ECLI:NL:RBAMS:2021:3452

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
16 juni 2021
Publicatiedatum
6 juli 2021
Zaaknummer
AWB - 21 _ 1090
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-tijdige toezending van verminderingsnota na uitspraak Hof leidt tot niet-ontvankelijkheid beroep

In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam, beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit na een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam op 29 september 2020. De rechtbank ontving het beroepschrift op 19 februari 2021, waarin eiser aanvoert dat de verminderingsnota niet tijdig is toegestuurd na de uitspraak van het Hof. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.

Het Gerechtshof had eerder het hoger beroep gegrond verklaard en de Woz-waarden van een aantal panden vastgesteld, waarbij de onroerendzaakbelastingen voor 2017 zijn verminderd. De verminderingsnota werd door verweerder op 7 april 2021 verzonden, maar de rechtbank oordeelt dat er geen wettelijke verplichting was voor verweerder om deze nota binnen een bepaalde termijn te versturen. Hierdoor is niet voldaan aan de voorwaarden van artikel 6:12 van de Awb.

De rechtbank concludeert dat eiser geen procesbelang meer heeft bij het beroep, aangezien de verminderingsnota inmiddels is toegestuurd. Daarom verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Deze uitspraak is gedaan door rechter Y. Moussaoui, in aanwezigheid van griffier N. van der Kroft, en is openbaar uitgesproken. Eiser kan binnen zes weken na verzending van deze uitspraak verzet aantekenen bij de rechtbank.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 21/1090

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser,

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam, verweerder.

Procesverloop

Eiser heeft met de brief van 17 februari 2021, door de rechtbank ontvangen op 19 februari 2021, beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit na een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam (het Hof) op 29 september 2020.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Op 29 september 2020 (verbeterd met de uitspraak van 13 oktober 2020), heeft het Hof uitspraak gedaan op het hoger beroep (kenmerken 19/00766 t/m 19/00769) tegen de uitspraak van deze rechtbank van 24 april 2019 (zaaksnummers AMS 17/5764, 17/6039, 17/6040 en 17/6041) over de waarde van een aantal panden van eiser op grond van de Wet waardering onroerende zaken (Woz).
3. De rechtbank stelt vast dat het Hof het hoger beroep gegrond heeft verklaard, de aangevallen uitspraak voor een aantal panden heeft vernietigd en de Woz waarden van deze panden zelf heeft vastgesteld. Daarnaast heeft het Hof de onroerendzaakbelastingen 2017 voor deze panden verminderd. Verweerder heeft met een verminderingsnota van 7 april 2021 uitvoering gegeven aan de uitspraak van het Hof.
4. Tegen het niet tijdig nemen van een besluit kan beroep worden ingesteld. [1] Het beroepschrift kan worden ingediend als het bestuursorgaan niet tijdig een besluit heeft genomen en twee weken zijn verstreken nadat een schriftelijke ingebrekestelling door het bestuursorgaan is ontvangen. [2]
5. De rechtbank overweegt dat het Hof geen termijn heeft verbonden aan de uitvoering van de uitspraak. Daarnaast is verweerder niet op enig wettelijk grondslag gehouden om binnen een bepaalde termijn de verminderingsnota aan eiser toe te sturen. Dit breng met zich mee dat niet aan de voorwaarden van artikel 6:12 van de Awb is voldaan. De rechtbank overweegt verder dat nu verweerder alsnog uitvoering heeft gegeven aan de uitspraak van het Hof eiser daarnaast geen belang meer heeft bij het beroep. Het beroep is gelet op het voorgaande niet-ontvankelijk.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. Y. Moussaoui, rechter, in aanwezigheid van
mr. N. van der Kroft, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op:
griffier
rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan verzet worden ingesteld bij deze rechtbank. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 6:2, aanhef en onder b, in samenhang met artikel 7:1, eerste lid, aanhef en onder f, van de Awb.
2.Artikel 6:12, tweede lid, van de Awb