
Van medeplegen van een strafbaar feit is sprake wanneer twee of meer personen nauw en bewust samenwerken, waarbij hun opzet zowel is gericht op de samenwerking als op het te plegen strafbare feit. Hierbij is niet vereist dat alle verdachten ieder de delictsbestanddelen van het desbetreffende strafbare feit vervullen. Het is ook niet nodig dat iedere medepleger zelf een uitvoeringshandeling verricht.
Uit het dossier blijkt, in de eerste plaats, dat verdachten elkaar kennen. Zo wordt bijvoorbeeld tijdens een observatie op 18 januari 2019 omstreeks 03:50 uur ’s nachts waargenomen dat verdachte en zijn medeverdachten met z’n vieren in de auto van [medeverdachte 2] (een Peugeot 307) zaten. Verdachten waren nar eigen zeggen met elkaar aan het ‘chillen’: [medeverdachte 2] zat achter het stuur en de anderen waren bezig met lachgasballonnen en daarvan onder invloed.
Getuige [naam getuige 2] heeft verklaard dat hij drugs kocht bij een vriendenploeg. Hij heeft tijdens zijn verhoor [medeverdachte 3] herkend als degene die de telefoon opnam. [medeverdachte 3] zou degene zijn geweest die vervolgens de jongen belde die de drugs kwam brengen. [naam getuige 2] heeft [medeverdachte 2] herkend als zijnde die jongen. [naam getuige 2] heeft ook verdachte herkend. Hij zou dezelfde rol vervullen als [medeverdachte 2] ; hij bracht ook heroïne en cocaïne langs. Verdachte, [medeverdachte 3] en werkten volgens [naam getuige 2] samen met [medeverdachte 1] . De jongens waren 24/7 bereikbaar. Ze namen altijd op, ook ’s nachts.
Getuige [naam 1] heeft verklaard dat [medeverdachte 2] , die zij ‘ [naam 4] ’ noemde, bij haar op de [adres 3] aan de deur kwam met de drugs. Met [medeverdachte 3] , die zij ‘ [naam 5] ’ noemde, had ze telefonisch contact over de drugs en verdachte, zij kende hem als ‘ [medeverdachte 3] ’, hoorde ook bij de jongens die heroïne en cocaïne ophaalden en langsbrachten.
Getuige [naam getuige 3] heeft [medeverdachte 2] herkend als degene die drugs kwam afleveren.
De verklaringen van [naam 1] , [naam getuige 3] en [naam getuige 2] worden ondersteund door opgenomen gesprekken die zijn gevoerd tussen de verdachten in de auto van verdachte.
Op 14 april 2019 is een Opel Corsa ( [kenteken 3] ) op naam van verdachte gezet. Dit voertuig is door de politie voorzien van afluisterapparatuur. De rechtbank geeft hieronder enkele relevante OVC-gesprekken zakelijk weer.
- Op 25 april 2019 om 21:32 uur zitten verdachte, [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] in de auto. Zij spreken over 430, donnies, lotto’s en affoes. [medeverdachte 1] vraagt hoeveel ze hebben gepakt. verdachte zegt dat ‘
die uitkering vandaag moet komen [naam 6]’, hij wil die donnies nog afmaken. [medeverdachte 1] zegt dat hij de keuze aan hen laat. [medeverdachte 1] vraagt hoeveel ze hebben gepakt de man en of er in totaal een gram over is. Hij zegt tegen verdachte en [medeverdachte 3] ‘
je weet toch je moet ook uitrekenen je raakt leeg in de avond je (ntv) wat heb je aan die lotto gram’. [medeverdachte 1] zegt dat het 10 gram wordt. [medeverdachte 1] zegt dat hij nog 35 ‘
daar’heeft liggen en vraagt of ze wel van die nieuwe hebben gepakt. Er wordt gesproken over donnies en barkies. [medeverdachte 1] vraagt wanneer hij die sannie heeft gekregen, die 100 gram toch. Daarnaast wordt gesproken over 70 tot 75 gram gepusht, 16 tot 17 barkie per dag.
Verdachte zegt
’15 daar moeten nieuwe balletjes gemaakt worden voor [naam 6] ook voor 18’. Verdachte zegt ‘
ze hadden gisteren wel goed betaald hè [naam 6] , 1,4 duroe bankoe euro’.
- Op 26 april 2019 om 02:34 uur zitten verdachte, [medeverdachte 3] en een onbekende derde persoon (NN) in de auto. [medeverdachte 3] zegt dat een donnie bruin 160 euro is. [medeverdachte 3] zegt dat hij naar Noord moet, dat hij daar genoeg bruin heeft. Hij koopt 50 of 100 euro in. Hij spreekt over affoetjes en donnietjes en zegt dat hij alles heeft gewogen.
NN zegt dat [medeverdachte 3] zijn vaste dealer is, dat hij minimaal douza of 1500 euro bij hem inkoopt. [medeverdachte 3] beaamt dat NN vaker bij hem koopt. Vervolgens wordt [medeverdachte 3] gebeld en er wordt een afspraak gemaakt. Een paar minuten later gaat de deur van de auto open, een NN vraagt ‘
hoeveel voor 150’. [medeverdachte 3] zegt dat hij gisteren heeft gekookt, in totaal 45 gram. Hij heeft veel bruin verkocht die dag en moet eigenlijk weer gaan koken.
- Op 27 april 2019 om 00:28 uur zitten verdachte en [medeverdachte 3] in de auto. [medeverdachte 3] zegt dat iets moet worden gegeven aan [naam 7] , 10.Verdachte zegt dat ze het op moeten halen en haar ook moeten laten roken, ze moeten zeggen dat het nieuwe sannie is. Dan stapt verdachte in. Verdachte zegt ‘
[naam 6] de manager’. [medeverdachte 1] hoopt dat die oude weer heeft, die sannie. Die [naam 8] heeft tegen hem gezegd ‘
die sannie die je eerst had was dynamite’. Verdachte zegt dat ze alleen maar die halve ki pakkies kopen. Even later zegt hij dat hij morgen die gast gaat betalen. [medeverdachte 1] antwoordt ‘
geen stress we betalen morgen’. Verdachte zegt dat ze 28 gaan geven voor een halve kilo.
Uit observaties volgt dat verdachten, naast de woning van [naam 1] aan de [adres 3] , ook veelvuldig lijken te komen op dan wel gebruik lijken te maken van twee andere adressen van bekende harddrugsgebruikers, namelijk het adres [straatnaam 2] en het adres [adres 4] . De rechtbank geeft hieronder twee observaties zakelijk weer.
- Op 6 december 2018 om 21:48 uur bestuurt [medeverdachte 2] de Peugeot 307, de passagier lijkt op verdachte. Beiden gaan het portiek van (onder andere) [straatnaam 2] in, waar harddrugsgebruiker [persoon] staat ingeschreven. Om 22:02 uur komt [medeverdachte 2] naar buiten en maakt hij contact met een persoon op een fiets. Ze staan dicht bij elkaar, na een minuut rijdt de fietser weg. Rond 22:23 uur verlaten [medeverdachte 2] en de andere persoon de woning en rijden weg in de Peugeot.
- Op 30 januari 2019 rijdt de auto van [medeverdachte 2] weg vanaf de [straatnaam 2] . [medeverdachte 2] bestuurt de auto, de bijrijder is vermoedelijk [medeverdachte 1] . Even later staat de auto geparkeerd voor de woning van [persoon] . Om 15:19 uur gaat de auto rijden. Bij de Zeevaart stopt de auto, een man loopt naar de passagierszijde, pakt iets aan en loopt weg. De auto parkeert even later op de [adres 4] , waar [medeverdachte 2] uitstapt. Even later rijdt hij naar de woning van [naam 1] , daarna rijdt hij weer naar de woning van [persoon] . Om 17:29 uur gaat hij weer rijden. Op de Reling komt een man naast de auto staan, die contact maakt met [medeverdachte 2] . Kort daarna loopt de man weg. Om 21:14 uur parkeert de Peugeot bij de taxistandplaats van het AMC en blijft daar een tijd wachten, [medeverdachte 2] is de bestuurder. Een man stapt in de auto en stapt na een minuut weer uit. Daarna rijdt de auto naar de KFC. Ook daar stapt een man in de auto, na 1 tot 2 minuten stapt de man weer uit.
Betrouwbaarheid getuigenverklaringen
Voor zover de raadsvrouw heeft willen bepleiten dat de verklaringen van [naam 1] , [naam getuige 3] en [naam getuige 2] tegenstrijdigheden bevatten en moeten worden uitgesloten van het bewijs, verwerpt de rechtbank dit verweer. De rechtbank acht de voornoemde verklaringen betrouwbaar. [naam 1] en [naam getuige 3] zijn eerst als verdachten door de politie gehoord, [naam getuige 2] is door de politie als getuige gehoord. Vervolgens zijn [naam 1] , [naam getuige 3] en [naam getuige 2] als getuige gehoord door de rechter-commissaris.
[naam 1] , [naam getuige 3] en [naam getuige 2] hebben zowel bij de politie als bij de rechter-commissaris gedetailleerd en consistent verklaard over hun langdurige harddrugsgebruik, hoe zij aan hun (dagelijkse) drugs kwamen, over de dealerlijnen en over de samenwerking tussen de verdachten. Voor zover van enige tegenstrijdigheden al sprake zou zijn, betreffen dit naar het oordeel van de rechtbank ondergeschikte punten.
Daarnaast worden de verklaringen van [naam 1] , [naam getuige 3] en [naam getuige 2] ondersteund door andere bewijsmiddelen in het dossier.
- Zo hebben zowel [naam 1] als [naam getuige 3] verklaard dat [naam 1] drugs kookte voor de verdachten. Dit wordt onder meer ondersteund door de hiervoor aangehaalde tapgesprekken.
- Ook worden de verklaringen van [naam 1] ondersteund door observaties van de politie. Meermalen worden de auto’s van [medeverdachte 2] (een Peugeot 307) en van verdachte (een Opel Corsa) gesignaleerd bij het adres van [naam 1] in de [adres 3] en wordt gezien dat [medeverdachte 2] de woning in gaat.
Voor wat betreft de verklaring van [naam getuige 2] bij de rechter-commissaris geldt dat uit het dossier en de verklaring blijkt dat hij weliswaar boos was dat zijn eerste verklaring snel nadat hij deze had afgelegd bij de verdachten terecht was gekomen en hij spijt had dat hij zijn verklaring had ondertekend, maar de strekking van de verklaring die [naam getuige 2] bij de politie heeft afgelegd is dezelfde als van de verklaring die hij als getuige bij de rechter-commissaris heeft afgelegd. Beide verklaringen komen er op neer dat [naam getuige 2] regelmatig en gedurende een langere periode bij de verdachten drugs heeft gekocht.
Hier tegenover staat slechts een algemene betwisting door de raadsvrouw. Resumerend acht de rechtbank de verklaringen van [naam 1] , [naam getuige 3] en [naam getuige 2] bruikbaar voor het bewijs.
Conclusie
Verdachte is meerdere keren verhoord door de politie en heeft ook ter zitting uitgebreid de gelegenheid gekregen om zijn kant van het verhaal te vertellen, maar heeft zich consequent op zijn zwijgrecht beroepen. Dit is het goed recht van de verdachte, maar dit maakt dat de rechtbank haar conclusies trekt enkel op basis van het dossier zoals dat er ligt.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op de hiervoor weergegeven tapgesprekken, observaties, getuigenverklaringen en OVC-gesprekken de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte, [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] is komen vast te staan. Uit de genoemde bewijsmiddelen blijkt dat verdachten contact onderhielden met klanten, bestellingen opnamen en een afspraak met hen maakten voor de overdracht. Wie precies welke rol vervulde en hoe de onderlinge verhoudingen en afspraken tussen de verdachten waren is de rechtbank uit het dossier niet gebleken, maar dat is ook niet relevant voor een bewezenverklaring van medeplegen.
Hoewel niet is gezien of gehoord dat verdachte daadwerkelijk een deal heeft gesloten, is er voldoende wettig en overtuigend bewijs dat verdachte zich samen met anderen bezig heeft gehouden met de handel in heroïne en cocaïne. Gebleken is dat verdachte zich samen met de medeverdachten bezig heeft gehouden met het aanwezig hebben, bereiden, vervoeren, verkopen, verhandelen en overdragen van heroïne en cocaïne.